In deze sectie staan de testresultaten van de werkzaamheden voor release 1.3 OP (VERSIE 29 JUNI 2016):
Pre-conditie voor het uitvoeren van een workflow is dat alle voorgaande workflows (, als onderdeel van een serie workflows met afhankelijkheid van invoerdata) , succesvol zijn afgerond. In de testbevindingen kan het voorkomen dat een tussenliggende workflow later opnieuw is uitgevoerd om een specifieke verbetering te testen. Indien zo'n verbetering impact heeft op de vervolg workflows zijn , dan zijn ook deze workflows opnieuw getest.
Aanleiding voor deze release is het doorvoeren van een correctie op de afvoerreeksen Monsin en Lobith. Dit heeft impact op de randvoorwaarden voor LHM, LSM en LTM ,de afvoer van zijrivieren en buiten . Buiten het NWM om voor heeft dit impact op de berekende chloride-concentratie chlorideconcentratie, die als input dient voor LHM.
...
Aan het NWM is een testprotocol voor het NDB-model toegevoegd. In eerste instantie is een bestaand NDB-scenario ingebouwd in NWM. Dit betreft het "LSM-light 2014" scenario, waarvoor de modelresultaten beschreven zijn in memo 1230058-001-ZWS00004 (van Frans Buschman en Edwin Snippen d.d. 31 mei 2016). Dit model heeft ongecorrigeerde afvoerreeksen. De simulatieperiode is 1-1-2001 t/m 1-1-2007. In het testprotocol wordt alleen het jaar 2003 beschouwd, omdat in september/oktober van 2003 een extreme situatie optrad met een enorme zoutindringing in het Noordelijk Deltabekkengebied.. Op een drietal plaatsen (Krimpen aan den IJssel, Bernisse en Bergambacht) zijn de waterstanden en zoutconcentraties vergeleken. Tevens wordt de modelresultaten gecontroleerd voor het Volkerak-Zoommeer. De resultaten moeten identiek zijn aan het bestaande NDB-scenario dat buiten NWM (stand-alone) heeft gedraaid, zie ook het protocol voor Configuratie update (groot).
Zodra dit scenario succesvol is uitgevoerd, zullen de gecorrigeerde afvoerreeksen in het model gezet. Dan zullen de modelresultaten global beoordeeld worden op plausibiliteit, omdat er geen directe vergelijing meer mogelijk is met een bestaand scenario buiten het NWM. Met andere woorden, zijn de veranderingen in modelresultaten plausibel ten gevolge van de gewijzigde afvoeren? Is de zoutindringing vanuit zee hoger/lager, omdat de riviereafvoeren lager/hoger zijn? EtcDit is geen onderdeel van deze release, waarbij alleen een NDB model opgenomen zal worden in NWM.
Toelichting voor de 'Vervanging van afvoerreeksen':
De afvoerreeks voor Lobith, Monsin en van zijrivieren zijn gecorrigeerd. Deze met GRADE berekende afvoeren zijn aangepast om voor de referentiesituatie een betere overeenkomst met metingen te hebben. Testprocedure: de De nieuwe afvoerreeksen worden eerst buiten NWM (lees FEWS) vergeleken met de oorspronkelijke afvoerreeksen. Als dit akkoord wordt bevonden, dan kunnen vervolgens de nieuwe afvoerreeksen in het NWM gezet worden. Dit betekent dat de modelresultaten voor LHM, LSM, LSM Light en LTM Light zullen veranderen. Met het LSM model zijn geen testen uitgevoerd. Voor LSM Light en LTM Light zijn alleen de scenarios REF2015S0 en W2085S0 getest.
...
- de Mozart LSW locaties zijn op de T-omgeving uit de database gehaald; en
- de filters voor de LSW's zijn op de T-omgeving uit de database verwijderd.
Voorafgaande aan deze twee opschoonacties was het geheugengebruik voor de tijdreeksen ongeveer 620 MB. Na de hierboven genoemde twee opschoonacties is dit gereduceerd tot 335 MB. Hierdoor is de NWM-performance verbeterd. Dit blijkt uit de onderstaande twee figuren, waarbij het geheugengebruik voor de tijdreeksen ongeveer in het midden van het scherm vermeld staat. Hierdoor is de NWM-performance verbeterd.
Figuur met geheugengebruik VOOR de opschoonacties
...
1) Bij W2085 scenario's is geconstateerd dat WH scenario gebruikt is i.p.v. WHDRY scenario. Gecorrigeerde simulaties ( op basis van WHDRY) zijn inmiddels opgestart, maar die zijn nog niet voltooid. Daarom zijn tot nu toe alleen de T-testen uitgevoerd voor de W2085 scenario's.
2) bij LSM Light W2085 8 extra Bij LSMLT W2085 zijn er acht extra Locatie id's (nu 1731) en twee extra parameters id's (nu 21) en twee extra module instanties (nu 5).
De twee extra module instanties zijn: ZW_LSMBoundariesImport_W2085S0 en ZW_ImportMeteo_W2085S0. Dit is conform het protocol en dus akkoord.
De twee extra parameters id's zijn: P.m (neerslag) en Q.uh. Dit is conform het protocol en dus akkoord .
De acht extra locaties id's zijn: KNMI en zeven LSM_RND_XXX locaties, omdat de LSM_boundaries zijn aangepast. Dit is ook conform het protocol en dus akkoord.
3) bij Bij ZW_LHM_REF2015 is het aantal locaties id's (4872) fors verschillend van de waarde in de tabel Testwaarden Zoetwater (13472), omdat de database opgeschoond is (zie 'Verbetering van de NWM-performance'). Omdat alle andere parameters wel kloppen en er een verklaring voor het verschil is, is deze test goedgekeurd. Het voorstel is om het Aanbeveling: Het protocol aan te passen op dit onderdeel.
4) Bij ZW_LTMLT REF2015 zijn er meer locatie id's (277 om 262) en meer module instanties (7 om 4). Bij ZW_LTMLT W2085 zijn er meer locatie id's (277 om 262) en meer module instanties (9 om 4). Bij de ZW_LTLMT scenario's zijn er maximaal 13 module instanties. Het aantal kan varieren, dat wat van een aantal factoren waaronder de modelaanpassingen afhangt. Omdat het aantal module instanties in de te verwachten interval (tussen 4 en 13) ligt, zijn deze testen goedgekeurd. Aanbeveling: Het voorstel is om het protocol aan te scherpen op dit onderdeel.
...