Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

Ecological knowledge base

scrollbar

Bruine forel - Salmo trutta

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Bruine forel - Salmo trutta

Regio

Nederland, Eurazië, Amerika, Noord-Afrika

Watersysteem

beken, rivieren, meren, zee

Natuurparameter

vissen

HR nr

 

Factsheet opgemaakt door

M.P. Weeber

Column
width20%

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

De bruine forel (Salmo trutta) komt van nature in Eurazië en het Noorden van Afrika voor. De verspreiding trekt zich van het vaste land naar zee en is gecentreerd rond de Middellandse zee, Caspische zee en Noordzee. Na 1883 heeft de bruine forel zich na introductie in Noord-Amerika gevestigd #1.
De bruine forel is een vis die in meerdere vormen voorkomt, namelijk zeeforel (Salmo trutta trutta), meerforel (Salmo trutta lacustris) en de beekforel (Salmo trutta fario) #1#3. Onderzoek heeft aangetoond dat de bruine forel zich afhankelijk van de omstandigheden, en de hiermee samenhangende wens om te migreren, als één van deze vormen kan ontwikkelen #3. In dit habitatmodel zijn alleen de habitateisen opgenomen voor de periode dat de bruine forel in meren en beken verblijft.

In Nederland komt de bruine forel in de kustwateren, het IJsselmeer en de groter rivieren voor. De bruine forel trekt vanuit zee rivieren op om in zijriviertjes en beken te paren. Jonge bruine forellen kunnen na 1 a 2 jaar in zoetwater naar zee trekken, alwaar ze opgroeien tot volwassen zeeforellen. Tijdens de migratie naar zee verandert de jonge zeeforel van het parr stadium naar het smolt stadium. Hierbij maakt de bruine forel zowel een innerlijke als een uiterlijke verandering door. De forel verandert van zwarte vlekken op de flank naar compleet zilverkleurig #2. Deze zilverkleurige forellen worden gerekend tot de vorm zeeforel. Zoals de naam al zegt trekken de meerforellen vanuit de beken en rivieren naar de meren. De beekforellen brengen hun hele leven in de beek door en deze worden gezien als de niet migrerende vorm van de bruine forel #3.

Voedselhabitat en strategie

Jonge forellen eten ongewervelden, die ze zowel boven als onder water vangen. Volwassen forellen eten kleine vissen, amfibieën en zoogdieren, zoals muizen #2. Volwassen forellen jagen voornamelijk ’s nachts #1.

Reproductie en migratie

De trek naar de paaigebieden wordt mogelijk bepaald door de afname van de dagduur, het toenemen van de stroming of de afname in watertemperatuur. De paai vindt plaats in nestkuilen gelegen in de grindbanken van snelstromende beken en kleine rivieren. Hier worden de eieren afgezet, waarna ze worden afgedekt met een klein laagje grind. Deze grindbanken worden gekarakteriseerd door het opwellen van grondwater en/of neerwaarts gerichte waterstromen. Dit zorgt circulatie van water tussen het grind, waardoor er geen sedimentlaagje over de eieren kan vormen #1.

Na de uitkomst zoeken de larvale forellen een beschutte plaats om op te groeien #2. De larven verspreiden zich binnen een week na uitkomen over het geschikte habitat. Hier verblijven ze één levensjaar. Tijdens dit levensjaar vindt er veel sterfte plaats door intraspecifiek territoriaal gedrag #1. Hierna kan de jonge forel afhankelijk van de omstandigheden richting een meer of de zee trekken, waar zij twee levensjaren doorbrengen. In zee trekken de jonge forellen op in scholen #1.

De forel kan in het derde of vijfde levensjaar deelnemen aan de voortplanting. Volwassen forellen kunnen 13 jaar oud worden en een lengte van 30 cm bereiken #1.

Milieuvoorwaarden

Voor de bruine forel is de watertemperatuur de meest bepalende factor voor hun verspreiding. Waterstromen met veel schaduw en koude bronnen hebben de voorkeur, vanwege een constante en lage watertemperatuur. In kleine stromen is hierom de nabijheid van bomen van belang, voornamelijk op hete zomerdagen. In grotere stromen en meren helpt een groter volume aan water en de waterdiepte de afwezigheid van schaduw te compenseren. Ook het prooiaanbod is hoger bij een lage en constante temperatuur #1.

Alle levensfases van de forel hebben een sterke behoefte aan voldoende opgelost zuurstof. De behoefte varieert echter tussen de verschillende levensfases, maar wordt ook beïnvloed door de zuurgraad, watertemperatuur, activiteit van de forel en de hoeveelheid zwevende stof. Daarnaast heeft een lage zuurgraad een negatief effect op het voedselaanbod, de groei en de maximale leeftijd van de forel #1.

Oevervegetatie zorgt ervoor dat erosie niet plaats kan vinden. Erosie zorgt voor fijn sediment, wat een negatief effect heeft op het overleven van het embryo, de voedselproductie en de dekking in de vorm van groot substraat en waterplanten 1. Sterke veranderingen in de stroming kunnen ook een negatief effect hebben op het embryo. Door een laag debiet kunnen stromen droogvallen of bevriezen en bij een hoge afvoer kan het grind gaan verschuiven #1.

In stromen met een sterk gradiënt komt het meeste eetbare materiaal van landplanten en landinsecten. Naarmate het gradiënt afneemt neemt het aantal invertebraten rond stenige oevers toe. Benedenstrooms daalt de stroomsnelheid en substraatgrootte, echter het aantal poelen ten opzichte van stenige oevers, de watertemperatuur, productiviteit van het systeem en de diversiteit in insecten nemen over het algemeen toe. Zowel de larvale en de juvenile forellen hebben een voorkeur voor poelen, een lagere stroomsnelheid (15 cm/s) en rotsachtig substraat. Daarnaast is voor larvale forellen beschutting erg belangrijk. Die zoeken ze in het grindbed. Hierin brengen zij de winter door. Juveniele forel geeft de voorkeur aan water dieper dan 15 cm. Volwassen beekforellen worden voornamelijk aangetroffen bij hogere stroomsnelheden en dieper water. Bij de meerforel wordt het optimale habitat gekenmerkt door helder, koel tot koud, oligotroof water met een grote waterdiepte. De afmetingen van het meer en de chemische kwaliteit mogen hierbij variëren #1.

Volwassen forellen in waterstromen hebben een sterke behoefte aan beschutting. Deze beschutting wordt verkregen door ondergedoken vegetatie, overhangende vegetatie en objecten in de waterkolom. Deze vegetatie en de objecten remmen de stroomsnelheid. In deze luwe delen wordt door de forellen naar voedsel gezocht en gerust #1. In de winter trekken de volwassen forellen naar diep en luw water, zoals meren en grotere rivieren. In de winterperiode is ook in dieper water de behoefte aan beschutting groot #1.

Dosis-effect relaties

De Dosis-effect relaties zijn opgesteld per levensvorm van de bruine forel. Hierin is onderscheid gemaakt tussen de adult, larve, juveniel , embryo en parameters die een effect uitoefenen op alle eerdere genoemde vormen #1. In deze dosis-effect relaties zijn de habitateisen van de bruine forel in beken, rivieren en meren opgenomen. De zee is buiten beschouwing gelaten.

Stroomdiagram


Wiki Markup
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking in de watergang| Aandeel poelen | Poel classivisering "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Adult Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}


Wiki Markup
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Bedekking in de watergang | Aandeel poelen | Fijn sediment "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Juveniel Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];

{flowchart}


Wiki Markup
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = " Substraatgrootte | Aandeel poelen | Fijn sediment "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Larve Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];

{flowchart}


Wiki Markup
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Temperatuur |Zuurstof | Stroomsnelheid | Korrelgrootte in paaigebied | Fijn sediment "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Embryo Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];

{flowchart}


Wiki Markup
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Temperatuur | Zuurstof | Zuurgraad | Debiet | Dominant substraat | Oevervegetatie | Fijn sediment |Oeverstabiliteit | Schaduw | Nitraatgehalte | Piekafvoer "
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Andere parameters Bruine forel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="gemiddelde"]
[
id = 2
];

{flowchart}

Dosis-effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmax. watertemperatuur (graden Celsius)
dataOrientationvertical
titleTemperatuur (Adult & Juveniel)
typexyline
yLabelHGI

max. watertemperatuur (graden Celsius)

HGI

0

0

12

1

19

1

27

0

30

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmax. watertemperatuur (graden Celsius)
dataOrientationvertical
titleTemperatuur (Juveniel)
typexyline
yLabelHGI

max. watertemperatuur (graden Celsius)

HGI

0

0

5

0

7

1

15

1

26

0

30

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmax. watertemperatuur (graden Celsius)
dataOrientationvertical
titleTemperatuur (Embryo)
typexyline
yLabelHGI

max. watertemperatuur (graden Celsius)

HGI

0

0

7

1

13

1

15

0

20

0

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelopgeloste zuurstof in het water (mg/L)
dataOrientationvertical
titleZuurstof (temperatuur < 10 graden Celsius)
typexyline
yLabelHGI

opgeloste zuurstof in het water (mg/L)

HGI

0

0

3

0

9.3

1

15

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelopgeloste zuurstof in het water (mg/L)
dataOrientationvertical
titleZuurstof (temperatuur > 10 graden Celsius)
typexyline
yLabelHGI

opgeloste zuurstof in het water (mg/L)

HGI

0

0

6

0

14.5

1

15

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelgem. stroomsnelheid (cm/s)
dataOrientationvertical
titleStroomsnelheid (Embryo)
typexyline
yLabelHGI

gem. stroomsnelheid (cm/s)

HGI

0

0

15

0

40

1

70

1

90

0

100

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbedekking waterplanten (%)
dataOrientationvertical
titleBedekking in de watergang(Larve)
typexyline
yLabelHGI

bedekking waterplanten (%)

HGI

0

0

15

1

40

1

Referentie: #1
NB. Opgenomen in het late groeiseizoen bij lage waterperiode op groter of gelijk aan 15 cm diepte of dicht bij de bodem bij een stroomsnelheid lager dan 15 cm/s #1.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbedekking waterplanten (%)
dataOrientationvertical
titleBedekking in de watergang(Adulten)
typexyline
yLabelHGI

bedekking waterplanten (%)

HGI

0

0

34

1

40

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel substraat grootte 1 tot 7 cm (%)
dataOrientationvertical
titleSubstraatgrootte A
typexyline
yLabelHGI

aandeel substraat grootte 1 tot 7 cm (%)

HGI

0

0

2

0.7

5

1

Referentie: #1
NB. Mocht het aandeel lager zijn dan 5% dan wordt verwezen naar Substraatgrootte B #1.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel substraat grootte 0.3 - 1 cm en 7 - 10 cm (%)
dataOrientationvertical
titleSubstraatgrootte B
typexyline
yLabelHGI

aandeel substraat grootte 0.3 - 1 cm en 7 - 10 cm (%)

HGI

0

0

3.5

0.4

5

0.7

Referentie: #1
NB. Gebruik een gewogen gemiddelde van het areaal dat beschikbaar is aan sediment type A en B om tot de geschiktheid te komen #1.

Section
Column
width50%
Chart
xlabelOrientationvertical
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel substraat in substraatklasse 10 tot 40 cm (%)
dataOrientationvertical
titleSubstraat klasse
typexyline
yLabelHGI

aandeel substraat in substraatklasse 10 tot 40 cm (%)

HGI

0

0

10

1

20

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeldominant substraat in de stroom (klassen)
dataOrientationvertical
titleDominant substraat type (> 50%)
typebar
yLabelHGI

dominant substraat in de stroom (klassen)

HGI

puin, kleine keien of aquatische vegetatie

1

puin, grind, keien en fijnsediment in gelijke hoeveelheden, wel of geen waterplanten

0.6

fijnsediment, rotsgrond, fijn grind of grote keien zijn dominant

0.3

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel poelen (%)
dataOrientationvertical
titleAandeel poelen in de laagwaterperiode
typexyline
yLabelHGI

aandeel poelen in habitat(%)

HGI

0

0.1

25

0.6

50

1

70

1

100

0.5

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelVegetatieindex (%)
dataOrientationvertical
titleOevervegetatie in habitat
typexyline
yLabelHGI

Vegetatieindex (%)

HGI

0

0.08

20

0.08

100

0.85

140

1

300

1

Referentie: #1
NB: Alleen van toepassing op niet-productieve stromen van 15 meter breed of minder #1. Vegetatie index = 2(struiken) + 1.5 (grassen) + (bomen).

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel wortels en rotsige oeverbedekking (%)
dataOrientationvertical
titleOeverstabiliteit
typexyline
yLabelHGI

aandeel wortels en rotsige oeverbedekking (%)

HGI

0

0.2

30

0.35

50

0.8

65

0.95

75

1

100

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmaximale en minimale zuurgraad (pH)
dataOrientationvertical
titleZuurgraad
typexyline
yLabelHGI

maximale en minimale zuurgraad (pH)

HGI

0

0

5

0

6.8

1

7.8

1

9.5

0

10

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
xlabelOrientationvertical
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabellate zomer afvoer tegen gemiddeld (%)
dataOrientationvertical
titleDebiet
typexyline
yLabelHGI

late zomer afvoer tegen gemiddeld (%)

HGI

0

0

50

1

100

1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelpoel classificatie (klassen)
dataOrientationvertical
titlePoel classificatie
typexyline
yLabelHGI

poel classificatie (klassen)

HGI

30% < groot en diep

1

30 > groot en diep < 10% , 50% < gemiddeld

0.6

10% > groot en diep, 50% > gemiddeld

0.3

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)
dataOrientationvertical
titleFijn sediment (Embryo)
typexyline
yLabelHGI

aandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)

HGI

0

1

5

1

15

0.5

30

0.2

40

0.1

Referentie: #1

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)
dataOrientationvertical
titleFijn sediment (Adult)
typexyline
yLabelHGI

aandeel fijn sediment (< 3 mm) (%)

HGI

0

1

10

1

40

0.2

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbeschaduwing van de stroom tussen 10:00 en 14:00 (%)
dataOrientationvertical
titleSchaduw
typexyline
yLabelHGI

beschaduwing van de stroom tussen 10:00 en 14:00 (%)

HGI

0

0.3

50

1

75

1

85

0.9

100

0.5

Referentie: #1
NB. Alleen gebruiken voor stromen smaller dan 50 meter en die boven de 18 graden Celsius zijn #1.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelnitraat- of stikstofgehalte (mg/L)
dataOrientationvertical
titleNitraatgehalte
typebar
yLabelHGI

nitraat- of stikstofgehalte (mg/L)

HGI

0 of > 2

0

0.01 - 0.04 of 0.91 - 2.0

0.25

0.05 - 0.09 of 0.51 - 0.90

0.5

0.1 - 0.14 of 0.26 - 0.50

0.75

0.15 - 0.25

1

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelgem. jaarlijkse piekafvoer / gem. dagelijkse afvoer(klasse)
dataOrientationvertical
titlePiekafvoer
typexyline
yLabelHGI

gem. jaarlijkse piekafvoer / gem. dagelijkse afvoer (klasse)

HGI

1

0.5

2

1

2.8

1

4.5

0.7

6

0.2

Referentie: #1

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze habitatregels zijn opgesteld voor Noord-Amerika.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeld project beschikbaar.

Referenties

1

Anchor
1
1
U.S. Fish and Wildlife Service (1986) HABITAT SUITABILITY INDEX MODELS AND INSTREAM FLOW SUITABILITY CURVES: BROWN TROUT, Biological Report 82, 10.124, Revised, september 1986
2
Anchor
2
2
www.ravon.nl (Forel) 18 december 2012
3
Anchor
3
3
van Emmerik, W.A.M., de Nie, H.W. (2006) De zoetwatervissen van Nederland. Ecologisch bekeken. Sportvisserij Nederland,Bilthoven.