Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

home

scrollbar

Strandgaper - Mya arenaria

...

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Strandgaper - Mya arenaria

Regio

Nederland, Europa, invasief in passifische kust van Noord Amerika

Watersysteem

zee

Natuurparameter

weekdieren

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Column
width20%

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De Strandgaper is zo genoemd omdat zijn grote schelphelften niet helemaal op elkaar aansluiten en ze hierdoor een beetje open staan. Strandgapers zijn van oorsprong Amerikaans en zijn in de 16e-17e eeuw door de Vikingen vanuit Noord-Amerika naar Europa gebracht #1. De Strandgaper strandgaper is een soort die vooral voorkomt in het intergetijdengebied en leeft in een verticale positie op een diepte van maximaal 40 cm diep in het sediment (afhankelijk van leeftijd en de lengte van de adembuizen (siphons)). In het Veerse Meer echter liggen de individuen om een onverklaarbare reden bovenop het sediment #2.

...

De Strandgaper is een echte euryhaline soort die kan voorkomen bij lage zoutgehalten (vanaf 5 promille) en is aangepast aan sterk variërende zoutconcentraties (plotselinge wijzigingen in zoutgehalte tot 18 promille worden overleefd). Op langere termijn moet het zoutgehalte boven 9 promille zijn. Middels logistische regressie op de gegevens in de Westerschelde is er een optimum zoutgehalte gevonden van 18 promille. Bij lagere zoutgehalten dan 10 en hogere zoutgehalten dan 22.5 nam de waarschijnlijkheid van voorkomen van de Strandgaper af#3 #2. Uit . Verder bleek uit de logistische regressieanalyse voor de Westerschelde bleek dat de Strandgaper tot ongeveer 7.5 meter onder het gemiddelde waterniveau voorkomt. Bij uitzondering worden er exemplaren aangetroffen op 10 meter diepte #3 #2.Uit logistische regressie op de Westerschelde data vonden Ysebaert en Meire (1999)#3 . Ook werd bij deze analyse gevonden dat de Strandgaper niet voorkomt bij stroomsnelheden boven 0.7 m/s. lage Lage stroomsnelheden zijn niet beperkend, omdat het voor zijn voedselvoorziening niet afhankelijk is van stroming #3 en #2. De Strandgaper kan namelijk ook eten van algenmateriaal en detritus dat op de bodem is afgezet #2eten. De Strandgaper Verder is de strandgaper goed bestand tegen lage zuurstofgehalten #2.

...

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelzoutgehalte (promiel)typeline
titleZoutgehalte
dataOrientationvertical
typeline
yLabelHGI

zoutgehalte (promiel)

HGI

0

0

5

0

10

1

22.5

1

28

0

Referentie: #2,#3

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeldiepte winter (m)typeline
titleWaterdiepte
dataOrientationvertical
typeline
yLabelHGI

diepte winter (m)

HGI

0

0

0.05

1

3

1

7.5

0

10

0

Referentie: #2,#3

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid (m/s)typeline
titleStroomsnelheid
dataOrientationvertical
typeline
yLabelHGI

stroomsnelheid (m/s)

HGI

0

1

0.6

1

0.8

0

Referentie: #2,#3

Column
width50%

...

(warning) Het model is niet gevalideerd. #1 #2.

Toepasbaarheid

De rekenregels zijn samengesteld uit logistische regressie op de Westerschelde data verkregen door Ysebaert en Meire (1999) #3. Het model is opgezet voor het Veerse Meer #2.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeldproject beschikbaar

Referenties

1

Anchor
1
1
www.ecomare.nl (Strandgaper) 23 november 2012
2
Anchor
2
2
Wijsman, J. Onderzoek naar de toekomstige waterkwaliteit en eccologie van het Veerse Meer. Studie naar het effect van het doorlaatmiddel en aanvullende maatregelen. Deel 2: Opzet en verificatie van de Habitat evaluatie Procedure. WL|Delft Hydraulics. november 2002
3
Anchor
3
3
Ysebaert,T.,Meire,P. Macrobenthos of the Schelde estuary: predicting macrobenthic species responses in the estuarine environment. A statistical analysis of the Schelde estuary macrobenthos within the ECOFLAT project. Report Institute of Nature Conservation IN99/19. Brussel, Belgium. 226 p. 1999