You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 33 Next »

Dit deel van de gebruikershandleiding bevat de instructies om snel aan de slag te kunnen met het NWM. Hierin wordt o.a. beschreven hoe het NWM opgestart kan worden, welke schermen beschikbaar zijn en hoe workflows gestart kunnen worden. Ook is beschreven waar de data uit het NWM opgeslagen wordt en hoe deze te openen is.

Uitgebreidere instructies voor Delft-FEWS functies zijn terug te vinden in de engelstalige Delft-FEWS gebruikershandleiding.

 

 

1.1 Opstarten Nationaal Water Model

Het NWM wordt gestart met de Application Launcher van Delft-FEWS (figuur X).  

<insert figure Application Launcher>

Voor het NWM zijn zes verschillende profielen gedefinieerd:

  • Zoetwater
  • Rivieren
  • RijnmondDrechtsteden
  • IJsselmeer
  • ZuidwestelijkeDelta
  • SystemManager

Per profiel kan worden ingelogd door het bijbehorende wachtwoord in te voeren. Het profiel van de System Manager heeft de meeste rechten en kan de berekeningen van verschillende deelprogramma’s starten en alle data in het Deltamodel bekijken. Voor de deelprogramma’s geldt dat een deelprogramma alleen de berekeningen kan starten en de data kan bekijken die bij het deelprogramma horen.

Na het inloggen in de FEWS Application Launcher verschijnt het scherm waar een gebruiker kan kiezen tussen Online (inloggen op het live systeem) of StandAlone (Figuur X). Met een klik op de knop <Launch Delft-FEWS> wordt vervolgens het systeem opgestart.

<insert figure StandAlone aanlog scherm>

1.2 Overzicht schermen Nationaal Water Model

1.2.1 Hoofdscherm 

Nadat het NWM is opgestart wordt het hoofdscherm getoond (figuur 1). Hieronder worden de belangrijkste onderdelen van dit scherm toegelicht:

  • Dropdown menu's. Deze menu's geven toegang tot alle schermen die geconfigureerd zijn voor het NWM.
  • Buttonbar (zie ook figuur 2). Deze knoppen geven toegang tot veelgebruikte functies.
  • Tabbladen: 'Interactive (Forecast Displays)' en 'Data Viewer'. Bij het opstarten van het NWM staat automatisch het tabblad 'Interactive' open, hierin is te zien welke workflows beschikbaar zijn. In het tabblad 'Data Viewer' kunnen de resultaten van de workflows bekeken worden.
  • Kaartweergave. De kaart is opgebouwd uit een aantal kaartlagen zoals rivieren, kanalen en waterschappen. Daarnaast maakt de achtergrondkaart ook gebruik van openstreetmap. De kaart kan worden in- of uitgezoomd door aan het wieltje van de muis te draaien. De kaart kan worden verschoven door de kaart met de rechtermuisknop aan te klikken en vervolgens te verschuiven.
  • Logs. Na het aanklikken van deze knop wordt het meldingenscherm getoond.
  • Forecaster Notes. Hierin kunnen eigen notities worden aangemaakt.
  • Sessiegegevens. In deze balk is algemene informatie over het systeem terug te vinden, waaronder de gebruiker en de systeemtijd. Wanneer in de Operator-Client gewerkt wordt is in deze balk eveneens zichtbaar of de gebruiker verbinding heeft en kan starten met werken. In dat geval staat de systeem status op groen (zie figuur 1).
  • Meer informatie over het hoofdscherm is te vinden in het hoofdstuk FEWS Explorer van de Delft-FEWS User Guide.

 

Figuur 1. Het beginscherm met de verschillende onderdelen.

 

Figuur 2. De knoppen van de buttonbar: 1. Tijdreeksen bekijken, 2. Gridweergave, 3. Starten workflow, 4. Systeembeheer, 5. Management modelruns , 6. Topologie, 7. On-Line Help, 8. Het Archief (Geonetwork).

1.2.2 Data Viewer

Het tabblad 'Data Viewer' maakt het mogelijk om selecties van tijdreeksen te maken. Na het selecteren van een databron en de bijbehorende locatie(s) en parameter(s) is het mogelijk om een grafiek op te tonen door op de knop 'Tijdreeksen bekijken' in de buttonbar te klikken (figuur 2). Andere mogelijkheden om een grafiek op te starten zijn via het menu <Extra>, <Tijdreeksen bekijken>, of via de shortcut <Ctrl+D>. In de grafiek kan worden in- en uitgezoomd door met de muis een selectie te trekken of door aan het wieltje van de muis te draaien.

De tijdreeksen kunnen in tabelvorm worden getoond door op de knop 'Tabel' te drukken of via de shortcut <F7>. De tijdreeksen kunnen worden geexporteerd naar een aantal formaten door (eventueel) een selectie te maken van de gewenste tabel data, op de rechtermuisknop te klikken, en 'Bewaar als..' te kiezen (figuur 3).

Meer informatie over de data viewer is te vinden in het hoofdstuk Data Display and Data Editor van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm.

Figuur 3. Exporteren van tijdreeksen vanuit het tijdreeksen scherm.

 1.2.3 Gridweergave

In de gridweergave kan dynamische rasterinformatie worden getoond, waaronder Waqua grids en NHI resultaten. Ook kunnen hier tijdreeksen ruimtelijk worden getoond. Hierbij krijgen gebieden of puntlocaties een kleur op basis van de gemodelleerde of gemeten waardes. Door dubbel te klikken op een locatie in de gridweergave wordt de tijdreeks in een grafiek getoond.

De gridweergave kan worden gestart door op de knop 'Gridweergave' in de buttonbar te klikken (figuur 2). Andere mogelijkheden om de gridweergave te starten zijn via het menu <Extra>, <Gridweergave>, of via de shortcut <Ctrl+G>. Figuur 4 laat de Gridweergave zien in dit geval voor het deelprogramma Rijnmond Drechtsteden (actuele kruinhoogten).

Meer informatie over de gridweergave is te vinden in het hoofdstuk Spatial Display van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 4. Gridweergave in het NWM.

1.2.4 Workflows starten - Standaard

De workflows staan geordend per onderdeel en scenario of strategie in folders in het tabblad 'Interactive'. Na het openen van een scenario of strategie folder worden de bijbehorende workflows zichtbaar (figuur 5, stap 1). De T0 (figuur 5,  stap 2), 'Initial state' en 'Forecast length' kunnen worden aangepast, waarvan de laatste twee in het pop up scherm 'Taakuitvoer opties' (figuur 5, stap 3) te vinden zijn.  

Voor Veiligheid zijn de T0, Initial state en Forecast length op de juiste datum-tijd gezet. De reden hiervoor is dat voor Veiligheid events worden doorgerekend. Deze standaard instellingen zijn te controleren met de Testwaarden tabel. Voor Zoetwater zijn ook de juiste voorkeurs datum-tijden standaard ingesteld, hierbij geldt dat de berekening voor hele jaren moet worden uitgevoerd (1 januari tot 1 januari). Voor meerjarige berekeningen dient het expert scherm gebruikt te worden (zie 1.2.5, meerjarige berekeningen). Het instellen/aanpassen van de Initial state en Forecast length is in principe alleen bedoeld voor het uitvoeren van  testsommen, bijv. voor het draaien van kortere runs dan de standaard instellingen.

Start een workflow door deze te selecteren en vervolgens op de knop 'Uitvoeren geselecteerd segment(groep)' te klikken (figuur 5, stap 4), of gebruik de shortcut <Shift+F9>. Het topologie venster geeft weer hoe verschillende workflows met elkaar samenhangen. Zie ook 1.2.8.

 In tabel 1 en 2 zijn overzichten te zien van welke taken bij alle workflows horen; wat er gedaan wordt per taak staat verder uitgewerkt in de hoofdstukken Zoetwater  en Veiligheid.

Figuur 5. De volgorde van handelingen voor het starten van een workflow: 1. Selecteren workflow folder, 2. Eventueel aanpassen T0, 3. Eventueel aanpassen initiele condities en forecast length, 4. Starten workflow.

 

Tabel 1.

Zoetwater

Landelijk

LHM

(tick)

LSM

(tick)

LSM light

(tick)

LTM

(tick)

export LKM (WQINT)

(tick)

BIVAS

(tick)


Tabel 2.

Veiligheid

Rijn

Maas

RMM

IJsselmeer

Markermeer

IJssel-Vechtdelta

Importeer randvoorwaarden

(tick)

(tick)

(tick)

 

 

(tick)

Run Sobek update

 

 

(tick)

 

 

 

Run Sobek

 

 

(tick)

 

 

 

Run WAQUA model

(tick)

(tick)

 

 

 

 

Run WAQUA model

-          for an update

-          without wind

-          with open barrier

-          with correct working barrier

 

 

 

 

 

(tick)

Run PostProcessing WAQUA

(tick)

(tick)

 

 

 

(tick)

Run HydraZoet

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

(tick)

Run PostProcessing HydraZoet

(tick)

(tick)

 

(tick)

(tick)

(tick)

Export resultaten naar archief

(tick)

(tick)

 

 

 

(tick)


1.2.5 Workflows starten - Expert

Door de knop 'Starten workflow' in de buttonbar (figuur 2) aan te klikken, of via het menu <Extra>, <Starten Workflow>, of via de shortcut <Ctrl+M> wordt het scherm geopend waarbinnen workflows kunnen worden aangepast (Figuur 6). Een workflow kan worden geselecteerd in het dropdown menu onder <Taak>. Verder kan de T0 en de begintoestand van de workflow worden ingesteld. Optioneel kan er een omschrijving aan de taak worden meegegeven. Door op 'uitvoeren' te klikken wordt de taak gedraaid.


Meerjarige berekeningen ('Voorbereide taak uitvoeren...'):

Meerjarige berekeningen worden ingesteld middels de knop 'Voorbereide taak uitvoeren..' in het 'Starten workflow' scherm. Na een klik op deze knop kunnen 'batchruns' voor Zoetwater geselecteerd en vervolgens uitgevoerd worden. De meerjarige taken voor deze batchruns staan gedefinieerd in een xml script. Standaard staat een set aan batchscripts klaar voor een langjarige run (1981-2006). De (expert-)gebruiker kan ook zelf nieuwe batchscripts maken en gebruiken voor het starten van een meerjarige berekening.

<insert screenshot batchscript>

Meer informatie over het starten van workflows in het 'Start workflow' scherm is te vinden in het hoofdstuk Manual Forecast Display van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 6. Scherm voor het aanpassen van workflows.

 

1.2.6 Systeembeheer

Het systeembeheer toont standaard een aantal zaken zoals logmeldingen, status van de servercomponenten, gedefinieerde en actueel draaiende workflows.

Het systeembeheer kan geopend worden door de knop 'Systeembeheer' in de buttonbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Systeembeheer>, of via de shortcut <Ctrl+S>.

Meer informatie over het systeembeheer is te vinden in het hoofdstuk 'System Monitor' van de Delft-FEWS User Guide.

1.2.7 Management Modelruns

Management Modelruns geeft de mogelijkheid tot het beheren van de modelruns, het goedkeuren van actuele modelruns en het instellen van een verlooptijdstip.

Management Modelruns kan worden geopend door de knop 'Management Modelruns' in de buttonbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Management Modelruns>, of via de shortcut <Ctrl+F>.

Meer informatie over Management Modelruns is te vinden in het hoofdstuk 'Forecast Manager' van de Delft-FEWS User Guide.

1.2.8 Topologie

De topologie geeft in een blokkenschema weer hoe verschillende workflows binnen een topology node met elkaar verbonden zijn. Zie 2.2.4 voor meer informatie over topology nodes en bijbehorende workflows.

De topologie kan worden geopend door de knop 'Topologie' in de buttonbar aan te klikken (figuur 2), via het menu <Extra>, <Topologie>, of via de shortcut <Ctrl+T>.

1.2.9 Debuggen - Expert

Binnen Delft-FEWS is een aantal debug mogelijkheden beschikbaar. Deze geven de ervaren gebruiker meer inzicht in de werking van het FEWS systeem. De debug opties zijn beschikbaar gesteld onder de F12 knop in de FEWS Explorer. Via het menu dat dan zichtbaar wordt zijn onder andere de volgende handige functionaliteiten beschikbaar:

  • 7. ID's visible 
    • Toont naast de labels van de locaties ook de ID's die in de FEWS configuratie gebruikt zijn.
  • J. Open database viewer 
    • Toont de runs die aangemaakt zijn (figuur 7).
  • K. Open workflow navigator
    • Toont de taken die onder elke workflow hangen.


Figuur 7. Database viewer.

1.3 Exports: het Archief (GeoNetwork) en OPeNDAP

Wanneer het exporteren van data onderdeel is van een workflow, dan worden deze data of op de OPeNDAP server of in het Archief op GeoNetwork geplaatst. De locatie van de data is afhankelijk van de vorm. Gaat het om NetCDF bestanden, dan komen deze terecht in het Archief. Gaat het om bestanden in het originele bestandsformaat, dan worden deze op de OPeNDAP server opgeslagen.

Het Archief is te bereiken via de website http://tl-tc063.xtr.deltares.nl:8080/geonetwork/srv/dut/main.home . Inloggen kan met de gebruikersnaam archive en het wachtwoord nwm-arch-geo. Op de pagina's Uitvoerparameters Veiligheid en Uitvoerparameters Zoetwater is terug te vinden welke NetCDF files geexporteerd worden. Informatie over zoeken in het Archief en het downloaden van de data is terug te vinden in de Gebruikershandleiding Geonetwork.  

De OPeNDAP server is te bereiken via de website http://opendap-dm1.knmi.nl:8080/thredds/catalog/deltamodel/catalog.html?dataset=deltamodel. Deze bestanden zijn alleen bedoeld voor expert gebruik en worden hier niet verder toegelicht. Zie ook Uitvoerparameters Veiligheid en Uitvoerparameters Zoetwater.

1.4 NWM versie van berekeningen

We raden aan om in de Omschrijving van de Workflow/Taak de versie van het NWM op te nemen. Het is dan altijd duidelijk met welke versie van het NWM de berekeningen zijn gedraaid. In het geval er een export naar het Archief of Deltaportaal van de resultaten wordt gedraaid waarbij de NWM versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid afwijkt van de NWM versie waarmee de export wordt gedraaid zal dit aan de OpenDAP beheerder moeten worden doorgegeven. Deze persoon kan dan de versie in de geëxporteerde netCDF file aanpassen. De geëxporteerde netCDF file krijgt namelijk de huidige NWM versie mee en dus niet automatisch de versie waarmee de berekeningen zijn gedraaid.

1.5 Wat is er nieuw in het NWM?

  •  Topologyscherm 
  • Koppeling KNMI'14 
  • Naamgeving scenario's 
  • Overzichtelijke structuur 
  • Koppeling waterbalanstools

 

  • No labels