Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Kranswieren komen voor in wateren met uiteenlopende chemische samenstelling. Het doorzicht in de waterkolom is de meest bepalende factor die die de maximale groeidiepte bepaalt waarop lichtbeperking optreedt. In zeer ondiep water (in meren met een vast peil < 20 cm) kunnen kranswieren echter niet groeien vanwege de turbulentie in de waterkolom en begrazing. De alkaliniteit kan zeer hoog zijn; ook in brakke meren en plassen kunnen kranswieren aspectbepalend zijn. Kranswieren hebben basisische condities (pH > 6) nodig. Ze groeien op uiteenlopende bodems (zand, klei, veen).
Uitgebreid onderzoek in het IJsselmeergebied heeft aangetoond dat daar de factoren doorzicht en diepte samen voor het grootste deel het voorkomen van Chara sp. verklaart, met name de plekken waar Chara afwezig is. Om ook de plekken waar Chara wel staat goed te kunnen voorspellen is de aanwezigheid in het voorgaande jaar als aanvullende factor nodig(1). In het model MACROMIJ wordt gebruik gemaakt van een logistisch responsmodel:
P(chara)=exp(-1.85+6.85*(Secchidepth)+0.029*(depth))/(1+exp(-1.85+6.85*(Secchidepth)+0.029*(depth))

Beheer en ontwikkelingskansen

...