Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

De kennisregels hebben betrekking op de volgende watertypen (codes volgens Van der Molen & Pot (update februari 2007) Referenties en concept-maatlatten voor Meren voor de Kaderrichtlijn Water)

  • M5: Ondiep lijnvormig water, open verbinding met rivier / geïnundeerd (1-4 meq/l)

...

  • M14 matig grote (0,5-100 km2), ondiepe (<3m), gebufferde (1-4 meq/l) meren

...

  • M20 matig grote (0,5-100 km2), diepe (> 3m), gebufferde (1-4 meq/l) meren

...

  • M21 grote (>100 km2), diepe (> 3m), gebufferde (1-4 meq/l) meren

...

  • M23: Ondiepe kalkrijke (grotere) plassen n.v.t. <3 kiezel

...

  • M27 matig grote (0,5 - 100 km2), ondiepe (<3 m), gebufferde (1-4 meq/l) laagveenmeren

2. Sturende variabelen

Sturende variabelen voor macrofyten variëren voor de verschillende groeivormen (submers, emers, drijvend, flab en kroos). De soortensamenstelling wordt bepaald door een complex van waterkwaliteitsvariabelen en hydromorfologische variabelen. Aan de hand van expertinschattingen is een overzicht opgesteld van de belangrijkste stuurvariabelen (Portielje et al., 2005):

De abundantie van ondergedoken waterplanten wordt gestuurd door:
a) doorzicht doorzicht
b) waterdiepte
c) nutriënten (beïnvloeden doorzicht)
d) elementen in watersamenstelling die het doorzicht beïnvloeden: concentratie algen, detritus, zwevend stof, humuszuren

...