Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Wiki Markup
[Home]
{scrollbar}

h1. Rivierprik - _Lampetra fluviatilis_


h1. Algemeen
{section}{column:width=80%}
|| Algemene kenmerken || ||
| Naam 

Home

...

Rivierprik - Lampetra fluviatilis

Algemeen

Naam
soort(en)groep
 | Rivierprik - _Lampetra
fluviatilis
 fluviatilis_ |
| Regio | Nederland, West Europa, Oostzee
 |
| Watersysteem | zee, rivieren
 |
| Natuurparameter | vissen |
| HR nr | H1099 |
| Factsheet opgemaakt door | K.E. van de
Wolfshaar Foto:
 Wolfshaar |{column}{column:width=20%}
| !rivierprik.jpg|thumbnail,align=right! |
| Foto: fish.com.ua/
Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Regio

Watersysteem

Natuurparameter

vissen

HR nr

H1099

Factsheet opgemaakt door

Column
width20%

Image Removed

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

...

 |{column}{section}

h1. Habitat beschrijving


h3. Algemeen voorkomen

Verspreiding in de kustwateren en aangrenzende rivieren van West-Europa, de Oostzee en Zuid-Noorwegen to het westelijke bekken van de Middellandse Zee. Adulten verblijven in riviermondingen en kustwateren. In Nederland ligt het centrum van het verspreidingsgebied, met name in de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren. Door de aanleg van stuwen en dammen is de populatie sterk achteruit gegaan. De Rivierprik wordt tegenwoordig nog het meest aangetroffen in de grote rivieren. De exacte verspreiding is echter niet bekend; anders dan de Zeeprik wordt deze vis bijvoorbeeld haast niet in netten en fuiken gevangen [#2].

...



h3. Voedselhabitat en strategie

...



De adult zijn parasitair op andere vissen, larven voeden zich met micro-organismen [#2].

h3.

...

 Reproductie en migratie

...



Anadrome trekvis. Paaitrek naar zoet water begint in de herfst (sept-okt) en duurt tot in het voorjaar. De paaigronden zijn in het algemeen onbeschaduwd en de bodem bestaat uit zand of grind, met een voorkeur voor diepere plaatsen in snelstromend water. Larven blijven enkele weken op de paaigronden voor ze met de stroom mee naar gebieden met zachtere bodem worden vervoerd [#1]. Over de voortplantingsplaatsen is weinig bekend: de larven leiden een onopvallend bestaan in de rivierbodem en zijn bovendien moeilijk herkenbaar. We moeten het doen met incidentele waarnemingen. Langs de Limburgse Maas is de soort gevonden in de zijriviertjes Roer en Geul, zodat daar waarschijnlijk paaiplaatsen liggen. In de Drentsche Aa zijn de laatste jaren enkele paairijpe exemplaren aangetroffen, wat aannemelijk maakt dat ook deze beek als paaigebied wordt gebruikt. Het lijkt erop dat de soort zich in ons land in dit verband wat anders gedraagt dan elders; in andere delen van Europa liggen de paaigronden vooral in midden\- en bovenlopen van de grotere rivieren [#1].

h3.

...

 Leeftijd en mortaliteit

...



Vanaf een leeftijd van 7 a 8 jaar wordt er gepaaid [#4].

...



h1. Dosis-effect relaties

...



Hieronder zijn dosis-effect relaties gegeven over algemene kenmerken van het habitat van de Rivierprik. Tevens is er een aanvullende dosis-effect relatie, specifiek voor het paaigebied.

...


Op literatuur gebaseerde dosis-effect relaties over de passeerbaarheid van stuwen en dammen voor de Rivierprik ontbreken op dit moment. De dosis-effect relaties die hier gegeven zijn zijn gebaseerd op schatting en kunnen een te positief beeld geven. De dosis-effect relaties over de paseerbaarheid zijn niet soort specifiek

...

Stroomdiagram

Dosis-effect relatie

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeltemperatuur
typexyline
titleGemiddelde maximum watertemperatuur
dataOrientationvertical
yLabelHGI
domainAxisLowerBound10

temperatuur

HGI

14

0

15

0.2

18

1

21

1

24

0.3

27

0.1

30

0

Referentie: #3

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaanwezigheid
typebar
titleAanwezigheid luwten met detritus
dataOrientationvertical
yLabelHGI

aanwezigheid

HGI

geen

0

weinig

0.15

matig

0.4

redelijk

0.7

veel

1

Referentie: #3

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelzuurstofgehalte (mg/L)
typebar
titleGemiddeld minimum zuurstofgehalte
dataOrientationvertical
yLabelHGI

zuurstofgehalte (mg/L)

HGI

0

0

4

0

10

1

> 10

1

Referentie: #3

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelsubstraat
typebar
titleSubstraattype
dataOrientationvertical
yLabelHGI

substraat

HGI

slib

0

slib/zand

0.1

fijn/grof zand

1

grof zand/kiezel

0.3

kiezel

0

Referentie: #3

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeldiepte (m)
typebar
titleWaterdiepte
dataOrientationvertical
yLabelHGI

diepte (m)

HGI

0.01 - 0.3

1

> 0.3

0

Referentie #4

Dosis-effect relatie specifiek voor paaigebied

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaanwezigheid kiezel
typebar
titleSubstraat paaigebied
dataOrientationvertical
yLabelHGI

aanwezigheid kiezel

HGI

geen

0

weinig

0.1

matig

0.35

redelijk

0.65

veel

1

Referentie: #2

Section
Column
width50%

Dosis-effect relatie voor migratie

barriere

HGI stroomopwaarts

HGI stroomafwaarts

spuisluis

0.5

1

scheepvaartsluis + stuw + vistrap

0.7

1

scheepvaartsluis + stuw + waterkrachtcentrale + vistrap

0.7

0.7

NB: Na 2007 moeten alle stuwen van vistrappen zijn voorzien.
Referentie: Expert Judgement Jan Kranenbarg

Onzekerheid en validatie

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

Toepasbaarheid

Deze relaties zijn geschikt voor het berekenen van de habitat geschiktheid van de Rivierprik in de kustwateren en aangrenzende rivieren. De relaties zijn niet gevalideerd. Aanvullende informatie is noodzakelijk, met name als de relaties ook voor gebieden buiten Nederland gebruikt gaan worden.

Voorbeeld project

Voor deze dosis-effect relaties is geen voorbeeldprojekt aanwezig.

Referenties

...

\!
\\
h4. Stroomdiagram\\
{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Gemiddelde maximum water temperatuur| Aanwezigheid luwten met detritus| Gemiddeld minimum zuurstofgehalte| Substraat| Waterdiepte"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI algemeen"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}
\\


h4. Dosis-effect relatie
{section}{column:width=50%}
{chart:type=xyline|title= Gemiddelde maximum watertemperatuur |xlabel=temperatuur|yLabel=HGI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false|domainAxisLowerBound=10}
||temperatuur || HGI ||
|14|0|
|15|0.2|
|18|1|
|21|1|
|24|0.3|
|27|0.1|
|30|0|
{chart}
Referentie: [#3]{column}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title= Aanwezigheid luwten met detritus |xlabel=aanwezigheid|yLabel=HGI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
||aanwezigheid || HGI ||
|geen|0|
|weinig|0.15|
|matig|0.4|
|redelijk|0.7|
|veel|1|
{chart}
Referentie: [#3]{column}{section}{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title= Gemiddeld minimum zuurstofgehalte |xlabel=zuurstofgehalte (mg/L)|yLabel=HGI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
||zuurstofgehalte (mg/L) || HGI ||
|0|0|
|4|0|
|10|1|
|> 10|1|
{chart}
Referentie: [#3]{column}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title= Substraattype|xlabel=substraat|yLabel=HGI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
||substraat || HGI ||
|slib|0|
|slib/zand|0.1|
|fijn/grof zand|1|
|grof zand/kiezel|0.3|
|kiezel|0|
{chart}
Referentie: [#3]{column}{section}{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title= Waterdiepte|xlabel=diepte (m)|yLabel=HGI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
||diepte (m)|| HGI ||
|0.01 - 0.3|1|
|> 0.3 | 0|
{chart}
Referentie [#4]{column}{section}

h4. Dosis-effect relatie specifiek voor paaigebied
{section}{column:width=50%}
{chart:type=bar|title= Substraat paaigebied|xlabel=aanwezigheid kiezel|yLabel=HGI |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false}
||aanwezigheid kiezel|| HGI ||
|geen|0|
|weinig|0.1|
|matig|0.35|
|redelijk|0.65|
|veel|1|

{chart}
Referentie: [#2]{column}{section}{section}{column:width=50%}

h4. Dosis-effect relatie voor migratie

|| barriere || HGI stroomopwaarts || HGI stroomafwaarts ||
| spuisluis | 0.5 | 1 |
| scheepvaartsluis + stuw + vistrap | 0.7 | 1 |
| scheepvaartsluis + stuw + waterkrachtcentrale + vistrap | 0.7 | 0.7 |
NB: Na 2007 moeten alle stuwen van vistrappen zijn voorzien.
Referentie: Expert Judgement Jan Kranenbarg{column}{section}

h1. Onzekerheid en validatie

(!) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

h1. Toepasbaarheid

Deze relaties zijn geschikt voor het berekenen van de habitat geschiktheid van de Rivierprik in de kustwateren en aangrenzende rivieren. De relaties zijn niet gevalideerd. Aanvullende informatie is noodzakelijk, met name als de relaties ook voor gebieden buiten Nederland gebruikt gaan worden.

h1. Voorbeeld project

Voor deze dosis-effect relaties is geen voorbeeldprojekt aanwezig.

h1. Referenties

voorbeeld
1 {anchor:1}  http://www.minlnv.nl/natura2000

...


2

...

 {anchor

...

:2} Klein Breteler J.G.P. en Kranenbarg, J.. Gidssoortenmatrix Ecologische Netwerkstudies: annex vis. Organisatie ter Verbetering van de Binnenvisserij, Nieuwegein. OVB Onderzoeksrapport 87: 56 pp + 6 bijlagen. 2000

...


3

...

 {anchor

...

:3} OVB rapport 1995 (details onbekend)
4 {anchor:4} WL \| Delft report. T2033. 1996