Op deze pagina is alle informatie over het loskoppelen van de industrie van het drinkwater weergegeven. 

 

Technisch en Milieu

Hoeveelheid water

  • Industrieën die zich in Flevoland vestigen kan de toegang tot drinkwater gemakkelijk worden ontzegd. Daarom kunnen met name nieuwe partijen losgekoppeld worden van het drinkwater. De huidige grootzakelijke watervraag is op dit moment zo'n 12 % van de totale drinkwatervraag, dus de hoeveelheid waterbesparing zal een deel van deze 12% zijn.
  • De industrie zelf zou dan een andere bron voor hun processen moeten vinden, het probleem wordt zodoende verschoven naar de industrie. Een mogelijke waterbron voor de industrie is oppervlaktewater, zoals water uit het IJsselmeer.
Beschikbaarheid over de tijd
  • Niet van toepassing.
Geografische schaal
  • Momenteel bevinden zich enkele grootzakelijke watergebruikers in Flevoland. Deze watergebruikers of nieuwkomers kunnen losgekoppeld worden van het drinkwater.
Mate van ontwikkeling
  • Binnen fabrieken wordt al een deel van het water hergebruikt (zie Cascadering industriewater). Bijvoorbeeld in Eerbeek, daar wordt het restwater van de papierfabriek nu zo goed gezuiverd dat het hergebruikt kan worden in het productieproces (Omroep GLD, 2018). Hierdoor is circa 100 m3/h minder grondwater nodig in het productieproces.
  • Hergebruik binnen fabrieken kan alleen als het water niet teveel verontreinigd is en als het water vrijkomt op het moment dat er ook water nodig is.
  • Er zijn geen voorbeelden bekend van industrieën die geheel worden losgekoppeld van het drinkwater.
  • Het programma water nexus besteedt aandacht aan alternatieve waterbronnen voor de industrie.
Energiegebruik
  • Niet bekend.
Impact op omgeving
  • De milieueffecten hangen af van gebruikte alternatieve bronnen en ingezette zuiveringen.

Robuustheid

= kwantiteit

= kwaliteit

  •  Afhankelijk van gebruikte alternatieve bronnen.
Zuiveringsslag
  • Afhankelijk van gebruikte alternatieve bronnen.
Reststromen
  • Afhankelijk van gebruikte alternatieve bronnen.
ruimtebeslag
  • Afhankelijk van gebruikte alternatieve bronnen.

Implementatie

Juridisch
  • Vereist een bestuurlijk-juridisch proces: beleid moet ontwikkeld worden om dit mogelijk te maken.

Financieel

  • Naar verwachting had de industrie al gebruik gemaakt van een alternatieve bron als deze kostenefficiënter is. De verwachting is dat de kosten voor industrie zullen stijgen als ze overstappen op alternatieve bronnen. Omzet is ook een incentive voor de drinkwatersector. De industrie zal dus niet zomaar overgaan op een alternatieve bron.
  • De kuubprijs voor drinkwater is momenteel lager bij industrieën (veelgebruikers) dan bij huishoudens. Daarnaast betaalt de industrie hier momenteel geen belasting voor. Het verhogen van de waterprijzen voor de industrie of een verbod op eigen onttrekkingen kan een incentive zijn om toch over te stappen. Wel moet opgepast worden dat industrieën bij een onttrekkingsverbod niet op een andere locatie (bijvoorbeeld in een andere provincie), waar dit verbod niet geldt, uit hetzelfde watervoerende pakket gaan onttrekken.

Bestuurlijk

  • Vereist een bestuurlijk-juridisch proces: beleid moet ontwikkeld worden om dit mogelijk te maken.
  • Op dit moment leveren de drinkwaterbedrijven de watervraag van de industrie. Als provincie is het moeilijk om hierbij in te grijpen. Daarnaast wil de provincie aantrekkelijk blijven voor bedrijven. De provincie is wel vergunninghouder van de grondwateronttrekkingen en kan met de industrie in gesprek gaan.
  • Het Rijk, VEWIN en IPO kunnen zorgen dat de waterprijs voor industrieën hoger komt te liggen, waardoor de industrie eerder gebruik zal maken van alternatieve bronnen. Het rijk kan dit doen door belastingen te innen, VEWIN kan de staffelprijzen aanpassen en IPO kan door middel van lobbyen zijn invloed uitoefenen. Overheden als aandeelhouders zijn hierbij nodig.
  • Daarnaast kan een verdringingsreeks voor grondwater ingesteld worden, zodat in droge zomers geen drinkwater meer naar de industrieën gaat.
  • Er kan gebruik gemaakt worden van het Activiteitenbesluit. Hierin staat dat de vergunninghoudende organisatie een andere productiewijze (bijv. gebruik van alternatieve bron) kan opleggen mits deze productiewijze een terugverdientijd heeft van maximum 5 jaar.
  • Om concurrentie met betrekking tot het vestigingsklimaat te voorkomen, is onderling overleg tussen de provincies gewenst.

Organisatorisch

  • Een keurmerk 'zuinig met water' kan ontwikkeld worden zodat de industrie zich kan profileren als duurzaam met een kleine waterfootprint en daarmee een voordeel haalt uit het gebruik van alternatieve bronnen.
  • Daarnaast zal met de industrie samen gekeken moeten worden naar de lokale situatie: waar is water nodig, in welke maanden van het jaar en van welke kwaliteit.
Gebruikersgroep
  • De gebruikersgroep die de besparingen treft is de industrie.
Voorbeelden huidige implementatie
  • Er zijn geen voorbeelden van losgekoppelde industrieën.

Maatschappelijk

Maatschappelijke kosten/baten

= kosten

= baten

  • Kans op verminderde aantrekkelijkheid van regio voor (bepaalde typen) industrie.
  • Aan de andere kant kan weer meer industrie aangetrokken worden doordat drinkwater geen belemmering meer is.

concurrentie met andere functies

  • Hangt af van de gekozen alternatieve waterbron.

perceptie gebruiker

  • Kans op maatschappelijke weerstand door het eventueel verminderen van de waterkwaliteit van de waterbron voor de industrieën.

Koppelkansen

  • Hangt af van de gebruikte alternatieve waterbron.

Risico's

  • Hangt af van de gebruikte alternatieve waterbron.
  • No labels