Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...


 
De hydrograaf van meetstation Maxau (Z. Duitsland) is typisch voor het regime van de bovenloop van de rivier. In de zomerperiode is de afvoer hoog, in de winter laag. Het regime wordt voor het grootste deel bepaald door de sneeuwval in de winter. De sneeuw in de winter komt pas in het voorjaar tot afvoer, waardoor de afvoer laag blijft in de winter.  De sneeuwsmelt samen met regen zorgt voor hogere afvoeren in de lente en vroege zomer. Verder stroomafwaarts neemt de invloed van regenval in de winter periode toe, waardoor de winterafvoer bij Lobith uiteindelijk een stuk groter is dan de zomerafvoer. Verder blijkt ook uit deze figuur dat de invloed van het deel van het stroomgebied benedenstrooms van Maxau gedurende de (late) zomer gering is. In die periode komt verreweg het grootste deel van de afvoer uit het zuidelijke hoge deel van het stroomgebied. In de winter domineert het water afkomstig uit het benedenstroomse deel de afvoer bij Lobith. Omdat de Rijn een combinatie is van een door sneeuwsmelt gedomineerde rivier in de bovenloop en een door winterregenval gedominerde rivier in de benedenloop is de dat de afvoer bij Lobith over het gehele jaar genomen tamelijk gelijkmatig verdeeld.


Lage afvoeren 

In droge zomerperiodes wordt de afvoer van de Rijn merendeels bepaald door de afvoer uit het zuidelijke deel van het stroomgebied. De volgende figuren illustreren dit. De figuren laten de afvoer van de verschillende zijrivieren zien in vergelijking met de afvoer uit de Alpenlanden en Z. Duitsland.  
 
 
 
 
 
 
 Op jaarbasis komt in 1976 ongeveer tweederde van het water uit het zuiden. De hydrografen laten zien dat in de droogste periode nagenoeg alle water (meer dan 90%) bij Lobith uit de Alpenlanden komt.

Hoge afvoeren

Gedurende hoge afvoeren is het beeld geheel anders. Hoge afvoeren komen met name voor in de winter periode. De onderstaande figuur laat de opbouw van de afvoer zien gedurende de hoogwatergolf van januari 1993.
 De figuur laat duidelijk zien dat een groot deel van het water gedurende deze periode deze hoogwatergolf uit het gebied tussen Kaub en Keulen komtkwam. De Moezel is in dit traject de belangrijkste zijrivier.  De taart hieronder laat het aanbdeel aandeel van de verschillende zijrivieren zien.  Ten opzichte van de herkomst van het water bij lage afvoeren valt op dat het aandeel uit Zwitserland zo klein is ten opzichte van de ander rivieren.   Image Added

Hoe vaak komen lage en hoge afvoeren voor

Lage afvoeren

Lage afvoeren gaan gepaard met lage waterstanden en kleine vaardieptes. Dit betekent dat de scheepvaart gedurende zulke periodes minder lading kan vervoeren. Gedurende laagwater nemen de concentraties van stoffen in het water toe en neemt de waterkwaliteit af. Met name gedurende de zomerperiode neemt de temperatuur van het rivierwater toe. Het rivierwater warmt verder op omdat gedurende zulke periodes aanzienlijke hoeveelheden van het water voor koelwater worden gebruikt. Verder is er water in het westen van Nederland nodig voor de watervoorziening. Rvierwater wordt ingelaten om polders door te spoelen