Bij wisselpolders is het doel om laag gelegen land mee te laten groeien met de zeespiegelstijging door het toelaten van natuurlijk opslibbing.
Enkele ideeën voor wisselpolders zijn:
Wisselpolder in Zeeland en Zuid-Holland: Een polder achter een zeedijk wordt een eeuw lang teruggegeven aan de zee. In die tijd kan het gebied weer opslibben, waarna het weer wordt ingedijkt en bebouwd. De zee krijgt een andere polder in ruil terug, zodat die weer kan opslibben.
Groeipolders in Friesland: Het binnendijkse klei- en veengebied groeit door gestuurde opslibbing mee met de zeespiegelstijging. Veiligheid gaat hierbij samen met verse gronden voor de landbouw, dynamische natuurgebieden en typerende kustlandschappen. Het systeem werkt met een afsluitbaar duikersysteem onder de zeedijk door. Sediment wordt afgezet op de geinundeerde polder en door actief beheer kan het proces van aan- en opslibbing versneld worden. Dit kan bijvoorbeeld in de zoutwinningslocatie bij Harlingen.
Ontpoldering Noord-Friesland Buitendijks: De zomerpolders (2500 ha) van Noord-Friesland Buitendijks worden omgezet in kwelders, door op drie plaatsen de zomerdijk door te steken en slenken te graven. Zo neemt het areaal toe dat op natuurlijke wijze kan aanslibben en kan meegroeien met de zeespiegelstijging. In 2001 is als proef gestart met de ontpoldering van het Noarderleech (135 ha).
