Voor de aspecten BasisKustLijn, morfodynamiek, kustlijn
ontwikkeling, uitgevoerde suppleties en gebruikersfuncties is data verzameld. De data is zoveel
mogelijk toegevoegd aan de OpenEarth database (openearth.deltares.nl), die via
internet toegankelijk is. Aanvullend is de data zoveel mogelijk in beeld
gebracht via Google Earth en Google Maps bestanden, eveneens toegankelijk via
het internet. Waar nodig zijn aanvullende programma's (voornamelijk Matlab
script) gebruikt om de data in beeld te brengen.
_____________________________________________________________________________
Toelichting Google
Earth: Middels de 'tijdbalk' linksboven kan gekozen worden welk jaar men in
beeld wil brengen, zie toelichting in onderstaand figuur.
Toelichting Google
Maps: Bij het openen van deze internet pagina komt (na inzoomen) het volgende
kaartbeeld op het scherm. Door met de muis op een ballon (Jarkusraai) te
klikken wordt het profiel na enige tijd op het scherm geplot (tesamen met
andere figuren die voor dit project niet gebruikt zijn).
_____________________________________________________________________________
In onderstaande figuur staat
toegelicht hoe de MomentaneKustLijn afgeleid kan worden uit het gemeten
kustprofiel.
In het volgende figuur staat
aangegeven hoe in 1990 de BasisKustLijn bepaald is en hoe in de daaropvolgende
jaren de TeToestenKustLijn is afgeleid. Voor verdere toelichting over het
bepalen van de MomentaneKustLijn en TeToetsenKustlijn wordt verwezen naar de
toelichting in het Kustlijnkaartenboek (hoofdstuk 3).
In principe is de berekende
BasisKustLijn (10 jarige trend over de periode 1980-1989) de te handhaven norm
en dient deze vastgehouden te worden. Hierop zijn echter een aantal
uitzonderingen gemaakt. Deze uitzonderingen worden in de FACTSHEET per locatie
toegelicht. De informatie met betrekking tot de vaststelling en latere
aanpassingen van de BasisKustLijn is afkomstig uit de volgende rapportages:
Deze rapportages zijn niet
digitaal beschikbaar, een beknopte samenvatting van deze rapporten kan via
onderstaande link wel bekeken worden:
Samenvatting BKL vaststellingen.doc
In een aantal regio's zijn
aanvullende afspraken gemaakt over het handhaven van de BasisKustLijn. Ook deze
worden in de FACTSHEET
toegelicht.
Vaklodingen
Vanaf 1926 worden met enige regelmaat Vaklodingen uitgevoerd. Uit de vakloding
van een enkel jaar kan de morfologie afgeleid uit. Uit vaklodingen van
opeenvolgende jaren kan de morfologische ontwikkeling afgeleid worden.
Als voorbeeld staat in
onderstaande figuur een vakloding uit 1989 van de kop van Ameland. De kleuren
geven de diepten weer (meters ten opzichte van NAP), blauw voor diepten beneden
NAP en bruin/groen voor diepten boven NAP (zie legenda). De morfologie van de
geulen en de strandvlakte (strandhaak) is duidelijk zichtbaar.
In de volgende figuur staat de
vakloding uit 2001. Vergelijking met de vorige figuur laat de Oostwaartse
verplaatsing van de strandhaak zien. In het Oosten is er sprake van
sedimentatie, in het westen van erosie.
JARKUS-metingen
Jaarlijks wordt voor iedere kustraai het dwarsprofiel gemeten. In onderstaand
figuur staat als voorbeeld het profiel voor een raai bij Noordwijk weergegeven.
Op de x-as staat de afstand ten opzichte van de RijksStrandPaal (RSP), links de
landwaartse zijde en rechts de zeewaartse zijde. Op de y-as staan de
jaartallen. De diepte/hoogte (meters ten opzichte van NAP) staat in kleur
weergegeven (blauw/paars voor beneden NAP, groen/bruin/wit voor boven NAP). In
een horizontale lijn kan nu het profiel bij het betreffende jaar afgelezen
worden (zie voorbeeld 2005).
Uit de opeenvolgende profielen in y-richting (jaren) kan de morfologische ontwikkeling afgeleid worden. Dit staat in de volgende figuren toegelicht. In het eerste figuur staat de positie van een zandbank (=ondiepte, witte vlek) in 1994 en 2000 aangegeven. De zandbank heeft zich over deze periode zeewaarts verplaatst.
De verplaatsing van deze zandbank
en andere zandbanken staat in de volgende figuur schematisch ingetekend.
Als er sprake is van een erosieve
trend van een stuk kust (terugtrekkende kustlijn), kan dat uit deze profielen
afgeleid worden, zie het volgende figuur.
Eveneens kan een meer cyclische
ontwikkeling op basis van deze figuren vastgesteld worden, zie het volgende
figuur.
De ontwikkeling van een geul
(diepte - paarse kleur) kan uit deze figuren gevolgd worden. In onderstaand
figuur staat de verdieping (van blauw naar paars) en de geulopdringing
(landwaartse verplaatsing) aangegeven. Na verloop van tijd wordt de
verplaatsing tegengegaan door het uitvoeren van suppleties.
Ook het effect van suppleren op
de morfodynamiek kan uit deze figuren afgeleid worden: Door het uitvoeren van
een strandsuppletie wordt de 0-meter NAP dieptelijn in het jaar waarin
gesuppleerd wordt zeewaarts 'verlegd' (kustuitbouw, aangegeven in onderstaand
figuur). In de daaropvolgende jaren zal de suppletie eroderen waardoor de
0-meter NAP dieptelijn zich weer geleidelijk landwaarts zal verplaatsen,
eveneens aangegeven in onderstaand figuur met zwarte lijn. Deze plotselinge
kustuitbouw en vervolgens weer geleidelijke terugtrekking wordt ook wel
aangeduid met het 'zaagtand' effect van suppleties.
Op deze wijze kan uit de figuren
de morfologische ontwikkeling (verplaatsing dieptelijnen, ondiepte (zandbanken)
en diepten (geulen)) afgeleid worden.
Sinds het midden van de 19-de
eeuw wordt jaarlijks de positie van de duinvoet, de gemiddelde laagwater lijn
en de gemiddeld hoogwaterlijn ingemeten. Vanaf 1965 worden deze afgeleid uit de
JARKUS-metingen. In onderstaand figuur staat als voorbeeld de positie van de
duinvoet (rood), de gemiddeld laagwater lijn (blauw) en de gemiddelde hoogwater
lijn (groen) in 1880. In het tweede figuur staan de posities in 1960. Met witte
pijlen staat de zeewaartse verplaatsing van de duinvoet (uitbouw duinen) en
landwaartse verplaatsing laagwaterlijn (erosie strandhaak).
In de 'tijdbalk' (linksboven in
Google Earth) kan gekozen worden welk jaar men in beeld wil brengen, zie de
toelichting in paragraaf Data verzameling & ontsluiting.
Via het keuzemenu (links in
Google Earth) kunnen desgewenst een x-aantal jaren geselecteerd worden (zie
onderstaand figuur). Door het tijdvenster voldoende groot te kiezen, kunnen
kustlijnposities voor verschillende jaren in 1 figuur weergegeven worden.
Als voorbeeld staat hieronder de
duinvoet positie voor 1880 en 1960 weergegeven. In deze periode heeft de
duinvoet zich zeewaarts verplaatst (uitbouw), dit staat met witte pijl
aangegeven in dit figuur. De Google Earth toepassing is gemaakt om de
ontwikkeling in de tijd als 'film' te bekijken. Hierdoor is voor de duinvoet,
gemiddeld laag water en gemiddeld hoogwater een constante kleur gekozen. Voor
de geselecteerde figuren in de FACTSHEETS heeft dit als nadeel dat uit het
figuur zelf niet valt af te leiden welke lijn bij welk jaartal hoort. De
verplaatsing tussen twee jaren staat in de toelichtende tekst (en figuurtitel
vermeld), zodoende is duidelijk welke van de twee lijnen bij welk jaartal
hoort.
Duinvoet zeewaarts 1880-2007
MomentaneKustLijn,
TeToetsenKustLijn en BasiskustLijn
Uit de jaarlijks gemeten dwarsprofielen kan de MomentaneKustLijn en de
TeToestenKustLijn afgeleid worden (zie figuren onder paragraaf Vaststelling
BasisKustLijn). Voor iedere Jarkusraai is de positie van deze kustlijnen
uitgezet tegen de tijd, zie onderstaand voorbeeld. Net als uit de
dwarsprofielen valt uit deze figuren terugtrekking, uitbouw en het
zaagtandeffect waar te nemen.
De positie van de kustlijnen zijn
tevens in kaarten weergegeven, zie onderstaande kaart. De paarse lijn geeft de
BasisKustLijn weer. De TeToetsenKustLijn wordt door de balkjes weergegeven: De
rode balkjes geven een overschrijding aan (de TeToetsenKustlijn ligt landwaarts
van de BasisKustLijn), de groene balkjes een onderschrijding (de
TeToetsenKustlijn ligt zeewaarts van de BasisKustLijn). De gele balkjes geven
de positie van de TeToetsenKustlijn over 2 jaar weer (extrapolatie van de trend
over de afgelopen 10 jaar).
De suppletiedatabase is eveneens
weergegeven in Google Earth. Voor een bepaald jaar of een periode van een
aantal jaar kan (kunnen) de suppletielocatie(s) op een kaart weergegeven
worden. Een onderwatersuppletie is groen, een strandsuppletie rood. Het
oppervlak op de kaart is representatief voor het volume. Door op het symbool
van de suppletie te klikken wordt informatie over de suppletiegegeven (zoals
jaartal, locatie, volume) weergegeven.