...
Station | River | Grootte Stroomgebied | Gemiddelde Jaar afvoer*(m³/s)* | Hoogst gemeten afvoer sinds 1900 |
Lobith | Rijn | 160 000 | 2300 | 11 000 (1995), |
Basel | Rijn | 35 000 | 1100 | 5100 (1999), |
Borgharen | Maas | 21 000 | 230 | 3000 (1993), |
De Rijn
Voor de analyse van herkomst van het water in het Rijngebied kan het gebeid in een paar grote deelstroomgebeide worden ingedeeld. De onderstaande figuur laat deze gebieden in verschillende kleuren zien. De cirkeldelen met de getallen 1-5 geven de looptijd van het water tot Lobith in dagen aan. Zo zal water dat in het gebeid tussen de lijn met (2) binnen 2 dagen langs Lobith stromen.
De verschillen in afvoer tussen de stations Rheinfelden, Worms, Mainz, Koln en Lobith kunnen worden gebruikt om de herkomst van het water te analyseren.
Gemiddelde afvoeren
Dat de afvoer van de Rijn een combinatie is regen en sneeuwsmelt blijkt wel uit de onderstaand figuur die de gemiddelde herkomst van de afvoer bij Lobith laat zien Het station Maxau representeert het zuidelijke deel van het stroomgebied, Z duitsland en de Alpen. .
De hydrograaf van meetstation Maxau (Z. Duitsland) is typisch voor het regime van de bovenloop van de rivier. In de zomerperiode is de afvoer hoog, in de winter laag. Het regime wordt voor het grootste deel bepaald door de sneeuwval in de winter. De sneeuw in de winter komt pas in het voorjaar tot afvoer, waardoor de afvoer laag blijft in de winter. De sneeuwsmelt samen met regen zorgt voor hogere afvoeren in de lente en vroege zomer. Verder stroomafwaarts neemt de invloed van regenval in de winter periode toe, waardoor de winterafvoer bij Lobith uiteindelijk een stuk groter is dan de zomerafvoer. Verder blijkt ook uit deze figuur dat de invloed van het deel van het stroomgebied benedenstrooms van Maxau gedurende de (late) zomer gering is. In die periode komt verreweg het grootste deel van de afvoer uit het zuidelijke hoge deel van het stroomgebied. In de winter domineert het water afkomstig uit het benedenstroomse deel de afvoer bij Lobith. Omdat de Rijn een combinatie is van een door sneeuwsmelt gedomineerde rivier in de bovenloop en een door winterregenval gedominerde rivier in de benedenloop is de dat de afvoer bij Lobith over het gehele jaar genomen tamelijk gelijkmatig verdeeld.
...
Hoge afvoeren komen met name voor in de winter periode. De onderstaande figuur laat de opbouw van de afvoer zien gedurende de hoogwatergolf van januari 1993.
De figuur laat zien dat een groot deel van het water gedurende deze hoogwatergolf uit het gebied tussen Kaub en Keulen kwam. De Moezel is in dit traject de belangrijkste zijrivier. De taart hieronder laat het aandeel van de verschillende zijrivieren zien. Ten opzichte van de herkomst van het water bij lage afvoeren valt op dat het aandeel uit Zwitserland klein is ten opzichte van de ander rivieren.
Overzicht van de belangrijkste hoogwaters in de Rijn
De verschillende hoogwaters gedurende de afgelopen eeuw blijken een verschillende opbouw te hebben. Onderzoekers uit Duitsland hebben dit voor de belangrijkste hoogwaters van de Rijn geanalyseerd. De onderstaande figuur laat de uitkomst van deze analyse zien. Van beneden naar boven toont de figuur de opbourw van het hoogwater voor de verschillende stations. De lengte van de rode balken representeert de grootte van de piekafvoer bij het station; het oppervlak van de cirkel de totale afvoer gedurende het hoogwater; de schijven het relatieve aandeel van de verschillende bovenstroomse gebieden.
Uit het overzicht kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
- Het gebied tussen Mainz en Koln is voor extreem hoogwater in Lobith de belangrijkste bron (oranje taartpunt)
- Het totale volume van de afvoergolf zegt niet alles over de grootte van de piek (vergelijk 1983(mei) met o.a. 1988)
- Het aandeel van het zuidelijke deel van het stroomgebeid is relatief klein (roze taartpunt)