Dit plan beoogt overtollig rivierwater zo snel en veilig mogelijk af te voeren (vooral van belang voor de omgeving Dordrecht-Gorichem) en de kustveiligheid te vergroten.

Boorsma gaat uit van een Rijnafvoer van maximaal 15.000 kuub per seconde, en stelt de volgende maatregelen voor:
-Aanleg van extra spuicomplexen bij de Eemshaven en de Westerschelde (Hansweert). Daar is het verschil tussen eb en vloed het grootst (en daarmee de spuicapaciteit). De vergrote afvoer van zoetwater zorgt ook voor ontzilting;
-Aanleg van een 'onderloopboezem' in de Waddenzee. Dit is een grote put, aan de noordzijde van de Afsluitdijk. In het reservoir kunnen miljarden kubieke meters water worden opgeslagen. Omliggende dijken moeten het zoete water afschermen van het zoute water van de Waddenzee. De onderloopboezem heeft in bepaalde perioden dus de functie als (nood)berging, in droge perioden als zoetwaterbekken;
-Kustverdediging door een lint van eilanden tussen Texel en Cadzand. Dit reduceert de golfbelasting op de huidige kust. De nieuwe Waddeneilanden voor de kust kunnen worden opgespoten tot 5 a 10 m boven NAP. Ze vormen expansie voor de almaar toenemende bevolking, ruimte voor voorzieningen, natuur, een luchthaven enz. Het creëren van een tweede Waddengebied geeft ook grote recreatieve mogelijkheden voor de Randstadpopulatie.