Wat is het idee?

Het gedeeltelijk afsluiten van kribvakken door wilgenschermen om de hoofdstroom in de rivier te versmallen en daardoor de stroming in de diepere geul te concentreren. Een wilgenscherm kan ook gebruikt worden om een kribkop te stroomlijnen en daardoor de lokale ondieptes tegenover de kribben te verminderen.

De wilgenschermen worden opgebouwd uit palen met daartussen gevlochten wilgentakken. Ook kunnen twee parallelle schermen uit elkaar worden geplaatst. De tussenruimte kan opgevuld worden met sediment, met behulp van geotextiel kan eventuele uitspoeling worden voorkomen.

Wat doet het?

Het wilgenscherm geleidt de stroming van de rivier, het verwachte effect is dat lokaal de effectieve rivierbreedte met ongeveer 15% vermindert. Het gevolg is dat het doorstroomprofiel kleiner wordt, waardoor de gemiddelde stroomsnelheid zal toenemen. Dit zorgt voor een hogere sedimenttransportcapaciteit en dus meer diepte in de rivier.

Een wilgenscherm voor de kribkoppen vermindert de turbulente wervelstraten rond de kribkoppen. Dit zorgt voor minder erosie rond de kribkop en dus ook minder sedimentatie tegenover de kribkop.

 

Wat levert het op?

Momenteel worden ondieptes weggebaggerd, soms zelfs een aantal keer per jaar op dezelfde plek. Wilgenschermen zorgen ervoor dat er minder gebaggerd hoeft te worden. Hierdoor ondervindt de scheepvaart minder hinder en wordt CO2 gereduceerd. Verder wordt er gewerkt met natuurlijke bouwstoffen die langs de rivier kunnen worden gewonnen en is het waarschijnlijk goedkoper dan regelmatig baggeren. Ook heeft het effect op de ecologie, achter de wilgenschermen ontstaat een luwte die de groei van oeverplanten en de voortplanting van vissen bevordert.


Toepassing

Nabij Ewijk en bij de brug Lexkesveer tussen Randwijk en Wageningen zijn wilgenschermen getest. Het effect op de sedimenthuishouding moet nog worden gemonitord, ook het verschil tussen verschillende soorten wilgenschermen moet nog worden onderzocht.

Sieben (2009) heeft het idee voor het plaatsen van wilgenschermen voor de kribkoppen onderzocht. Uit dit onderzoek bleek dat een recht scherm met een lengte van ongeveer de kriblengte goede resultaten opleverde. Voor de wervelstaat wordt beperkt, waardoor de bodemverlaging in de proeven op de Waal tussen de 0,2 meter en 0,25 meter lag.

Een risico is dat de wilgenschermen niet bestand zijn tegen de golven van passerende schepen, oftewel dat de levensduur van een scherm erg kort is.

Kansrijke plekken voor toepassing zijn: In de IJssel bij Doesburg langs de kribben in de binnenbocht (899.2-899.65) en bovenstrooms van de brug over de IJssel in een buitenbocht (km 902.6-902.9). Voor de kribkoppen is de buitenbocht bij Zutphen (km 934.6 – km 934.9) een kansrijke locatie. 

 

Verdere informatie?

  • Roosjen, R., Mosselman, E. Van der Brugge, R., Barneveld, H, Termes, P., 2013. Praktische voorbeelden van sedimentsturing in de IJssel, aanzet tot pilotprojecten op knelpunten.
  • Sieben A. (2009): Wanden in de Waal, onderzoek naar de invloed van kribkoppen op de lokale bodemligging. Memo. 24 november 2009.
  • Tank F.T.G. en F.R. Kok (1998): Evaluatie pilot kribvakafsluiting, waterbeweging, morfologie en ecologie. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Directie Oost-Nederland.

Partners

Deltares, HKV

  • No labels