Inleiding

In de Rijn-Maasmonding (RMM) wordt jaarlijks grote hoeveelheden sediment gebaggerd om de vaarwegen en havens op diepte te houden. Een groot deel van het schone sediment wordt gedeponeerd op loswallen op zee. Het transporteren en re-alloceren van baggerspecie leidt tot milieu- en natuurbelasting, CO2 uitstoot en hoge kosten voor het reguliere baggeronderhoud. Daarnaast is elders in de RMM behoefte aan sediment voor erosiebestrijding, natuurontwikkeling en -herstel, waterveiligheid en het tegengaan van bodemdaling. Tot slot is op de lange termijn sediment nodig om mee te kunnen groeien met toenemende zeespiegelstijging.

De uitdaging is om een deel van het gebaggerd sediment zolang mogelijk in het rivier-kust systeem te houden en nuttig toe te passen voor ecologische en morfologische doelen. Door het gebaggerd sediment dichter bij de winlocatie toe te passen kunnen de onderhoudskosten en de transportkosten dalen en de milieubelasting verminderen en meerwaarde ontstaan voor natuur, biodiversiteit, waterveiligheid en leefbaarheid.

Om de stap te zetten naar een duurzamer sedimentbeheer in de RMM hebben het havenbedrijf Rotterdam, Rijkswaterstaat (WNZ en WVL), het Wereld Natuur Fonds vertegenwoordigd via ARK, Natuurmonumenten, het Waterschap Hollandse Delta, Wageningen Marine Research, Deltares en het baggerbedrijf de Vries & van de Wiel het initiatief genomen voor een Proeftuin Duurzaam Sedimentbeheer.

Het doel van de proeftuin is het ontwikkelen van een strategie voor duurzaam sedimentmanagement in de Rijn-Maasmonding. Dit doen we door nieuwe opschaalbare inrichtingsconcepten voor het vasthouden en toepassen van sediment met zoveel mogelijk toegevoegde waarde te ontwikkelen die passen bij het economisch belang en de stedelijke context van het gebied. Door deze concepten in verschillende proeflocaties in samenwerking met reeds geplande onderhouds- en ontwikkelprojecten te testen en te monitoren kan de strategie worden getoetst, aangepast en verrijkt.

Looptijd: -

Duurzame inzet van gebaggerd sediment kan vele doelen dienen. In deze studie richten we ons voornamelijk voor toepassing van sediment in het natte deel van de rivier (dus niet hergebuik op land) zoals voor ontwikkeling van getijdenatuur of voor erosiebestrijding.


Voor actuele informatie verwijzen we naar de website van het project:

Website Proeftuin Sediment Rijnmond

Overzichtspresentatie 25-3-2023 (CDA delegatie en Staatssecretaris Vivianne Heijnen, te Rotterdam):

Proeftuinen

Proeftuin Groene Poort

Project Groene Poort is een initiatief van Rijkswaterstaat, Gemeente Rotterdam, Havenbedrijf Rotterdam,  en WNF. Het betreft de aanleg van intergetijdegebieden in kribvakken aan de zuidoever van de Nieuwe Waterweg aan de Landtong bij Rozenburg (tussen Rozenburg en de Maeslantkering). De herinrichhting is draagt bij aan de doelstellingen voor de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Inmiddels is 1 km langsdam aangelegd. Het meest Westelijke kribvak (Vak 9) dat aan de rivierzijde met een langsdam is afgesloten is Vak 9, en ligt ongeveer halverwege tussen Rozenburg en de Maeslantkering aan de Landtong (zuidoever van het Scheur).  Bij aanleg van dit vak rond 2016 is in een deel van het kribvak grof zand en grind gesuppleerd uit de reconstructie van de Breeddiep.

Voor verdere aanleg van langsdammen zal gebruik worden gemaakt van reststroom in de vorm van bijvoorbeeld rioleringsbuizen. Vervolgens wordt het gebied er achter verondiept zodat het droogvalt bij laagwater. Omdat hiervoor sediment wordt gebruikt dat afkomstig is uit de rivier en havens, en het een opschaalbare pilot betreft, past dit pilot-project volledig bij de doelstellingen en criteria voor de Proeftuin Sediment Rijnmond. Verdere uitwerking en opschaling voor de kribvakken staat gepland voor 2023 (crica 3.5 km langsdam met 300,000 m3 sediment).

Vak 9 is geselecteerd als proeftuinlocatie voor PSR. In het oostelijk deel van het kribvak is ruimte voor circa 10,000 m3 zand, afkomstig van onderhoudsbaggerwerk in de nabijgelegen bocht bij Maassluis. In het kader van PSR zijn nulmetingen van de hydrodynamische en morfologische metingen uitgevoerd in samenwerking met de TU-Delft. Hiervoor zijn tijdelijk meetinstrumenten geplaatst en is door afstudeerder Tors Kouwenhoven een analyse gemaakt van de data. Daarbij is duidelijk geworden dat, ondanks de afsluiting door de langsdam, de primaire golven van passerende zeeschepen leiden tot forse dynamiek in het kribvak bij relatief lage waterstanden (eb).

In December 2022 is door baggerschip 'Hein' het gebaggerde sediment gesuppleerd in het kribvak door het over de langsdam te rainbowen. Door PSR worden aanvullende monitoringsactiviteiten uitgevoerd om zowel de morfologische (en hydraulische) als de ecologische ontwikkeling van de suppletie te volgen. Het uitvoeren van deze kleinschalige pilot biedt inzicht in technische haalbaarheid zonder grote risico’s. De kennis uit deze pilot wordt gebruikt om de inirchting en suppleties in de volgende kribvakken te verbeteren. Opschaling van het project is gestart, waarbij in het kader van KRW (Rader Richtlijn Water) de 5 naastgelegen kribvakken ook zullen worden ingericht met langsdammen en suppleties (oplevering verwacht uiterlijk 2027).

Informatiebord:


Impressies van monitoringsactiviteiten:

Foto: Monitoren stroomsnelheden, waterstanden en golven met vaste meetinstrumenten in de periode rond  

Foto: Monitoring stroomsnelheden met ADCP aan jetski op  

Foto: Sedimentbemonstering  (direct na suppletie, en meerdere keren herhaald)

Foto: Ecologische bemonstering van benthos op  

Foto: Ecologische bemonstering vis op  


Mini documentaires (videos):

Mini docu Groene Poort Proeftuin Youtube

Video scheepsgolven Vak 9 Proeftuin

Video monitoring Proeftuin Groene Poort

Onderzoeksrapportages:


Rapport Tors Kouwenhoven - TU Delft 2023

Rapport Sander Broeders - TU Delft 2023



Proeftuin Oude Maas

In de Oude Maas ter hoogte van Zwijndrecht is sprake van enkele zeer diepe erosiekuilen. In het kader van een pilot voor sedimentbeheer door Rijkswaterstaat WNZ is in twee kuilen op deze lokatie een hoeveelheid van circa 50,000 m3 zand gestort dat is gewonnen op de Merwedes als onderdeel van het baggeronderhoudscontract van de Vries & van de Wiel (DEME Groep). In de diepe kuil ligt het zand niet in de weg voor scheepvaart, maar door geleidelijke erosie zal het wel bijdragen aan het reduceren van erosie van de Oude Maas rivierbedding (aanvulling van het tekort van sediment op het stroomafwaartse traject). De suppleties werken dan als een 'zandbrommer' (in analogie met de zandmotor bij Kijkduin voor kustbescherming). Deze pilot is geselecteerd als tweede proeftuin voor PSR, waarbij samen met Rijkswaterstaat WNZ, de Vries & van de Wiel, en waterschap Hollandse Delta en Deltares, kennis zal worden ontwikkeld om deze toepassing op te schalen voor de eroderende riviertakken in de Rijnmaasmonding.

De doelen van kennisontwikkeling in deze pilot zijn:

Leren systeemgedrag;

• Ontwikkeling van duurzame suppletiemethodieken

• Ontwikkelen van een strategie voor duurzaam sedimentmanagement;

• Onderzoek naar (te verwachten) neveneffecten (bv. elders aanzanding);

• Uitwerking van een opschaalbare methodiek


Mini documentaires (video):

Zandsuppletie Proeftuin Oude Maas op baggerschip

Mini-docu Oude Maas proeftuin YOUTUBE

Video scheepsgolven Proeftuin Oude Maas


Publicatie op het internationale RCEM congres in USA 25 - 27 september 2023 (Titel: Morphodynamics of sand nourishments (sand engines) in eroding sections of the Rhine-Meuse Delta)



Proeftuin Hoogezandsche Gorzen, Hollands Diep

Het doel van dit pilotplan is om een proef uit te werken voor het toepassen van gebaggerd sediment voor de ontwikkeling van intergetijdenatuur voor de locatie Hoogezandsche gorzen. Dit plan zal het vertrekpunt zijn om samen met de betrokken stakeholders en experts een besluit te nemen over de haalbaarheid en uitvoering.

De Vries & van de Wiel beheert het areaal van RWS west Nederland-zuid. Het gaat daarbij om baggerwerk in de Merwedes, de Amer, Dordtse kil, Doorsteek Hollands Diep, Nieuwe Maas en Lek. Een groot deel van dit materiaal wordt naar het depot in het Hollands Diep afgevoerd omdat het ontbreekt aan geschikte toepassingslocaties. Ongeveer 20% dit het materiaal is echter schoon genoeg om direct toegepast te worden (klasse A), de rest van het materiaal bestaat uit licht vervuild materiaal dat toepasbaar is mits de ontvangende bodem van vergelijkbare klasse is (klasse B). De verwachting is dat het materiaal in de toekomst steeds schoner zal gaan worden en het aanbod aan schoon gebaggerd materiaal zal toenemen. 

Tegelijkertijd is in het Haringvliet-Hollands Diep behoefte aan sediment voor natuurherstel. Door het grotendeels wegvallen van het getij na de afsluiting van het Haringvliet als onderdeel van de Deltawerken zijn de uitgestrekte schorren en slikken die kenmerkend waren voor het gebied in vrij korte termijn weggeslagen door wind en golferosie. Door de aanleg van vooroevers is de oeverafslag tot staan gebracht, maar is de zone die onder invloed stond van getijde smal geworden. Voor Natura2000 instandhoudingsdoelstellingen is de behoefte aan het vergroten van het areaal slikkige oevers. De vraag is of het gebaggerd materiaal toegepast kan worden voor het herstel van de slikkige getijdezone.  

Om deze vraag te beantwoorden werkt een consortium binnen de Proeftuin Duurzaam Sediment Rijnmond aan deze proeftuin waarmee onderzocht kan worden of het materiaal toepasbaar is voor natuurherstel. 


Sedimentatlas

Een van de grootste uitdagingen is het ontbreken van goede informatie over het aanbod gebaggerd materiaal, zowel in volumes, de winlocatie, het tijdstip en civiel en milieutechnische kwaliteit. Door het ontbreken van deze informatie is het niet makkelijk om de vraag en het aanbod van sediment te koppelen waardoor kansen worden gemist. Om hier verandering in aan te brengen is in dit project een sedimentatlas opgesteld met als doel om het aanbod, de kwaliteit en de locatie van het materiaal in beeld te brengen.

Lees verder: