Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

home

scrollbar


Overgangs- en trilvenen

Algemeen

Section
borderfalse
Column

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Overgangs- en trilvenen

Regio

Europa

Watersysteem

Rivieren, beken

Natuurparameter

Habitattype

HR nr

H7140

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

Column
Align
alignright

Habitat beschrijving

Dit habitattype bevat veenbegroeiingen die voorkomen onder voedselarme tot matig voedselrijke omstandigheden. De plantengroei staat onderinvloed van basenrijk grondwater of oppervlakte water dat zich mengt met zuur, voedselarme neerslag. In Nederland worden twee begroeiingstype tot dit habitattype gerekend: 1) trilveen (associatie Scorpodio-Caricetum diandrae) en 2) veenmosrietland (associatie Pallavicinio-Sphagnetum). Deze gemeenschappen vormen een ontwikkelingsstadium van de verlanding van sloten en petgaten in het laagveengebied. Ze worden vooraf gegaan door H3150 - Meren met krabbescheer en fonteinkruid en worden opgevolgd door struweel of bos, en mogelijk ook door moerasheiden #2.

Algemeen voorkomen

Het habitattype heeft in ons land onmiskenbaar zijn hoofdverspreiding in de laagveengebieden. Trilveen komt vooral voor in laagveenstreken in de nabijheid van de pleistocene zandgronden, zoals in Noordwest-Overijssel, het Utrechts-Hollandse plassengebied en (sporadisch) in de zogenaamde 'Naad van Brabant' (aan de rand van het Kempens plateau). Veenmosrietland heeft een wat ruimer verspreidingsgebied. Het ontstaat in de genoemde laagveengebieden door verzuring van trilvenen en wordt daarnaast aangetroffen in de brakwaterveengebieden van Noord-Holland #2

Milieurandvoorwaarden

Veenmosrietland bestaat een onderste laag die wordt gevormd door de wortelstokken van forse moerasplanten, die nog met voedsel- en basenrijk water in contact staan. Binnen de vegetatielaag neemt de voedsel- en basenrijkdom van het water van onder naar boven af. De bovenste laag bestaat uit soorten van de riet-klasse. De onderste laag is verwant aan de klasse der hoogveenslenken #1.
Trilveen bestaat uit een drijvende plantenlaag met onder andere verschillende zegge soorten en mossen. Deze plantengemeenschappen zijn gebonden aan contactzones waar basenrijk, matig voedselrijk oppervlaktewater of grondwater zch in rustige omgeving (zonder golfslag) mengt met zuur, voedselarm, neerslagachtig water. Het waterpeil dient in de begroeiing min ofmeer constant te zijn. Deze gemeenschappen zijn in Nederland voornamelijk in laagveenstreken in de buurt van pleistocene zandgronden te vinden. Bij jaarlijks maaien kunnen deze gemeenschappen lang stand houden #1.

Beheer en ontwikkelingskansen

Beide plantengemeenschappen van het habitattype zijn in ons land sterk achteruitgegaan door verzuring, verdroging en verbossing; verbossing treedt spontaan op wanneer het maaibeheer van de veenmosrietlanden en trilvenen wordt gestaakt. Jonge verlandingsstadia waaruit deze typen zich kunnen ontwikkelen, zijn schaars. Met oude beheersvormen zoals lichte beweiding en het af en toe opbrengen van een dun laagje bagger, kan de soortenrijkdom gestimuleerd worden voor Veenmosrietland. Ook herstel van de vroegere fluctuaties in het boezempeil zou de soortenrijkdom van de veenmosrietlanden kunnen verbeteren. De trilvenen zijn gebaad bij jaarlijks maaien. Als er niet meer gemaaid wordt kan de gemeenschap overgaan tot bos en struweel. Bij een toename van de voedselrijkdom neemt de soortenrijkdom af en gaat de plantengemeenschap van de trilvenen over op minder zeldzame vegetatietypen. #1.
Voor dit habitattype geldt dat het graven van nieuwe petgaten belangrijk is voor het voortbestaan van de plantengemeenschappen omdat deze stadia zijn van het verlandingsproces.

Dosis-effect relaties

Deze dosis-effect relaties zijn gebaseerd op informatie over de plantengemeenschappen die tot dit habitattype horen.

Stroomdiagram


Wiki Markup
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Golfslag|Maaibeheer|Bodemtype|Waterstand|zoutgehalte|Peilfluctuatie"
shape = "record"
];


"node3" [
label = "HGI algemeen"
shape = "record"
];



"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];


{flowchart}


Dosis-effect relaties

Section
Column
width33%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelgolfslag
dataOrientationvertical
titleGolfslag
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

golfslag

HGI

aanwezig

0

afwezig

1

Referentie: #1

Column
width33%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmaaibeheer
dataOrientationvertical
titleMaaibeheer
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

maaibeheer

HGI

nooit

0

jaarlijks

1

Referentie: #1

Column
width33%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelBodemtype
dataOrientationvertical
titleBodemtype
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

Bodemtype

HGI

zand

1

lemig zand

1

leem

1

veen

1

anders

0

Referentie: #2

Section
Column
width33%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelwaterstand
dataOrientationvertical
titleWaterstand
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

waterstand

HGI

ondiep droogvallend

1

nat

1

anders

0

Referentie: #2

Column
width33%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelzoutgehalte
dataOrientationvertical
titleZoutgehalte
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

zoutgehalte

HGI

zeer zoet

1

anders

0

Referentie: #1

Column
width33%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelpeilfluctuatie
dataOrientationvertical
titlePeilfluctuatie
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

peilfluctuatie

HGI

nauwelijks

1

anders

0

Referentie: #1

Onzekerheid en validatie

(warning)  De rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

De dosis-effect relaties zijn gebaseerd op de standplaatsfactoren van de plantengemeenschappen die tot dit habitattype behoren. Deze relaties zijn onvolledig omdat het erg lastig is om onderscheidende relaties af te leiden voor plantengemeenschappen die onderdeel zijn van verschillende successiestadia van open water tot bos.

Voorbeeld project

Er is geen voorbeeld projekt beschikbaar.

Referenties

1

Anchor
1
1
Weeda, E.J., Schaminée, J.H.J., Van Duren, L.. Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel 1. Wateren, moerassen en natte heiden. KNNV 2000.
2
Anchor
2
2
http://www.minlnv.nl/natura2000