Column | ||
---|---|---|
| ||
Het RWES
De drie onderdelen van het RWES (Aquatisch, Oevers en Terrestrisch) worden van elkaar onderscheiden op basis van de hydrodynamische gradiënt: van permanent overstroomd naar overstromingsvrij (zie Figuur 1). De expliciete indeling naar watersystemen (rivieren, getijdenwateren, meren en kanalen) op basis van positionele factoren (stromingsrichting en zoutgehalte) wordt alleen toegepast in RWES-Aquatisch. In RWES-Oevers en RWES-Terrestrisch worden deze grenzen enkel meegenomen vanuit praktisch oogpunt: de begrenzing tussen de verschillende RWES systemen. De positionele factoren worden dus niet gebruikt in de ecotopenclassificering. Alle drie de RWES-systemen maken gebruik van de conditionele factoren:
De conditionele factoren zijn de basis voor de ecotoopclassificicatie. Een verfijning van ecotopen wordt gehanteerd in RWES-Aquatisch en RWES-Oevers: door het gebruik van eco-elementen wordt de status van een aantal operationele factoren, zoals zuurstofrijkdom en nutriënt beschikbaarheid, afgeleid.
Figuur 1: overzicht van de hydrodynamicsche grenzen tussen RWES-Aquatisch, RWES-Oevers en RWES-Terrestrisch (naar voorbeeld van Willemsen et al. (2007)).
Op basis van de conditionele factoren, en soms uitgebreid met eco-elementen, worden ecotopen gedefinieerd. Onderstaande 'Mondriaan'- figuur geeft de structuur van de ecotopenclassificatie weer. Figuur 2: 'Generiek' Mondriaan figuur. De categorie "Hoofdsysteem" heeft de klasses "Aquatisch", "Oevers" en "Terrestrisch". De categorie "Ecotopengroep" splitst deze klasses verder op in:
Vervolgens wordt het Ecotoop ecotoop benoemd en worden de daarbij behorende indelingskenmerken en eventueel het eco-element gepresenteerd. Figuur 2: 'Generiek' Mondriaan figuur.
Per Hoofdsysteem worden de bijbehorende ecotopen op de pagina's 'RWES-Aquatisch' 'RWES-Oevers' en 'RWES-Terrestrisch' verder behandeld. |
...