Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Stuurvariabele

Rekenregel

Meandering (klasse)

EKRmax  = -0.2563Ln(meanderingsklasse) + 0.9385

Stroomsnelheid (cm/s)
langzaam stromend water

EKRmax = 0.1532Ln(stroomsnelheid) + 0.3999

Stroomsnelheid (cm/s)
snel stromend water

EKRmax = 0.1342Ln(stroomsnelheid) + 0.1753

Totaal fosfaat (mg/l)

EKRmax = -0.1911Ln(Ptot) + 0.5613

BZV (mg O2/l)

EKRmax = -0.4152Ln(BZV) + 1.2635
 

...

4. Validatie

Validatie langzaam stromende beken
In figuur 4.1 is de maatlatscore van 26 monsters uit langzaam stromende beken (R5 & R6) uitgezet tegen de door de rekenregels berekende EKR-score. Uitbijters met een lagere maatlatscore dan de berekende score worden waarschijnlijk veroorzaakt door pressures die niet in de gekozen parameters tot uiting komen (bestrijdingsmiddelen, zware metalen), calamiteiten of periodes van zeer lage stroomsnelheden. De kwaliteit voor een waterlichaam als geheel wordt berekend door de scores van een aantal monsters binnen hetzelfde waterlichaam te middelen. Van de geanalyseerde monsters week de berekende score hoogstens 2 klassen af van de EKR volgens de maatlatten en kwam 76% exact overeen in klasse (Figuur 4.2).

Figuur 4.1: Vergelijking berekende EKR met de EKR volgens de maatlatten

Figuur 4.2: Afwijking van de berekende EKR ten opzichte van de EKR volgens de maatlatten (in klassen)

Validatie a.h.v. dataset Roer en Overmaas
Een tweede dataset, afkomstig van Waterschap Roer en Overmaas, is op dezelfde manier geanalyseerd. Hiervoor zijn 41 monsters gebruikt, waarvan 39 uit snelstromende beken (R17 en R18) en twee uit langzaam stromende beken (R4 en R11). De resultaten van deze validatie worden gepresenteerd in figuur 4.3 en 4.4. De scores van de KRW-Verkenner komen redelijk overeen met de maatlatscores. De rekenregels van de verkenner berekenen relatief lage scores als gevolg van een lage score voor meandering. De gegevens voor meandering komen uit een database van Waterschap Roer en Overmaas en zijn opgenomen Duitse methodes en definities, welke afwijken van de Nederlandse in interpretatie en classificatie. Zo worden wateren die in Nederland geclassificeerd worden als meanderend volgens de Duitse methode vaak als slingerend geclassificeerd. De uiteindelijke afwijking van de scores is over het algemeen slechts minder dan 1 kwaliteitsklasse en bij ruim de helft van de monsters komt de kwaliteitsklasse overeen.

Figuur 4.3: Vergelijking berekende EKR met de EKR volgens de maatlatten

Figuur 4.4: Afwijking van de berekende EKR ten opzichte van de EKR volgens de maatlatten (in klassen)

5. Maatregel - effect relaties

In de KRW-Verkenner kunnen maatregelen worden geselecteerd die een effect hebben op de ecologische toestand van de verschillende kwaliteitselementen (wat voor verstaan onder 'kwaliteitselementen'?). Tabel 4.1 geeft de huidige maatregelen uit de KRW-Verkenner weer. Hierbij is aangegeven welke rekenregel (en bijbehorende stuurvariabele) gebruikt moet worden om het effect van de maatregel te vertalen naar een effect op de maatlatscore (EKR). Maatregelen gericht op meandering (en gerelateerde stuurvariabelen), stroming en sanering van puntbronnen blijken het meest effectief voor macrofauna (Tabel 4.1). Vrijwel alle maatregelen uit de KRW-Verkenner hebben effect op één van de stuurvariabelen. Op locaties waar hermeanderen geen optie is door bijvoorbeeld ruimtegebrek kunnen natuurvriendelijke oevers en een natuurvriendelijk beheer voor een lichte ecologische verbetering voor macrofauna zorgen door het creëren van habitat (vooral in de vorm van vegetatie). Om het positieve effect van natuurvriendelijke oevers en natuurvriendelijk beheer tot uiting te laten komen in de maatlatscore kan een lichte verhoging van EKR doorgevoerd worden. Dit kan gedaan worden door het optellen van een vast getal van bijvoorbeeld 0.1 per maatregel (waarbij optellen?). Huidige gekanaliseerde (vaak slechte of ontoereikende) beken zouden dan door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het uitvoeren van natuurvriendelijk beheer een klasse kunnen stijgen. Bij meer natuurlijk meanderende beken zijn deze maatregelen geen optie omdat deze beken over natuurlijke oevers beschikken die over het algemeen niet intensief beheerd worden.

...