De matig diepe en ondiepe getijdenwateren vervullen evenals de (zeer) diepe getijdenwateren een belangrijke rol voor de bodemfauna, vissen en vis- en bodemfauna-etende watervogels. Schelpdierbanken vormen een geschikt habitat voor bloedzuigers en kleine mosselen. Vissen foerageren in ondiepe wateren en gebruiken deze als paai- en schuilplaats. Op hun beurt vormen de bodemdieren en vissen in ondiepe wateren een belangrijke voedselbron voor overwinterende en doortrekkende vogels. In de bedding-bodem wortelende waterplanten kunnen zich vestigen in ondiepe, niet druk bevaren kreken en geulen, in kribvakken en vooroeverzones (bijvoorbeeld Riet-associatie Typho-Phragmitetum, Mattenbies-associatie Scirpetum lacustris; Schaminee ef al., 1995).
Binnen deze klasse (Zoet getijdenwater - ondiep), zijn 3 ecotopen gedefinieerd:
- Ondiep zoet getijdenwater met een zandig/slibbig substraat
- Ondiep zoet getijdenwater met een (ver)hard substraat
- Zoete kreken (ook voor matig diepe zoete getijdenwateren)
|
Eco-element | Soortgroep | Soorten |
---|---|---|
Waterplanten | Macrofauna | Dreissena polymorpha, Glyptotendipes gr. pallens, Polypedylum nubeculosum, Gammarus pulex, Pisidium subtruncalum, Pisidium moitessierianum, Sphaeriastrum rivicola, Trocheta bykowski, Amphichaeta leydii, A. sannio, Limnodrilus hoffmeisteri, Potamotrix moldaviensis Tubifex tubifex [a], Potamopyrgus antipodarum, Mercuria conf usa, Neomysis integer, Unio pidorum, Anadonta cygnea, Cyrenastrum solidum |
Vegetatie | Gele plomp, drijvend fonteinkruid | |
Helofyten | Vegetatie | Riet, mattenbies, kleine lisdodde, spindotterbloem, driekantige bies, bittere veldkers, zilte waterranonkel |
|
|