Japanse oester- Crassostrea gigas
Algemeen
Algemene kenmerken |
|
---|---|
Naam soort(en)groep |
Japanse oester of Portugese oester - Crassostrea gigas |
Regio |
Nederland, Europa |
Watersysteem |
zee |
Natuurparameter |
weekdieren |
Factsheet opgemaakt door |
B.K. van Wesenbeeck |
Habitat beschrijving
This page is under construction!
Algemeen voorkomen
De Japanse oester is een soort die niet inheems is voor de Nederlandse wateren.
Milieurandvoorwaarden
De oester wordt vooral subtidaal aangetroffen maar komt ook in het intergetijde gebied voor tot iets boven NAP. Oesters hechten op harde ondergrond en zijn nadat ze zijn gehecht niet meer mobiel. Ze worden meestal aangetroffen met meerdere oesters samen in een bed of bank.
Beheer en ontwikkelingskansen
De Japanse oester werd in 1963 geintroduceerd voor consumptie als alternatief voor de Zeeuwse oester (Ostrea ostrea). Men dacht dat de Nederlandse wateren te koud waren voor voortplanting van de exotische oester. Na een paar jaar begon de oester zich echter toch voort te planten en is inmiddels zeer algemeen voorkomend in de Zeeuwse estuaria, in het Eems-Dollard estuarium en in de Waddenzee. Sommigen zien de oester als een plaag die de inheemse Zeeuwse oester verdringt. Anderen benadrukken het belang van de riffen die de oester vormt als leefplaats voor andere organismen.
Dosis-effect relaties
Deze dosis-effect relaties zijn gebasseerd op data uit de Oosterschelde
Stroomdiagram
graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Zoutgehalte|Bodemtype|Slibgehalte|Waterdiepte|Droogvalduur"
shape = "record"
];
"node3" [
label = "HGI algemeen"
shape = "record"
];
"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];
Algemene dosis-effect relaties
zoutgehalte (PPT) |
HGI |
conditie |
---|---|---|
< 21 |
0 |
hoogwater |
> 21 |
1 |
hoogwater |
< 18 |
0 |
laagwater |
> 18 |
1 |
laagwater |
Referentie: 1
1 Spreekt van zoutgrenzen van circa 21 en 18 ppt. Indien meer informatie beschikbaar is dient deze aan de dosis-effect relatie te worden toegevoegd.
NB Voor conversie van PPT naar gCL/L: gCL/L=PPT/1.805
slibgehalte (g/L) |
HGI |
---|---|
<50 |
1 |
>50 |
0 |
Referentie: 1
Indien meer informatie beschikbaar is dient deze aan de dosis-effect relatie te worden toegevoegd.
Onzekerheid en validatie
Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.
Toepasbaarheid
Deze dosis-effect relaties zijn toepasbaar op zoute wateren in Nederland.
Voorbeeld project
Er is geen voorbeeld projekt voor de mossel.
Referenties
1 Tydeman, P. Ecologisch profiel van de litorale kokkelbank (Cerastoderma edule). Werkdocument RIKZ/0596.617x Watersysteemverkenningen. 1995