|
De Roerdomp prefereert stilstaand ondiep water met een dichte, uitgestrekte vegetatie van liefst overjarig riet, waarvan voldoende waterriet. Soms komt de soort ook in smalle rietkragen tot broeden. Wateren die geheel zijn omsloten door bos en moerasbossen worden gemeden. Voedselgebieden bevinden zich in de nabijheid van het nest in rustige plassen en sloten met voldoende randbegroeiing. De soort wordt in vrijwel alle regio's aangetroffen, maar de grootste aantallen broeden tegenwoordig in het laagveengebied en de Gelderse Poort #2.
De Rietzanger een insecten, die voornamelijk in vegetatie of in achtervolgingsvlucht worden gevangen #1.
De broedbiotoop van de Rietzanger bestaat uit moerasgebieden met verruigd riet en struikopslag en daarnaast uit grienden, broekbossen, en oevers van rivieren, meren, kanalen en sloten. De soort broedt tegenwoordig vooral in de laagveenmoerassen, waarbij een voorkeur bestaat voor de relatief droge delen. Het nest wordt dicht boven de bodem gebouwd in overjarig riet, zegges, gras, hoge kruiden of struikgewas, of op drijftillen #2.
Zie ook Algemeen - Broed en rust habitat (Water)vogels voor algemene rekenregels voor vogels.
|
|
Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.
Zowel zoete en zoute wateren.
Niet aanwezig.
1 http://www.soortenbank.nl/
2 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/
3 HSI-model Rietzanger