...
Section | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
1. Doorzicht waterkolom: hier is een relatieve maat aangegeven voor de lichtdoordringing in het water (doorzicht/diepte), waarbij is aangenomen dat positieve fotosynthese van waterplanten onmogelijk wordt als het doorzicht (Secchi) ruwweg de helft van de waterdiepte is. Voor kranswieren is lichtdoordringing tot de bodem noodzakelijk in verband met de laagblijvende groeiwijze.
2. Waterdiepte: deze regel is gebaseerd op de afleiding van de referentie-dieptegrens voor waterplanten ten behoeve van de bepaling van de "begroeibare zone" (ref 2). De hier weergegeven maximale diepte (in fig. aangegeven op 3 m) is watertype-specifiek.
Onzekerheid en validatie
Bovenstaande rekenregel voor doorzicht/diepte geeft een zeer grove benadering van het potentieel areaal geschikt voor waterplantenbegroeiingen in meren. Voor specifiekere toepassingen wordt aangeraden het waterplantenmodel MACROMIJ te gebruiken. MACROMIJ is ontwikkeld op basis van data uit het IJsselmeergebied, maar is ook toepasbaar voor andere grote meren.
...