Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

home

scrollbar

Strandgaper - Mya arenaria

...

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Kokkel Strandgaper - Cerastoderma edule Mya arenaria

Regio

Nederland, Europa, invasief in passifische kust van Noord Amerika

Watersysteem

zee

Natuurparameter

weekdieren

Factsheet opgemaakt door

V M. Harezlak en K.E. van de Wolfshaar P. Weeber

Column
width20%

Image Added

www.ecomare.nl

Image Removed

Foto:Erik Veldhuis, Bron: wikipedia

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De strandgaper is Strandgapers zijn van oorsprong Amerikaans en zijn in de 16e-17e eeuw in Europa geïntroduceerd vanuit Amerika. Hij door de Vikingen vanuit Noord-Amerika naar Europa gebracht #1. De strandgaper is een soort die vooral voorkomt in het intergetijdengebied en leeft in een verticale positie op een diepte van maximaal 40 cm diep in het sediment (afhankelijk van leeftijd en de lengte van de adembuizen (siphons)). In het Veerse Meer echter liggen de individuen om een onverklaarbare reden bovenop het sediment #2.

Voedselhabitat en strategie

De standgaper Strandgaper is een filterfeeder en haalt met behulp van zijn siphon (adembuis) micro-organismen (flagellaten) en ditritus detritus uit het water. Daarnaast kan de Strandgaper met zijn siphon voedseldeeltjes van het sedimentoppervlak naar binnen trekken.

Milieurandvoorwaarden

De Strandgaper is een echte euryhaline soort die kan voorkomen bij lage zoutgehalten (vanaf 5 promille) en is aangepast aan sterk variërende zoutconcentraties. Op langere termijn moet het zoutgehalte boven 9 promille zijn. Middels logistische regressie op de gegevens in de Westerschelde is er een optimum zoutgehalte gevonden van 18 promille. Bij lagere zoutgehalten dan 10 en hogere zoutgehalten dan 22.5 nam de waarschijnlijkheid van voorkomen van de Strandgaper af. Verder bleek uit de logistische regressieanalyse dat de Strandgaper tot ongeveer 7.5 meter onder het gemiddelde waterniveau voorkomt. Bij uitzondering worden er exemplaren aangetroffen op 10 meter diepte. Ook werd bij deze analyse gevonden dat de Strandgaper niet voorkomt bij stroomsnelheden boven 0.7 m/s. Lage stroomsnelheden zijn niet beperkend, omdat het voor zijn voedselvoorziening niet afhankelijk is van stroming #3 en #2. De Strandgaper kan namelijk ook algenmateriaal en detritus dat op de bodem is afgezet eten. Verder is de strandgaper goed bestand tegen lage zuurstofgehalten #2.

Milieurandvoorwaarden

Dosis-effect relaties

Oosterschelde

Stroomdiagram

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeldroogvalduur zoutgehalte (%promiel)typeline
titleDroogvalduurZoutgehalte
dataOrientationvertical
typeline
yLabelHGI

Droogvalduur zoutgehalte (%promiel)

HGI

0

0

5

0 .38

10

1

0 22.65

1

20

0.8

30

0.95

35

1.0

40

0.95

50

0.8

60

0.58

70

0.35

80

0.18

90

0.1

100

0.0

Referentie: #1

28

0

Referentie: #2,#3

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeldiepte winter (m)
titleWaterdiepte
dataOrientationvertical
typeline
yLabelHGI

diepte winter (m)

HGI

0

0

0.05

1

3

1

7.5

0

10

0

Referentie: #2,#3

Section
Column
width50%
Chart
type
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid (cmm/s)
linetitleStroomsnelheid
dataOrientationvertical
typeline
yLabelHGI

Stroomsnelheid stroomsnelheid (cmm/s)

HGI

5

0 .25

10 1

0.4

20

0.9

25

1.0

30

0.95

40

0.6

50

0.22

60

0.05

70

0.0

Referentie: #1

6

1

0.8

0

Referentie: #2,#3

Column
width50%

Onzekerheid en validatie

(warning) Het Oosterschelde model en het Waddenzee model zijn is niet gevalideerd #1 #2.

Toepasbaarheid

Het Oosterschelde model kan enkel worden toegepast op de Oosterschelde en het Waddenzee model enkel op de Waddenzee #1De rekenregels zijn samengesteld uit logistische regressie op de Westerschelde data verkregen door Ysebaert en Meire (1999) #3. Het model is opgezet voor het Veerse Meer #2.

Voorbeeld project

Oosterschelde #1 en #2 en Waddenzee #1.Er is geen voorbeeldproject beschikbaar

Referenties

1

Anchor
1
1
Kater, B.J., A.G. Brinkman, J.M.D.D. Baars en G.Aarts (2004): "Kokkelhabitatkaarten voor de Oosterschelde en Waddenzee", RICO document C060/03.
www.ecomare.nl (Strandgaper) 23 november 2012
2
Anchor
2
2
Wijsman, J. Onderzoek naar de toekomstige waterkwaliteit en eccologie van het Veerse Meer. Studie naar het effect van het doorlaatmiddel en aanvullende maatregelen. Deel 2: Opzet en verificatie van de Habitat evaluatie Procedure. WL|Delft Hydraulics. november 2002
3
Anchor
3
3
Ysebaert,T.,Meire,P. Macrobenthos of the Schelde estuary: predicting macrobenthic species responses in the estuarine environment. A statistical analysis of the Schelde estuary macrobenthos within the ECOFLAT project. Report Institute of Nature Conservation IN99/19. Brussel, Belgium. 226 p. 1999