Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

Dit deel van de gebruikershandleiding bevat de instructies om snel aan de slag te kunnen met het NWM. Hierin wordt o.a. beschreven staat hoe het NWM opgestart kan worden, welke knoppen en schermen beschikbaar zijn en hoe workflows gestart kunnen worden. Ook is beschreven waar de data uit het NWM opgeslagen wordt en hoe deze te openen is. Uitgebreidere instructies voor Delft-FEWS functies zijn terug te vinden in de engelstalige Delft-FEWS gebruikershandleiding.

 Zoals ook in de inleiding beschreven staat, staat het NWM gegeïnstalleerd op een centrale rekenomgeving bij het Nationale Modellen- en Datacentrum (NMDC). De toegang tot deze rekenomgeving verloopt via de helpdesk water. Het inloggen bij, en werken op de rekenomgeving van het NMDC is niet in deze handleiding beschreven; daarvoor wordt verwezen naar de gebruikershandleiding externe toegang van het NMDC.

Table of Contents
stylenone

 

1.1 Opstarten Nationaal Water Model

Het NWM wordt gestart met start op na het aanklikken van de Application Launcher van Delft-FEWS (figuur X).  

<insert figure Application Launcher>

Voor het NWM zijn zes verschillende profielen gedefinieerd:

  • Zoetwater
  • Rivieren
  • RijnmondDrechtsteden
  • IJsselmeer
  • ZuidwestelijkeDelta
  • SystemManager

Per profiel kan worden ingelogd door het bijbehorende wachtwoord in te voeren. Het profiel van de System Manager heeft de meeste rechten en kan de berekeningen van verschillende deelprogramma’s starten en alle data in het Deltamodel bekijken. Voor de deelprogramma’s geldt dat een deelprogramma alleen de berekeningen kan starten en de data kan bekijken die bij het deelprogramma horen.

Na het inloggen in de FEWS Application Launcher verschijnt het scherm waar een gebruiker kan kiezen tussen Online (inloggen op het live systeem) of StandAlone (Figuur X). Met een klik op de knop <Launch Delft-FEWS> wordt vervolgens het systeem opgestart.

<insert figure StandAlone aanlog scherm>

.

 

1.2 Overzicht schermen Nationaal Water Model

...

Nadat het NWM is opgestart wordt het hoofdscherm getoond (figuur 1.1). Hieronder worden de De belangrijkste onderdelen van dit scherm toegelichtzijn:

  1. Dropdown menu's

...

  1. : Deze menu's geven toegang tot alle schermen die geconfigureerd zijn voor het NWM.
  2. Buttonbar

...

  1. : Deze knoppen geven toegang tot veelgebruikte functies (zie ook 1.

...

  1. Algemene gebruikersinstructies).
  2. Knoppen voor het openen en sluiten van de tabbladen

...

  1. 'Interactive (Forecast Displays)' en 'Data Viewer'. Bij het opstarten van het NWM staat automatisch het tabblad 'Interactive' open

...

  1. . In dit tabblad is te zien welke workflows beschikbaar zijn. In het tabblad 'Data Viewer' kunnen de resultaten van de workflows bekeken worden.
  2. Geopend 'Interactive' tabblad (zie 3). 
  3. De Kaartweergave

...

  1. : De kaart is opgebouwd uit een aantal kaartlagen zoals rivieren, kanalen en waterschappen. Daarnaast maakt de achtergrondkaart ook gebruik van openstreetmap. De kaart kan worden in- of uitgezoomd door aan het wieltje van de muis te draaien. De kaart kan worden verschoven door de kaart met de rechtermuisknop aan te klikken en vervolgens te verschuiven.
  2. Logs

...

  1. : Na het aanklikken van deze knop wordt het meldingenscherm getoond.

...

  1. Sessiegegevens: In deze balk is algemene informatie over het systeem terug te vinden, waaronder de gebruikersnaam, de

...

  1. systeemtijd en de

...

  1. systeemstatus. Wanneer

...

  1. de systeemstatus op groen staat, is de gebruiker ingelogd en kan hij of zij starten met werken. In

...

  1. figuur 1.1 is de systeemstatus paars, wat betekent dat het systeem bezig is met synchronizeren. Voor de volledige beschrijving van de sessiegegeves zie het onderdeel Status Bar in het hoofdstuk FEWS Explorer van de Delft-FEWS User Guide.

Meer informatie over het hoofdscherm is te vinden in het hoofdstuk FEWS Explorer van de Delft-FEWS User Guide.

Anchor
figuur 1.1
figuur 1.1
Image Removed

 Image Added

Figuur 1.1. Het beginscherm met de verschillende onderdelen.

 

Image Removed

hoofdscherm met: 1. Drop downmenu's, 2. Button bar, 3. en 4. Tabbladen, 5. Kaartweergave, 6. Logs en 7. Sessiegegevens.

Anchor
figuur 1.2
figuur 1.2

Image Added

 

Figuur 1.Figuur 2. De knoppen van de buttonbar: 1. Tijdreeksen bekijken, 2. Gridweergave, 3. Starten workflow, 4. Systeembeheer, 5. Management modelruns , 6. Topologie, 7. On-Line Help, 8. Het De link naar het Archief (Geonetwork) en 9. De offline gebruikershandleiding.

1.2.2 Data Viewer

Het tabblad 'Data Viewer' maakt het mogelijk om selecties van tijdreeksen te makentijdseries weer te geven. Na het selecteren van een databron en de bijbehorende locatie(s) en parameter(s) is het mogelijk om een grafiek op te tonen door kan met een klik op de knop 'Tijdreeksen bekijken' in de buttonbar te klikken (figuur (figuur 1.2) een grafiek weergegeven worden (figuur 1.3, onderdelen 1 & 2). Andere mogelijkheden om een grafiek op te starten zijn via het menu <Extra>, <Tijdreeksen bekijken>, of via de shortcut <Ctrl+D>. In de grafiek kan worden inuit- en uitgezoomd ingezoomd worden door met de muis een selectie te trekken of door aan het wieltje van de muis te draaien.

De tijdreeksen kunnen in tabelvorm worden getoond door op de knop 'Tabel' te drukken (figuur 1.3, onderdeel 3) of via de shortcut <F7>. De tijdreeksen kunnen worden geexporteerd naar een aantal formaten door (eventueel) Het exporteren van tijdreeksen kan door, indien gewenst, een selectie te maken van de gewenste tabel data, op de rechtermuisknop te klikken, en 'Bewaar als..' te kiezen (figuur 1.3, onderdeel 4). 

Meer informatie over de data viewer is te vinden in het hoofdstuk Data Display and Data Editor van de Delft-FEWS User Guide.

 

 

Image AddedFiguur 3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm.Image Removed

Figuur 1.3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm. Data viewer functionaliteiten: 1. Selecteren van de data in het 'Data Viewer' tabblad. 2. Het bekijken van de data. 3. De knop om de data in tabel vorm weer te geven. 4. Het exporteren van (geselecteerde) tijdreeksen.

 1.2.3 Gridweergave

In de gridweergave kan dynamische rasterinformatie worden getoond, waaronder Waqua grids en NHI resultaten. Ook kunnen hier tijdreeksen ruimtelijk worden getoond. Hierbij krijgen gebieden of puntlocaties een kleur op basis van de gemodelleerde of gemeten waardes. Door dubbel te klikken op een locatie in de gridweergave wordt de tijdreeks in een grafiek getoond.

De gridweergave kan worden gestart door op de knop 'Gridweergave' in de buttonbar te klikken (figuur 1.2). Andere mogelijkheden om de gridweergave te starten zijn via het menu <Extra>, <Gridweergave>, of via de shortcut <Ctrl+G>. Figuur 1.4 laat de Gridweergave zien in dit geval voor het deelprogramma Rijnmond Drechtsteden (actuele kruinhoogten)gridweergave zien van de maximale waterstanden van het referentie scenario voor het Rijn gebied van het onderdeel Veiligheid.

Meer informatie over de gridweergave is te vinden in het hoofdstuk Spatial Display van de Delft-FEWS User Guide.

 

Image AddedImage Removed

Figuur 1.4. Gridweergave in het NWM.: 1. Gridweergavescherm en 2. Het selecteren van de gewenste data.

1.2.4 Workflows starten - Standaard

...

 In tabel 1 en 2 zijn overzichten te zien van welke taken bij alle workflows horen; wat er gedaan wordt per taak staat verder uitgewerkt in de hoofdstukken Zoetwater  en Veiligheid.

Figuur 1.5. De volgorde van handelingen voor het starten van een workflow: 1. Selecteren workflow folder, 2. Eventueel aanpassen T0, 3. Eventueel aanpassen initiele condities en forecast length, 4. Starten workflow.

...

We raden aan om in de Omschrijving van de Workflow/Taak de versie van het NWM op te nemen. Het is dan altijd duidelijk met welke versie van het NWM de berekeningen zijn gedraaid. In het geval er een export naar het Archief of Deltaportaal van de resultaten wordt gedraaid waarbij de NWM versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid afwijkt van de NWM versie waarmee de export wordt gedraaid zal dit aan de OpenDAP beheerder moeten worden doorgegeven. Deze persoon kan dan de versie in de geëxporteerde netCDF file aanpassen. De geëxporteerde netCDF file krijgt namelijk de huidige NWM versie mee en dus niet automatisch de versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid.

1.5 Wat is er nieuw in het NWM?

  •  Topologyscherm Topologiescherm 
  • Koppeling KNMI'14 14 
  • Naamgeving scenario's 
  • Overzichtelijke structuur structuur 
  • Koppeling waterbalanstools