Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

In diverse studies wordt chlorofyl-a beschreven als belangrijkste stuurvariabele voor het voorkomen van submerse macrofyten in meren (Portielje, 2005; Penning et al., 2006; M. van den Berg, in prep). Chlorofyl-a beïnvloedt doorzicht en zo ook lichtintensiteit op de bodem van het meer. Bovendien is de invloed van de stuurvariabele fosfaat, en in mindere mate stikstof, op de EKR van macrofyten voornamelijk te wijten aan de ontwikkeling van algen (chlorofyl-a) bij hoge fosfaatconcentraties. De invloed van de belangrijkste fysisch-chemische stuurvariabelen loopt dus indirect via de abundantie van chlorofyl-a (Portielje, 2005). Vanuit deze optiek zou het zinvol zijn om in de Verkenner de EKR-verwachting voor macrofyten in meren te koppelen aan de rekenregels voor fytoplankton. Aanvullend zullen rekenregels opgesteld moeten worden voor de hydromorfologische stuurvariabelen oeververloop, diepte en substraatsamenstelling.

De correlatie van ecologische kwaliteit van macrofyten met chlorofyl-a is bestudeerd voor gegevens uit de Limnodata (Figuur 2 & 3). Uit de analyse van deze data zijn geen rekenregels af te leiden, omdat de regressiecoëfficiënt erg laag is (Figuur 2, R2=0.0137). Wanneer de analyse gedaan wordt aan de 95-percentielen van de gemeten waarden voor de aangepaste kwaliteitsrange (Figuur 3), wordt een correlatie met een hogere regressiecoëfficiënt (R2=0.715) gevonden. Omdat de analyse aan gecorrigeerde data is gedaan, kan ook deze rekenregel niet toegepast worden in de Verkenner. Wellicht dat in een later stadium van de Verkenner, wanneer meer data voor macrofyten beschikbaar is, een rekenregel voor chlorofyl-a als directe stuurvariabele voor EKR van macrofyten opgesteld kan worden. Vooralsnog lijkt het koppelen van de EKR van fytoplankton aan die van macrofyten het beste alternatief.

...