Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Wiki Markup
[home]
{scrollbar}

h1. H2160 - Duindoornstruwelen


h1. Algemeen
{section}{column:width=80%}
|| Algemene kenmerken || ||
| Naam soort(en)groep | Duindoornstruwelen |
| Regio | Europa |
| Watersysteem | kustwateren |
| Natuurparameter | Habitattypen |
| HR nr | H2160 |
| Factsheet opgemaakt door | K.E. van de Wolfshaar |{column}{column:width=20%}
| !2160_vangennip.jpg|thumbnail! |
| Foto: B. van Gennip |{column}{section}

h1. Habitat beschrijving


h3. Algemeen voorkomen

Habitattype 2160 betreft duinstruwelen met dominantie van Duindoorn (_Hippophae rhamnoides_). Wanneer deze struwelen goed ontwikkeld zijn, komen diverse andere struiken voor, zoals Wilde liguster (_Ligustrum vulgare_), Eenstijlige meidoorn (_Crataegus monogyna_), Gewone vlier (_Sambucus nigra_), Zuurbes (_Berberis vulgaris_), Kardinaalsmuts (_Euonymus europaeus_), Wegedoorn (_Rhamnus cathartica_), Egelantier (_Rosa rubiginosa_) en Hondsroos (_Rosa canina_), in combinatie met algemene duinplanten. In optimale vorm omvat het type enkele zeldzame rozen, waaronder _Rosa sherardii_ en _Rosa elliptica_. Deze duinstruwelen worden gerekend tot het verbond _Berberidion vulgaris_. Het type wordt zowel in duinvalleien als in droge duinen aangetroffen.

h3. Milieurandvoorwaarden

Het habitattype komt in ons land in de gehele duinstreek voor, maar is het soortenrijkst in het kalkrijke duindistrict, ten zuiden van Bergen; hier worden de begroeiingen ook hoger en bezitten ze een meer gevarieerde structuur. Vooral Meijendel, Voorne, Goeree en Schouwen genieten bekendheid vanwege hun fraaie duinstruwelen. In het kalkarme duindistrict komt het type nog het best ontwikkeld voor in de relatief kalkrijke delen, zoals in het zuidelijk duingebied van Texel [#1].

h3. Beheer en ontwikkelingskansen

Dit habitattype is zeer gevoelig voor verzuring [#1].

h1. Dosis-effect relaties

Deze dosis-effect relaties zijn gebaseerd op de standplaatsfactoren van voorkomende plantengemeenschap, omdat het habitattype zelf een landschapskenmerk is.
\\
h4. Stroomdiagram
\\
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Bodemtype|Districten|Zoutgehalte|Zuurgraad bodem"
shape = "record"
];


"node3" [
label = "HGI algemeen"
shape = "record"
];



"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];


{flowchart}
\\

h4. Algemene dosis-effect relaties
{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title=Bodemtype|xlabel=bodemtype|yLabel=HGI|dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
||bodemtype||HGI ||
|zand|1|
|anders|0|
{chart}
Referentie: [#1]{column}{column:width=50%}
|| district || HGI ||
| Duin | 1 |
| Maritiem | 1 |
| anders | 0 |
Referentie: [#3]{column}{section}{section}{column:width=50%}
|| Zoutgehalte || HGI ||
| zeer zoet | 1 |
| anders | 0 |
Referentie: [#1]{column}{column:width=50%}
|| Zuurgraad bodem|| HGI ||
| zwak zuur | 1 |
| neutraal | 1 |
| basisch | 1 |
| anders | 0 |
Referentie: [#1]{column}{section}

h1. Onzekerheid en validatie

(!) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

h1. Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn gebaseerd op de standplaatsfactoren van de plantengemeenschap die in dit habitattype is opgenomen. Het habitattype zelf is een landschapskenmerk waardoor het erg moeilijk is om relaties te definieren.

h1. Voorbeeld project

Er is geen voorbeeldprojekt beschikbaar.

h1. Referenties

1 {anchor:1} [http://www.minlnv.nl/natura2000]
2 {anchor:2} Weeda, E.J., J.H.J. Schaminee, L. van Duuren (2003). Atlas van Plantengemeenschappen in Nederland. Deel3 Kust en binnenlandse pioniermilieus. KNNV Uitgeverij.
3 {anchor:#3} Van der Meijde, R. Heukels' Flora van Nederland. Wolters-Noordhof. 1996