In dit document wordt de methode beschreven zoals toegepast bij de berekening van de kwaliteit van de Nederlandse regionale KRW-waterlichamen in het kader van de ex-ante evaluatie van de 2de stroomgebiedbeheerplannen, geldend voor de periode 2016-2021.
Voor de ex-ante-evaluatie van de meststoffenwet ub 2016 is een analyse uitgevoerd van de gevolgen van drie mestbeleidscenario's voor de meststromen in de landbouw en van de milieukwaliteit. In het P-rechtenscenario en het NP-scherpscenario zijn verdere aanscherpingen van de gebruiksnormen opgenomen. Als referentiescenario is het 4de AP als uitgangspunt gekozen. De modeluitkomsten tonen dat in 2027 de nitraatconcentraties lager liggen en de oppervlaktewaterkwaliteit is verbeterd ten opzichte van de situatie in 2013. Het scenario P-rechten leidt nog niet overal tot het realiseren van de nitraatdoelstelling en doelbereik oppervlaktewater. Met het scenario NP-scherp verbetert de nitraatconcentratie in het grondwater in het zuidelijk zandgebied duidelijk, maar wordt gebiedsgemiddeld de drinkwaternorm van 50 mg/L nog overschreden, Het effect van de scenario's op het doelbereik van de oppervlaktewaterkwaliteit is beperkt.
Nederland heeft in de nieuwe stroomgebiedbeheerplannen voor de periode 2015-2021 vastgelegd welke maatregelen het wil nemen om de einddoelen te halen die het zich binnen de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) heeft gesteld. Uit deze ex ante evaluatie van het PBL blijkt dat de waterkwaliteit en de inrichting van de watersystemen met de voorgestelde maatregelen wel verbeteren, maar dat deze in veel wateren nog onvoldoende zijn om de ecologische einddoelen te halen.
Het Landelijk KRW-Verkenner Model (LKM), versie 2.0, is gekalibreerd op afbraakconstantes en temperatuurcoëfficiënten van het gemodelleerde eerste orde afbraak proces van N-totaal en P-totaal in oppervlaktewater, en vervolgens gevalideerd. Beschreven worden de opzet en de resultaten van kalibratie en validatie.
Het Landelijk KRW-Verkenner Model (LKM) is op een aantal punten verbeterd en opnieuw gevalideerd. Beschreven wordt de uitvoering van de verbeteringen en de resultaten van de validatie van de nieuwe versie 1.1 van het LKM. Aanbevelingen worden gedaan hoe om te gaan met de belangrijkste resterende knelpunten.
Deze rapportage beschrijft de koppeling tussen enerzijds de hydrologie: Deltamodel, Landelijk Hydrologisch Model (LHM) en Landelijk Sobek Model (LSM) en anderzijds de waterkwaliteit: KRW-Verkenner / Landelijk KRW-Verkenner Model (LKM) en STONE. De koppeling heeft geleid tot een verbetering van de actualiteit, reproduceerbaarheid en kwaliteit van de waterkwaliteitsberekeningen die met de KRW-Verkenner kunnen worden gemaakt. Uit modeltesten is gebleken dat de modelresultaten goed en robuust zijn. De meeste verbeterpunten die tijdens het testen naar voren zijn gekomen, zijn opgelost binnen het project.
Het Beleidsprogramma Rijkswateren (BPRW-2) beschrijft de toestand van de Rijkswateren en de maatregelen die voor de Kaderrichtlijn Water na 2015 in deze wateren zullen worden genomen. Met de KRW-Verkenner zijn de maatregelen doorgerekend om ze te kunnen beoordelen op hun effectiviteit voor het verbeteren van de ecologische toestand van de waterlichamen. De resultaten laten zien dat voor de waterplanten en de vissen een verbetering van de ecologische toestand van het waterlichaam als geheel te verwachten is. De verschillen tussen de berekeningswijze van de EKR-scores met de KRW-Verkenner en de berekeningswijze op basis van metingen wordt bediscussieerd. Er worden aanbevelingen gedaan om beide methoden meer op elkaar af te stemmen.
De KRW Verkenner is aangepast voor gebruik door de regionale diensten van Rijkswaterstaat. Dit bestond uit het maken van de invoer voor de KRW Verkenner in de vorm van ecotoop-kaarten van de Rijkswateren, het vertalen van maatregelen uit de stroomgebiedbeheerplannen 2009-2015 naar ecotopen, en het schatten van de kwaliteit van afzonderlijke ecotopen. Vervolgens zijn de maatregelpakketten voor de stroomgebiedbeheerplannen 2009-2015 zijn doorgerekend. De resultaten tonen dat de maatregelen leiden tot aanzienlijke veranderingen in de oppervlaktes aan KRW-relevante ecotopen en tot kleine veranderingen in de EKR-scores van de waterlichamen. De oorzaken hiervan worden besproken. Er zijn aanbevelingen geformuleerd voor het beter laten aansluiten van de KRW-Verkenner op de maatregelen, monitoring en beoordeling voor de Kaderrichtlijn Water.
Deze pilotstudie test tegelijkertijd de werking van de KRW-V 2.0 én stelt een landelijke prognose op van de effecten van voorgenomen emissie-reducerende maatregelen van nutriënten op de oppervlaktewaterkwaliteit van Nederland.
De KRW-V is in dit project ingezet om de emissies uit EmissieRegistratie te verdelen over de KRW-waterlichamen. Hiervoor is de KRW-V aangepast zodat chemische stoffen doorgerekend kunnen worden. Dankzij de KRW-V kon er rekening gehouden worden met retentie, afbraak en voorbelasting. Dit document beschrijft de werkwijze van de stoffen-inventarisatie en de aanpassingen van de KRW-V. Daarnaast wordt ook aangetoond dat in 50% van de waterlichamen de belasting voor bijna 100% uit voorbelasting bestaat.
In deze studie is de KRW-V ingezet om de potentiële bijdragen van een aantal innovatieve landbouwmaatregelen op nutriënten reductie bovenop het Stroomgebiedsbeheerplan-maatregelenpakket door te rekenen. De effecten zijn doorgerekend op landelijke schaal. De volgende ingrepen zijn doorgerekend:
Op landelijk schaal dragen de maatregelen relatief weinig bij bovenop het SGBP pakket, maar op lokale schaal kunnen reducties behaald worden tot 25% bij fosfaat en 15% bij stikstof bovenop het SGBP pakket.