1. Introductie, door Joost van der Schrier en Meindert Van

Joost heet de ruim 50 deelnemers welkom. Meindert schetst hoe het POVM gebruikersplatform na afloop van de POVM vanaf 2021 naar verwachting verder zal worden ondersteund vanuit een nieuw HWBP project, met de naam 'De Innovatieversneller'.

Bekijk en beluister de introductie hier: Introductie.mp4.

2. Presentatie: 'Beoordelen van langsconstructies: van eenvoudige toets tot gedetailleerde Plaxis analyse', door Thomas Naves

Thomas bespreekt zijn ervaringen met de beoordeling van langsconstructies voor 4 verschillende projecten (Limburg: 76-1, Brabantse Delta: 34-1, 34a1, 35, HHSK: 15-2, 14-1) . In deze trajecten komen allerlei typen constructies  voor, met grote variatie in het type, in de detaillering en in de toegepaste ontwerpmethodiek (OSPW, NEN).  Thomas signaleert dat er handvatten nodig zijn voor de situatie waarin een recent op de OSPW gebaseerd ontwerp niet meer voldoet bij toepassing van de PPL/PPE, zonder dat de ontwerpbelasting is veranderd.   Zo blijken discontinue damwanden die volgens de OSPW zijn ontworpen qua openingspercentage vaak niet te voldoen aan de nieuwe eis in de PPL. Daarom is  bij HWBP een onderzoeksvoorstel ingediend, om na te gaan of en hoe de eisen voor het openingspercentage in de PPL voor bestaande constructies verruimd kunnen worden.  Wanneer een constructie volgens het gelijkwaardigheidsbeginsel niet direct kan worden goedgekeurd wordt in de door hem toegepaste aanpak vervolgens gewerkt van grof naar fijn.  Allereerst worden de constructies uitgefilterd waarvoor eenvoudig kan worden aangetoond dat aan het volgens de Waterwet vereiste veiligheidsniveau wordt voldaan door vergelijking met het veiligheidsniveau waarop is ontworpen. Voor constructies waar dat niet kan wordt voor de beoordeling waar mogelijk een eenvoudige damwandberekening met D-Sheetpiling  gebruikt. Probleem is echter dat met D-Sheetpiling niet alle relevante aspecten kunnen worden gemodelleerd. Voor constructies waar een eenvoudige berekening niet volstaat zijn de resultaten met een eindige-elementen berekening volgens PPE/PPL voor enkele gevallen vergeleken met de resultaten van de oude ontwerpberekeningen, om daaruit conclusies af te leiden die ook van toepassing zijn voor vergelijkbare constructies op andere locaties. Thomas geeft ten slotte aan dat het modelleren van het effect van zakkende grond op de constructie voor hem een belangrijk onderzoekspunt is.

In de discussie komen de volgende zaken naar voren.

  • Bij navraag van Rimmer Koopmans geeft Thomas aan dat het nog niet voldoende duidelijk is waarom de diepwanden en kistdammen  in het traject 15-2 grotendeels wel voldoen en de verankerde damwanden grotendeels niet. Onderzoek daarnaar loopt nog.
  • Andries van Houwelingen heeft bij het ontwerp van een diepwand voor GOWA de ervaring opgedaan dat bij afnemende diepwandlengte een steeds grotere vervorming optreedt, zonder dat dit tot volledige instabiliteit leidt. Dit baart hem begrijpelijkerwijs zorgen. Voor het mogen toestaan van grote vervormingen is in de PPL/PPE een toets op maat geïntroduceerd. Tijdens het opstellen van de PPL/PPE is wel overwogen om daarbij nog wel een harde bovengrens voor de toelaatbare vervorming te hanteren (bijvoorbeeld: nooit meer dan 1 meter horizontale vervorming). Voor het toen beschouwde diepwandvoorbeeld bleek dat niet nodig, omdat de overgang van beperkte vervorming naar instabiliteit abrupt was.  Maar voor gevallen waarin de overgang geleidelijk verloopt ligt het gebruik van een harde bovengrens wel voor de hand. Helle Larsen wijst er  op dat te grote vervormingen ook problemen zullen geven ter plaatse van de overgang op de dijk zonder constructie.

Bekijk en beluister de presentatie hier: Presentatie Naves.mp4.

3. Korte toelichting op het nieuwe POVM gebruikersplatform, door Marcel Visschedijk.

Marcel laat de inhoud van het nieuwe platform zien geeft daarbij enige toelichting. Vanuit de chat wordt gevraagd hoe men op de hoogte kan blijven van veranderingen. Daarvoor wordt gedacht aan een nieuwsbrief.

4. Presentatie: 'Dijkversterking GoWa - verder gaan dan de PPL', door Rens Servais

Rens bespreekt een aantal aspecten waarvoor in de PPL naar zijn mening te conservatieve of onjuiste keuzes zijn gemaakt. Achtereenvolgens zijn dat: verticaal draagvermogen, corrosie van ankerstangen, effect van zakkende grond op de ankerkracht, het meenemen van zakkende grond bij ankeruitval, het al dan niet gebruiken van "ignore undrained" bij SHANSEP en het gebruik van het elastisch weerstandsmoment in plaats van het plastisch weerstandsmoment. Naschrift: op de 'Vragen en Antwoorden' pagina wordt ingegaan op verschillende van de door Rens genoemde aspecten.

Bekijk en beluister de presentatie hier: Presentatie Servais.mp4

4. Bespreking van vooraf binnengekomen vragen door Marcel Visschedijk.

Bedoeling van deze bespreking is in eerste instantie vooral verduidelijking van de ingebrachte onderwerpen, om daar in een later stadium op terug te kunnen komen.

Achtereenvolgens komen aan de orde:

  • De standaard vervormingseis voldoet voor vrijstaande wanden doorgaans niet (Renger vd Kamp, G, Smit, Jan Peter de Vries). Toepassing van de 'toets op maat'' biedt dan een uitweg. De PPE geeft voor een toets op maat zowel aanwijzingen als voorbeelden. Volgens Thomas Naves is toepassing van een toets op maat niet erg ingewikkeld. Bij de vragenstellers blijkt ervaring met toepassing echter nog te ontbreken. Daarom lijkt het zinvol om in een volgende gebruikersbijeenkomst een voorbeeld te behandelen van de toepassing van een toets op maat voor een praktijksituatie. Andries van Houwelingen (via de chat) vindt  het opmerkelijk dat bij dijken zonder constructies niet wordt gecontroleerd op het effect dat vervorming op bekleding heeft.
  • Zowel bij de samenstellers van de PPE als bij de vragensteller (Jan Peter de Vries) bestaat twijfel aan de kwaliteit van de vervormingsvoorspelling op basis van de huidige eindige elementen modellen. Dit staat benoemd als 'kennisleemte'. Andries van Houwelingen geeft in de chat aan dat bij GoWa de ervaring bestaat dat zwel door het optreden van hoog water de kruindaling door vervorming van de damwand vaak te niet doet.  Marcel geeft aan dat validatie op basis van praktijkmetingen  zeer wenselijk is, en binnen de projecten aandacht zou moeten krijgen.
  • In het geval van zakkende grond geeft de CUR166 voor de veerstijfheid van de combinatie van grond en damwand een uitdrukking die te eenvoudig en te conservatief lijkt en die voor hooggelegen ankers ook niet van toepassing is (genoemd door Ilona Schrijver, maar eerder ook al door anderen). Deze uitdrukking kan waarschijnlijk worden vervangen door bepaling van de veerstijfheid uit de eindige-elementenberekening. Een aantal deelnemers geeft aan dat  dat men dit in praktijk ook al doet. Marcel stelt voor om een 'Actueel Kennisdocument' op te stellen, waarin wordt behandeld en geïllustreerd hoe deze bepaling eenduidig, correct en voldoende veilig zou moeten plaatsvinden.  Daarbij speelt meer dan het in de berekening 'iteratief bepalen' van de ankerkracht, zoals door velen al wordt gedaan. Marcel suggereert verder om de kracht-verplaatsingsrelatie in verschillende praktijkprojecten te gaan meten, door een reeks van ankers extra voor te spannen.  Op de pagina 'Vragen en Antwoorden', wordt op dit onderwerp nader ingegaan.
  • Met betrekking tot het gordingsontwerp betwijfelt Mark Schaap of het effect van zakkende grond zou moeten worden meegenomen in de als puntlast te modelleren wegvallende ankerkracht. Helle Larsen zal daarover contact met hem opnemen.
  • Buitenwaartse stabiliteit (Dirk Goemans, Jan Peter de Vries): In de PPL en PPE ontbreekt in het geval van buitenwaartse stabiliteit informatie over hoe om te gaan met restprofielen, verschillende waterstanden, hersteltijd, toepassing van de Eurocode in relatie tot de Waterwet etc. Een voorbeeld zou helpen. Dirk Goemans zegt toe om hierover tijdens een volgende gebruikersbijeenkomst iets te presenteren.
  • Voor het ontwerpen van kistdammen op basis van PPL en PPE bestaat behoefte aan aanwijzingen en voorbeelden (Dirk Goemans). Deze vraag kwam eerder ook al van anderen.
  • Voor het ontwerpen van constructies op staal en op palen is het onduidelijk hoe de Eurocode moet worden gecombineerd met de eisen die volgen uit de Waterwet (Dirk Goemans). Deze vraag kwam eerder ook al van anderen. Ekke Kaspers wijst via de chat op de Werkwijzer Ontwerpen Waterkerende Constructies, met een verificatie Bouwbesluit/EC versus waterwet. Andries van Houwelingen meldt via de chat dat hij bij GoWa  2 bestaande betonnen bakken op palen heeft beschouwd en heeft gekeken naar de invloed van het ontstaan van plastische scharnieren in de palen. Door de herverdelingscapaciteit van de constructie zijn deze constructies nu goedgekeurd (falen van een paal leidt niet tot falen van de waterkering). Dit biedt volgens hem veel kansen voor bestaande constructies.  Andries wil daarover een artikel schrijven, en is daarnaast ook bereid om zijn aanpak binnen het gebruikersplatform te presenteren.
  • Corrosie van ankerstangen (Dirk Goemans). Het vermeende conservatisme is al aan de orde geweest in de presentatie van Rens Servais.
  • Jan Peter de Vries vraag zich af of er bij een damwand in de buitenkruin, in combinatie met een restprofiel, geen rekening zou moeten worden met de fase na het optreden van het hoogwater. Vanwege de beperkte nog beschikbare tijd zal toelichting op deze vraag worden gezocht buiten het overleg.
  • Rens Servais suggereert ten slotte nog  om ervaringen te gaan delen over het modelleren van opdrijfsituaties en over het oplossen van de numerieke problemen die daarbij ontstaan door de lage effectieve spanningen.


  • No labels