You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 2 Next »

Op deze public wiki staan de aanpak en bevindingen van het DEL048 - TKI project. In dit project wordt de recirculatie van onderhoudsbaggerspecie naar de haven van Rotterdam bestudeerd. Dit wordt gedaan middels een gecombineerde bureau- en modelstudie. Eerst wordt kort de achtergrond van dit project toegelicht, daarna worden de aanpak en resultaten toegelicht.

Inleiding

Jaarlijks bezinkt ca. 2,6 miljoen ton slib in de haven van Rotterdam. Een deel van dit sediment wordt aangevoerd vanuit de diverse Rijn- en Maastakken, en een deel komt de haven binnen vanuit zee. Het slib dat bezinkt in de haven van Rotterdam wordt gebaggerd en vervolgens verspreid op de Noordzee, op daartoe aangewezen locaties.  Uit eerdere modelstudies is gebleken dat een aanzienlijk deel van het verspreide sediment onder invloed van o.a. getijstroming terug wordt getransporteerd naar de haven van Rotterdam. Hier bezinkt het slib weer, waarop het wederom gebaggerd dient te worden. Het slib dat is verspreid op zee, maar daarna toch weer bezinkt in de haven van Rotterdam wordt de retourstroming genoemd. Vanuit een economisch oogpunt is het aantrekkelijk deze retourstroming te minimaliseren.

Bovenstaande betekent dat het baggerbezwaar in de haven van Rotterdam deels bepaald wordt door de verspreidingslocatie en stromingscondities. Het meten van de retourstroming is moeilijk, simpelweg omdat tijdens metingen niet te bepalen valt of slib al eerder is gebaggerd of dat het nieuw aangevoerd slib betreft.

Het sedimentbudget van de haven van Rotterdam wordt gestuurd door vier slibfluxen, weergegeven in Figuur 1: 1) sedimentinstroming vanuit de rivieren Rijn en Maas, 2) sedimentinstroming vanuit de Noordzee, 3) sedimentuitstroming naar de Noordzee, en 4) aanslibbing in de haven. Het sediment dat bezinkt in de haven zorgt voor verondieping van de haven en dient dus gebaggerd te worden. De baggerspecie van de Rotterdamse haven bestaat voornamelijk uit een mengsel van relatief schoon slib, vervuild slib en zand. Het relatief schone slib wordt op de Noordzee verspreid, het vervuilde slib wordt afgevoerd of gestort in de Slufter. Als de baggerspecie hoofdzakelijk zand bevat, wordt dit verspreid binnen het kustfundament op een andere locatie dan de slibverspreidingslocaties.

Figuur 1: De vier belangrijkste sedimentfluxen voor het opstellen van het sedimentbudget in de haven van Rotterdam.

 

 

  • No labels