Configureren DAM

DAM werkt aan de hand van projecten. Deze worden aangemaakt door basisdata in te lezen.

De informatie over welke basisdata wordt ingelezen en waar deze basisdata vandaan komt, is vastgelegd in een DAM databronbestand (*.defx). Feitelijk is dit een kruisverwijzing tabel (mapping table).

Voorbeeld

In de projectmap 'Basissom' staat een databronbestand, genaamd Databronbestand.defx, en een map met invoerbestanden:

Het betreffende databronbestand ziet er als volgt uit:

En verwijst dus naar de map met invoerbestanden. Deze map heeft de volgende bestanden:

Nadat DAM, aan de hand van het DAM databronbestand (*.defx), de basisdata heeft ingelezen, kan het project worden opgeslagen. Dit gebeurt in de vorm van een DAM-projectbestand (*.damx). Het project kan op een later tijdstip of door een andere gebruiker worden geopend door het project bestand (*.DAMx) te openen. De originele Databronnen of bronbestanden (shape bestanden en *.csv) dienen dan niet meegestuurd te worden. De ondergrond gegevens worden opgeslagen in de soildatabase (*.mdb), zie Grondeigenschappen. Na het importeren wordt de projectnaam aan dit bestand gegeven. Bij het doorsturen naar iemand anders dient dit bestand ook meegestuurd te worden. Indien 2D geometrieën tot de bronbestanden horen, dient ook het mapje met de 2D (Projectnaam.geometries2D.0) meegestuurd te worden.