Terug naar hoofdpagina Dijkerosie


Op deze pagina vind u informatie rondom actuele kennisontwikkeling en achtergrondrapporten rondom nieuwe innovaties, kennis & tools m.b.t. het onderwerp grasbekleding.

Gebruik de zoekfunctie in je browser om specifieke termen op deze pagina te vinden.


Actuele kennisontwikkeling

Disclaimer: De Innovatieversneller wiki is in ontwikkeling. De onderstaande tekst geeft een beschrijving en eerste beeld van de bruikbaarheid van de kennisontwikkeling/innovatie. De komende periode zal gericht zijn op het uitbreiden en aanvullen van de tekst, status, planning en het opnemen van de tools, rapportages en handreikingen indien beschikbaar.

Sterkte van de kleilaag met gras op het boventalud

Beschrijving: Binnen de HWBP-projecten Lauwersmeer-Vierhuizergat en Koehool-Lauwersmeer is onderzoek uitgevoerd naar de sterkte van de kleilaag met gras op het boventalud van de Waddenzeedijk. Aanleiding van het onderzoek is het gegeven dat er bij het beoordelen en ontwerpen van grasbekledingen op klei weinig tot geen rekening wordt gehouden met de sterkte van de kleilaag, met als gevolg dat de grasbekleding op klei onterecht als niet voldoende wordt beoordeeld of te conservatief wordt ontworpen (harde bekleding doorzetten tot de kruin van de dijk).

Het onderzoek is gericht op:

  • de benodigde dikte van zowel de grasbekleding (toplaag) als onderlaag (klei);
  • het niveau van de overgang van de harde bekleding naar de grasbekleding.

Merk op dat het onderzoek specifiek gericht is op de dijk van beide HWBP-projecten met de intentie om de resultaten ook voor andere Waddenzeedijken te gebruiken.

Kansen of belangrijkste conclusies: Het onderzoek heeft duidelijk aangetoond dat het meenemen van de sterkte van de kleilaag onder de grasbekleding op het boventalud van de Waddenzeedijken van beide HWBP-projecten in het ontwerp zal leiden tot:

  • een minder dikke kleilaag op het boventalud; en 
  • het minder hoog doorzetten van de harde bekleding op het boventalud

Verder is geconcludeerd dat ook meer zandige klei (cat. 2/3) voldoende erosiebestendig is om toe te passen bij dijkversterkingen. Dit leidt ertoe dat er meer met gebiedseigen klei gewerkt kan worden.

Toepassingsgebied innovatie/kennisontwikkeling: Door het Adviesteam Dijkontwerp en ENW is geconcludeerd dat de onderzoeksresultaten voldoende betrouwbaar zijn om toe te passen voor de Waddenzeedijken. Voor landelijke toepassing is nog meer aanvullend onderzoek nodig. Hiervoor zijn de in de eindrapportage van Deltares een aantal concrete aanbevelingen gedaan.

Contactpersoon: Bert de Wolff, Waterschap Noorderzijlvest

Nadere informatie:



Disclaimer: De Innovatieversneller wiki is in ontwikkeling. De onderstaande tekst geeft een beschrijving en eerste beeld van de bruikbaarheid van de kennisontwikkeling/innovatie. De komende periode zal gericht zijn op het uitbreiden en aanvullen van de tekst, status, planning en het opnemen van de tools, rapportages en handreikingen indien beschikbaar.

Future Dikes – sterke soortenrijke grasbekleding

Beschrijving:  Binnen het innovatieproject Future Dikes wordt onderzoek gedaan naar soortenrijke grasbekledingen. Het onderzoek kent twee fasen. De focus in fase 1 lag op de sterkte bij golfoverslag waarvoor golfoverslagproeven en grastrekproeven op verschillende locaties zijn uitgevoerd. Daarnaast is onderzoek gedaan naar de relaties tussen soortenrijkdom, worteldichtheid en sterkte en zijn er (voorlopige) conclusies getrokken over wat dit betekent voor de aanleg. Daarnaast is een begin gemaakt met de ontwikkeling van nieuwe zaadmengsels. Het onderzoek voor fase 1 is inmiddels afgerond en de rapportages zijn beschikbaar. Daarnaast worden er bouwstenen klaargezet voor het Beoordelings- en ontwerpinstrumentarium (BOI), de landelijke Basisspecificatie Dijken en de Handreiking Grasbekleding. Tot slot is een stroomschema opgesteld waarmee binnen dijkversterkingsprojecten kan worden nagegaan wat nodig is om ambities met betrekking tot soortenrijke grasbekledingen te verwezenlijken

Fase 2 is inmiddels gestart en richt zich op het adviseren van projecten die aan de slag gaan met soortenrijke grasbekledingen.  Op basis van onderzoek naar kennisleemten op het gebied van beheer (ontwikkel-, instandhouding, omvorm- en herstelbeheer), zaadmengsels, bodems en droogteresistentie worden hiertoe concreet bruikbare instrumenten ontwikkeld die breed toepasbaar zijn. Hiervoor worden praktijkproeven bij dijkversterkingsprojecten en omvormprojecten ingericht. Daarnaast zijn het opbouwen van een kennisnetwerk, overdracht van het gedachtegoed naar de gebruikers en het opstellen van generieke werkwijzen voor aanleg en beheer per toepassingsgebied belangrijke doelen van fase 2.

Kansen: Een soortenrijke dijkvegetatie met voldoende sterkte draagt bij aan biodiversiteitsherstel en de reductie van zowel CO2 als stikstof. Daarnaast zijn dergelijke dijkvegetaties mogelijk minder kwetsbaar voor bijvoorbeeld droogte.

Toepassingsgebied innovatie/kennisontwikkeling: Het onderzoek heeft zich in fase 1 weliswaar vooral gericht op rivierdijken maar soortenrijke grasbekleding is bij verschillende dijktypen en watersystemen toepasbaar mits je binnen bepaalde grenzen blijft qua ondergrond (lutum-, organisch stofgehalte en D60/D10 zandfractieverhouding) en type beheer.  Lees hiervoor de samenvattende notitie die aan de rapporten is toegevoegd.

Contactpersoon: 

  • Fase 1: Mathijs Bos, Waterschap Rivierenland
  • Fase 2: Peter Boone, Waterschap Vallei en Veluwe | Oscar van Dam, STOWA

Nadere informatie: Projectrapport fase 1, en de rapportages van de verschillende thema's:



Nieuwe innovaties, Kennis & Tools


Disclaimer: De Innovatieversneller wiki is in ontwikkeling. De onderstaande tekst geeft een beschrijving en eerste beeld van de bruikbaarheid van de kennisontwikkeling/innovatie. De komende periode zal gericht zijn op het uitbreiden en aanvullen van de tekst, status, planning en het opnemen van de tools, rapportages en handreikingen indien beschikbaar.

Probabilistisch beoordelen en ontwerpen grasbekleding

Beschrijving: Deze innovatie maakt het mogelijk om de grasbekleding op zowel het buitentalud als de kruin en het binnentalud probabilistisch te beoordelen of te ontwerpen. De initiële mechanismen Erosie grasbekleding buitentalud (GEBU-golfklap of GEBU-golfoploop) en Erosie grasbekleding kruin en binnentalud (GEKB) kunnen individueel of gecombineerd beschouwd worden.

Bij de beoordeling en ontwerp van de IJsselmeerdijk (dijktraject 8-3) van Waterschap Zuiderzeeland liep men ertegenaan dat ten opzichte van de grasbekleding op de kruin en het binnentalud de grasbekleding op het buitentalud met een factor 5 strengere eis beoordeeld moest worden. Dit terwijl de grasbekleding op het buitentalud, kruin en binnentalud (zeker in het geval van dit dijktraject) door vergelijkbare gebeurtenissen wordt belast. Anders gezegd: bij de condities waarbij de grasbekleding op het buitentalud niet mag falen is de grasbekleding op de kruin en binnentalud mogelijk al lang gefaald.

Door middel van deze innovatie is het mogelijk om per gebeurtenis te kijken naar de grasbekleding op zowel het buitentalud als de kruin en het binnentalud. Daarnaast is het met behulp van deze innovatie mogelijk om de mechanismen GEBU-golfklap en GEBU-golfoploop volledig probabilistisch (zonder tussenkomst van de zogenaamde Q-variant en de software BM - Grasbuitentalud) te beoordelen of ontwerpen. Ook kan met deze innovatie voor het mechanisme GEKB een ‘zuivere’ som op basis van de cumulatieve overbelastingmethode gemaakt worden.

Kansen of belangrijkste conclusies: Door gebruik te maken van deze innovatie kan tot een scherper oordeel of ontwerp worden gekomen voor de mechanismen GEBU en GEKB. De innovatie maakt het tevens mogelijk om zowel het niveau van de overgang tussen de harde bekleding en de grasbekleding als de kruinhoogte te optimaliseren. Daarnaast kan de zuivere som voor het mechanisme GEKB tot aanscherping van de kruinhoogte leiden. Tot slot wordt door de volledig probabilistische implementatie van GEBU een aanscherping van het oordeel of ontwerp verkregen voor dit mechanisme.

Wanneer uit de beoordeling een grote opgave volgt voor GEBU en/of GEKB is het aan te raden om deze innovatie toe te passen.

Toepassingsgebied innovatie/kennisontwikkeling: De innovatie is direct te gebruiken in de watersystemen: Meren, Kusten en estuaria en bovenrivierengebied. Via een doorontwikkeling is het mogelijk om de innovatie ook in de overgangsgebieden in te zetten.

Contactpersoon: Alfons Smale, Deltares

Nadere informatie:

Wil je meer weten over het gebruik van onze tool? Lees dan onze storyline: 'Nieuwe tool toont lagere noodzaak voor harde dijkbekleding'.




Disclaimer: De Innovatieversneller wiki is in ontwikkeling. De onderstaande tekst geeft een beschrijving en eerste beeld van de bruikbaarheid van de kennisontwikkeling/innovatie. De komende periode zal gericht zijn op het uitbreiden en aanvullen van de tekst, status, planning en het opnemen van de tools, rapportages en handreikingen indien beschikbaar.

Sterkte gras op zand

Beschrijving: Om na te gaan hoeveel weerstand een grasbekleding tegen golfklap en -overslag kan bieden zijn erosiemodellen (respectievelijk het standtijdmodel en de cumulatieve overbelastingmethode) beschikbaar. Deze modellen maken gebruik van erosieparameters. De rekenwaarden van deze parameters zijn alleen toepasbaar voor een grasbekleding op een substraat van klei (gras op klei). Binnen het innovatieproject Gras op Zand is onderzocht wat de rekenparameters voor een grasbekleding op een substraat van zand (gras op zand) kunnen zijn. Hiertoe is op diverse locaties op de Vechtdijk onderzoek uitgevoerd:

  • Vegetatie-, bodem- en wortelonderzoek;
  • Grastrekproeven; en
  • Golfoverslag- en golfklapproeven.

Kansen of belangrijkste conclusies: Uit de golfoverslagproeven blijkt dat de manier waarop schade bij gras op zand ontstaat gelijk is aan het ontstaan van schade bij gras op klei. Dit betekent dat de beschikbare erosiemodellen ook toepasbaar zijn voor gras op zand. Aan de hand van de proefresultaten zijn voor beide modellen rekenwaarden voor de erosieparameters van een gesloten zode afgeleid. Deze parameters zijn gebruikt om de scope voor het project Veilige Vecht aan te scherpen. Merk op dat de rekenwaarden van gras op zand aanzienlijk ongunstiger zijn dan de rekenwaarden voor gras op klei.

Uit de proeven is ook naar voren gekomen dat de combinatie van een goede doorworteling en de door (langzame) natuurlijke processen gevormde bodemopbouw zorgen voor de sterkte van de grasbekleding.

Toepassingsgebied innovatie/kennisontwikkeling: De resultaten van het onderzoek zijn op dit moment alleen nog bruikbaar voor het project Veilige Vecht. Voor bredere toepassing is aanvullend onderzoek noodzakelijk. Merk verder op dat de resultaten van het onderzoek niet moeten worden gebruikt voor ontwerp. Beoogd wordt om de resultaten van het onderzoek breder toepasbaar te maken. Hiertoe worden in hoofdstuk 6 van het eindadvies wijzigingsvoorstellen gegeven voor de Schematiseringshandleiding Grasbekledingen zodat de resultaten een plek kunnen krijgen in het Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI). Het feitelijk opnemen van het resultaat van deze kennisontwikkeling is geen onderdeel van de scope van dit onderzoek.

Contactpersoon: Bert Koster, Waterschap Drents Overijsselse Delta

Nader informatie: Het ENW-advies




Erosiebestendigheid van overgangen

Beschrijving: De kruinhoogte van een dijk wordt in belangrijke mate bepaald door de weerbaarheid van de kering tegen overslag. Zwakke plekken op de kruin en het binnentalud kunnen zodoende bepalend zijn voor de versterkingsopgave.  Waterschap Zuiderzeeland onderzoekt  (geometrische) overgangen op de dijk, zoals de knik in de teen van de dijk en een asfalt weg op kruin of binnenberm. Door de sterkte van overgangen goed te kunnen inschatten of te versterken kan de dijk lager worden met dezelfde vereiste veiligheid.  In 2023 zijn op de IJsselmeerdijk vijf innovatief versterkte overgangen en twee referentievakken getest met een golfoverslagsimulator. De beproefde overgangen zijn uitgerust met een blokkenmat, geogrid, sterk verdichte klei, lokale grond met een toeslagmateriaal (mixed in place) en een vloeiende overgang. De (resultaten van de) proeven zijn inmiddels geanalyseerd en er is een Ontwerp- Beoordelings- en Onderhoudsrichtlijn (OBOR) opgesteld. Deze OBOR wordt voorgelegd aan het ENW.

Kansen of belangrijkste conclusies: De OBOR geeft handvatten voor het ontwerpen, beoordelen en onderhouden van ((bewezen) ontwerpoplossingen voor) overgangen van een harde bekleding naar een grasbekleding en geometrische overgangen bij golfoverslag.

Toepassingsgebied innovatie/kennisontwikkeling: Dijken met overgangen op de kruin en het binnentalud.

Contactpersoon: Bianca Hardeman, Waterschap Zuiderzeeland

Nader informatie: Link naar de HWBP website. OBOR (volgt nog), achtergrondrapportage (volgt nog)


  • No labels