Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Nadat het NWM is opgestart wordt het hoofdscherm getoond (figuur 1. 1Algemene gebruikersinstructies). De belangrijkste onderdelen van dit scherm zijn de:

  1. Dropdown menu's: Deze menu's geven toegang tot alle schermen die geconfigureerd zijn voor het NWM.
  2. Buttonbar: Deze knoppen geven toegang tot veelgebruikte functies (zie ook 1. Algemene gebruikersinstructies).
  3. Knoppen voor het openen en sluiten van de tabbladen 'Interactive' en 'Data Viewer'. Bij het opstarten van het NWM staat automatisch het tabblad Interactive open. In dit tabblad is te zien welke workflows beschikbaar zijn. Een workflow is een set van één of meerdere taken die automatisch uitgevoerd worden na het activeren van de workflow. Voor meer informatie over het tabblad Interactive en het starten van workflows zie onderdeel 1.3 Workflows Starten. In het tabblad Data Viewer kunnen de resultaten van de workflows vervolgens bekeken worden. Voor meer informatie over de Data Viewer zie onderdeel 1.2.3.
  4. Geopend 'Interactive' tabblad (zie punt 3). 
  5. Kaartweergave: De kaart is opgebouwd uit een aantal kaartlagen zoals rivieren, kanalen en waterschappen. De achtergrondkaart maakt gebruik van openstreetmap. Op de kaart kan worden in- of uitgezoomd door aan het wieltje van de muis te draaien. De kaart kan worden verschoven door de rechtermuisknop op de kaart ingedrukt te houden en tegelijkertijd met de muis te bewegen.
  6. Logs: Na het aanklikken van deze knop wordt het meldingenscherm getoond.
  7. Sessiegegevens: In deze balk is algemene informatie over het systeem terug te vinden, waaronder de gebruikersnaam, de systeemtijd en de systeemstatus. Wanneer de systeemstatus op groen staat, is de gebruiker ingelogd en kan hij of zij starten met werken. In figuur In 1. 1 Algemene gebruikersinstructies is de systeemstatus paars, wat betekent dat het systeem bezig is met synchronizeren. Voor de volledige beschrijving van de sessiegegeves zie het onderdeel Status Bar in het hoofdstuk FEWS Explorer van de Delft-FEWS User Guide.

...

Nadat een workflow gedraaid heeft kan via het tabblad 'Data Viewer' de data die de workflow heeft opgeleverd in grafieken en tabellen weergegeven worden. Na het selecteren van een databron en de bijbehorende locatie(s) en parameter(s) kan met een klik op de knop 'Tijdreeksen bekijken' (figuur 1. 2Algemene gebruikersinstructies) een grafiek weergegeven worden (figuur 1.3 (1) & (2)). Andere mogelijkheden om een grafiek op te starten zijn via het menu <Extra>, <Tijdreeksen bekijken>, of via de shortcut <Ctrl+D>. In de grafiek kan uit- en ingezoomd worden door met de muis een selectie te trekken of door aan het wieltje van de muis te draaien.

...

Start de 'Gridweergave' door op de bijbehorende knop in de buttonbar te klikken (figuur 1. 2Algemene gebruikersinstructies). Andere mogelijkheden om de gridweergave te starten zijn via het menu <Extra>, <Gridweergave>, of via de shortcut <Ctrl+G>. Figuur 1.4 laat de gridweergave zien van de maximale waterstanden van het referentie scenario voor het Rijn gebied van het onderdeel Veiligheid.

...

Management Modelruns kan worden geopend door de knop 'Management Modelruns' in de buttonbar aan te klikken (figuur 1. 2Algemene gebruikersinstructies), via het menu <Extra>, <Management Modelruns>, of via de shortcut <Ctrl+F>.

...

De topologie geeft in een blokkenschema weer hoe verschillende workflows binnen een folder met elkaar verbonden zijn. Indien een  Met een dubbele muisklik op een workflowblok kan een workflow ook vanuit dit scherm gestart worden. Wanneer een blok met een ander blok verbonden is door middel van een pijl, dan betekent dat dat de output van het blok aan de staartkant van de pijl noodzakelijk is voor het starten van het blok aan de puntkant van de pijl. Zo is bijvoorbeeld de output van de workflow LHM noodzakelijk voor het draaien van de workflow Export BIVAS (figuur 1.127).
In- en outzoomen in dit scherm kan door aan het muiswieltje te draaien. 

De topologie kan worden geopend door de knop 'Topologie' in de buttonbar aan te klikken (figuur 21. Algemene gebruikersinstructies), via het menu <Extra>, <Topologie>, of via de shortcut <Ctrl+T>.

...

Een workflow is een set van één of meer taken die automatisch uitgevoerd worden na het activeren van de workflow. De standaard wijze van het opstarten van een workflow is via het tabblab 'Interactive'. In dit tabblad staan de verschillende workflows in folders geordend per onderdeel, per gebied en als laatste per scenario. Zo is bijvoorbeeld in figuur 1.3 8 (1) de workflow 'Importeer randvoorwaarden' geselecteerd. Deze workflow bevind zich in de scenario folder '2015 - referentie'14', de gebiedsfolder 'Rijn' en de onderdeel folder 'Veiligheid'. Hoe de workflows binnen een scenario folder met elkaar samenhangen is terug te vinden in het topologie venster (zie ook onderdeel 1.2.86 Topologie). Welke workflows beschikbaar zijn is weergegeven in tabel 1.1 voor Zoetwater en tabel 1.2 voor Veiligheid. Wat er in elke workflow gebeurt staat verder uitgewerkt in de hoofdstukken Zoetwater  en Veiligheid.

Na het selecteren van een workflow kunnen de 'T0' (figuur 1.3 8 (2)), 'Initial state' en 'Forecast length' worden aangepast. De initial state en forecast length bevinden zich in het pop up scherm 'Taakuitvoer opties' (figuur 1.3 8 (3)). Voor zowel het onderdeel Veiligheid als het onderdeel Zoetwater zijn de T0, initial state en forecast length op de juiste datum-tijd gezet. Deze standaard instellingen zijn te controleren met de Testwaarden tabel op de Testwaarden pagina, welke onderdeel is van de Technische en Plausibiliteit testen en terug te vinden is op de wiki van het NWM. Het instellen of aanpassen van de initial state en forecast length is in principe alleen bedoeld voor het uitvoeren van testsommen, bijvoorbeeld voor het draaien van kortere runs dan de standaard instellingen.

Zodra de gewenste workflow geselecteerd is en de juiste T0, initial state en forecast length ingevoerd zijn, kan de workflow gestart worden. Start een workflow door deze te selecteren en vervolgens op de knop 'Uitvoeren geselecteerd segment(groep)' te klikken (figuur 1.3 8 (4)), of gebruik de shortcut <Shift+F9>.

Voor het starten van meerjarige berekeningen dient het expert scherm gebruikt te worden, zie onderdeel 1.2.3 Workflows starten (Expert).

  

Meer informatie over het tabblad Interactive is terug te vinden in het hoofdstuk Interactive Forecasting Displays van de Delft-FEWS User Guide.

Figuur 1.78. De volgorde van handelingen voor het starten van een workflow: 1. Het selecteren van een workflow, 2. Eventueel aanpassen van de T0, 3. Eventueel aanpassen van de initiële condities en forecast length, 4. Starten van de workflow.

...

De mogelijkheid om een workflow aan te passen en op te starten via het scherm 'Starten workflow' is niet bedoeld voor de standaard gebruiker, maar voor de expert gebruiker en wordt hier beperkt toegelicht.
Het scherm 'Starten workflow' wordt geopend door de knop 'Starten workflow' in de buttonbar (figuur 1.29) aan te klikken, of via het menu <Extra>, <Starten Workflow>, of via de shortcut <Ctrl+M>. Het selecteren van een workflow kan middels het dropdown menu onder <Taak>. Verder kan de T0 en de begintoestand van de workflow worden ingesteld. Optioneel kan een omschrijving aan de taak worden meegegeven. Door op 'Uitvoeren' te klikken wordt de taak gedraaid.

...

Meer informatie over het starten van workflows in het 'Start workflow' scherm is te vinden in het hoofdstuk Manual Forecast Display van de Delft-FEWS User Guide.


Figuur 1.89. Scherm voor het aanpassen van workflows.

...

In het NWM kunnen ook meerjarige berekeningen uitgevoerd worden. Dit type berekeningen moet voorgedenifinieerd worden met een XML script (figuur 1.710). Wanneer een XML script klaar is voor gebruik, kan deze met de knop 'Voorbereide taak uitvoeren..' in het 'Starten workflow' scherm geselecteerd en vervolgens uitgevoerd worden. Standaard staat een set aan XML scripts klaar voor meerjarige berekeningen voor Zoetwater. Voor een overzicht van deze scripts zie tabel 1.3.

Figuur 1.910. Stuk uit een XML script voor een meerjarige taak.

...

  • 7. ID's visible 
    • Toont naast de labels van de locaties ook de ID's die in de FEWS configuratie gebruikt zijn.
  • J. Open database viewer 
    • Toont de runs die aangemaakt zijn (figuur 1.1311).
  • K. Open workflow navigator
    • Toont de taken die onder elke workflow hangen.

Figuur 1.1011. De database viewer.

1.5 Exports: het Archief (GeoNetwork) en OPeNDAP

...