Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

In onderstaande grafiek is de relatie van meandering met de EKR weergegeven (lineair).


Figuur 3.1: Relatie EKR met meanderingsklasse

Binnen één klasse van de stuurvariabele, in dit geval meandering, kunnen meerdere EKR-klassen bereikt worden (Figuur 3.1). Er is dus niet een continue rekenregel af te leiden voor iedere waarde van een stuurvariabele, want niet-beperkende waarden van stuurvariabelen corresponderen met meerdere KRW-klassen. Pas in het geval dat een waarde beperkend wordt, is deze bepalend voor de maximaal haalbare KRW-klasse. Deze bepalende waarden kunnen aangeduid worden als plafondwaarden. Rekenregels die deze plafondwaarden berekenen, geven aan wanneer een stuurvariabele beperkend wordt. De onderstaande rekenregels zijn gebaseerd op een regressie door de plafondwaarden van de stuurvariabele.


Figuur 3.2: Maximale EKR bij een meanderingsklasse

Figuur 3.2 geeft de maximaal haalbare EKR voor verschillende klassen van meandering weer. Uit deze relatie volgt de volgende rekenregel:
EKRmax = -0.2563Ln(meanderingsklasse) + 0.9385

3.2 Stroomsnelheid
Naast meandering is stroomsnelheid een belangrijke parameter voor de macrofauna in stromende wateren. Voor stroomsnelheid is onderscheid gemaakt tussen snel- en langzaam stromende wateren. In onderstaande grafiek is de relatie van stroomsnelheid met de EKR weergegeven voor de snelstromende beken (figuur 3.3) en de langzaam stromende beken (figuur 3.4). Per stroomsnelheidklasse van 20 cm/s is vervolgens de maximaal haalbare EKR bepaald (EKRmax). Om deze ook daadwerkelijk te bereiken zullen de andere stuurfactoren (meandering, chemie) optimaal moeten zijn. De relatie tussen deze EKRmax en de stroomsnelheid is weergegeven in figuur 3.5 (snelstromende beken) en figuur 3.6 (langzaam stromende beken). Vooral de data van de langzaam stromende beken vertoont een grote spreiding, wat het afleiden van een rekenregel lastig maakt. Deze spreiding wordt veroorzaakt door verschillen in onder andere meandering en chemie. Er is gekozen voor een praktische benadering waarbij een logaritmisch verband is verondersteld tussen de stroomsnelheid en de EKR (vergelijkbaar met de snelstromende beken). De weergegeven plafondrelatie lijkt de praktijk goed te beschrijven.

Figuur 3.3: Relatie EKR met stroomsnelheid bij snelstromende beken


Figuur 3.4: Relatie EKR met stroomsnelheid bij langzaam stromende beken


Figuur 3.5: Maximale EKR per stroomsnelheidsklasse van 20 cm/s voor snel stromende beken


Figuur 3.6: Afleiding formule voor langzaam stromende beken a.h.v plafondwaarden en gemiddelden

Uit de bovenstaande figuren zijn de volgende formules afgeleid:
Formule langzaam stromende beken: EKRmax = 0.1532Ln(stroomsnelheid) + 0.3999
Formule snelstromende beken: EKRmax = 0.1342Ln(stroomsnelheid) + 0.1753

...

3.3.1 Fosfaat
In zoete wateren is fosfaat meestal het groeibeperkende element waardoor een verhoogd fosfaatgehalte vaak lijdt tot eutrofiëring. In figuur 3.7 is de relatie van totaal fosfaat met de EKR weergegeven (lineair).
Figuur 3.7: Relatie EKR met fosfaat

Voor een bepaalde fosfaatconcentratie (afgerond op 1 decimaal) is vervolgens de maximaal haalbare EKR bepaald. Om deze ook daadwerkelijk te bereiken mogen andere stuurfactoren (meandering, stroomsnelheid) niet beperkend zijn. De relatie tussen EKRmax EKRmax en totaal fosfaat is weergegeven in figuur 3.8.
Figuur 3.8: Maximale EKR bij fosfaatconcentraties afgerond op 1 decimaal

De formule die hieruit volgt is:
EKRmax = -0.1911Ln(Ptotaal) + 0.5613

...


Figuur 3.10: Maximale EKR bij BZVconcentraties BZV-concentraties afgerond op halve milligrammen per liter

...

2. Meandering
Per meanderingsklasse is de maximale EKR bepaald (plafondwaarden). Onderstaand zijn deze plafondwaarden afzonderlijk voor langzaam en snelstromende beken weergegeven. De plafondwaarden van de snelstromende wateren wijken ongeveer 1 meanderingsklasse af van die van langzaam stromende wateren (figuur 1). Wanneer voor deze afwijking wordt gecorrigeerd door de meetwaarden voor meandering één klasse op te schuiven, komen de relaties goed overeen (figuur 2).


Figuur 1: Maximale EKR bij een meanderingsklasse uitgesplitst voor langzaam en snelstromende beken


Figuur 2: Maximale EKR bij een meanderingsklasse uitgesplitst voor langzaam en snel stromende beken met aangepaste meandering voor de snelstromende beken

3. Fosfaat
Voor een bepaalde fosfaatconcentratie (afgerond op 1 decimaal) is de maximale EKR bepaald (plafondwaarden). Figuur 3 geeft de relatie tussen EKRmax en totaal fosfaat weer voor langzaam- en snelstromende wateren (logaritmisch). De relaties van de EKR met de concentratie totaal fosfaat komen goed overeen.


Figuur 3: Maximale EKR bij fosfaatconcentraties afgerond op 1 decimaal uitgesplitst voor langzaam en snelstromende beken

4. BZV
Voor een bepaalde BZV-concentratie (afgerond op 1 decimaal) is de maximale EKR bepaald (plafondwaarden). Figuur 4 geeft de relatie tussen EKRmax en BZV weer voor langzaam- en snelstromende beken (logaritmisch). De relaties van de EKR met de concentratie BZV komen voor beide groepen watertypen vrij goed overeen (figuur 4).


Figuur 4: Maximale EKR bij BZV-concentraties afgerond op halve milligrammen per liter uitgesplitst voor langzaam en snelstromende beken

5. Conclusie
Voor meandering, totaal fosfaat en BZV volstaan dezelfde afgeleide rekenregels voor zowel langzaam- als snelstromende wateren.