Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Binnen het Nationaal Water Model (NWM) behandelt het onderdeel Zoetwater (ZW) alle ter ondersteuning van beleidsvragen de zoetwatervoorzieningsvraagstukken op nationaal niveau in Nederland. Hierbij gaat om om zowel grondwater- en als oppervlaktewatersystemen van Nederland. (Extra uitleg: waar is dit voor nodig?)

Het onderdeel Zoetwater bestaat uit een keten van modellen die offline informatie aan elkaar doorgeven. De workflow van het Het Landelijk Hydrologisch Model (LHM) vormt hierbij de basis van alle berekeningen en voorziet de workflows van het Landelijk SOBEK Model (LSM) en het Landelijk SOBEK Model Light (LSM Light) van randvoorwaarden. Voor een totaal overzicht zie figuur X.
Korte uitleg van de verschillende modellenOutput van het LSM wordt ook gebruikt om gegevens voor de KRW-Verkenner te genereren, met behulp van de module WQINT, daarnaast wordt uitvoer van het LHM gebruikt om de effectmodule AGRICOM te voeden.

Het LHM is het geïntegreerd landsdekkende grond- en oppervlaktewater model van Nederland. Het model is ontwikkeld door Rijkswaterstaat, STOWA, PBL, Deltares en Alterra en LHM - bevat het landelijk NHI. NHI wordt beheerd door het NHI consortiumhttp://www.nhi.nu/. LHM is opgebouwd uit 4 gekoppelde modellen:

  1. MODFLOW voor de verzadigde zone (grondwater);
  2. MetaSWAP voor de onverzadigde zone;
  3. MOZART voor het regionale oppervlaktewater;
  4. Distributiemodel (DM) voor het landelijke waterverdelingsnetwerk.

In het LHM is Nederland geschematiseerd in cellen van 250 x 250 meter in de horizontaal en heeft in de verticaal 7 modellagen voor de ondergrond en bodemcompartimenten (MODFLOW en MetaSWAP). Voor het oppervlaktewater worden circa 8500 afwateringseenheden onderscheiden (MOZART), die weer in connectie staan met circa 250 grotere regionale eenheden (districten) die gekoppeld zijn aan het landelijke waterverdelingsnetwerk (DM).

Met het LSM kunnen meer gedetailleerde berekeningen in het oppervlaktewater uitgevoerd worden. Het LSM Light bestaat uit een subset van de locaties van het LSM om snellere berekeningen mogelijk te maken.

Voor een overzicht van hoe de modellen met elkaar gekoppeld zijn, zie figuur 2.1.

Binnen het onderdeel Zoetwater zijn negen scenario's beschikbaar, de referentie situatie uit 2015 en acht klimaatscenario’s: 2050 en 2085 Druk, 2050 en 2085 Rust, 2050 en 2085 Warm, 2050 en 2085 Stoom.

Een overzicht van de workflows die bij deze scenario's horen staan beschreven op de pagina Workflows Zoetwater. Een overzicht van de invoer en uitvoerparameters die bij deze workflows horen, zijn terug te vinden op de pagina's Invoerparameters Zoetwater en Uitvoerparameters Zoetwater

 

 

 

Figuur X2.1. Overzicht van de modellen en modules in de workflows van Zoetwater.