Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Bovengenoemde habitats worden ieder gedomineerd door verschillende vissoorten (zie figuur 1). De abundantie van de vissoorten wordt ingevuld door vier indicatoren, die elk een deel van de visgemeenschap weerspiegelen (Higler et al., zonder jaartal). Deze indicatoren zijn gebaseerd op de relatieve biomassa van:

...

Bovenstaande "abundantie-indicatoren" beoordelen ieder de kwaliteit van de betreffende habitats in het watersysteem. Hiernaast is het totale aantal vissoorten indicatief voor de diversiteit van het systeem als geheel. In onderstaande afbeelding is schematisch weergegeven hoe de antropogene invloeden via de stuurvariabelen inwerken op het voorkomen van verschillende habitats en bijbehorende visgemeenschappen.

Figuur 3.1. Voorkomen van habitats en bijbehorende visgemeenschap (zie tekst). Tevens zijn de effecten van antropogene invloeden op de stuurvariabelen weergegeven, zoals deze bij de rekenregels zijn gehanteerd.

3. Rekenregels abiotiek - EKR macrofyten

...

De indicator afstand tot de oever wordt berekend als ´straal´, waarvoor een omrekening nodig is. Hiervoor is het oppervlak en de vorm van een water nodig. Er zijn drie mogelijkheden, te weten ´cirkelvormig´, ´langwerpig´ of ´grillig´ (Figuur 3.2.). In onderstaande tabel 3.2. is aangegeven hoe de afstand tot de oever wordt berekend.

...

Vorm waterlichaam

Oppervlak waterlichaam (m)

F

actor

Afstand tot de oever (a)

cirkelvormig

x

1

a=√(x/π)

langwerpig

y

1/3

a=√(y/3π)

grillig

z

1/10

a=√(z/10π)

...

Figuur 3.2. Mogelijke vormen van een waterlichaam, v.l.n.r. ´cirkelvormig´, ´langwerpig´ of ´grillig´

De EKR van het waterlichaam voor de deelmaatlat vis wordt berekend door xxxxxxhet gemiddelde van de berekende EKR's voor de vier abundantie indicatoren en het soortenaantal te nemen (zie tabel 3.1.).

4. Maatregel - effect relaties

In de KRW-verkenner kunnen maatregelen worden geselecteerd waarna een verandering van de ecologische toestand van de verschillende kwaliteitselementen zichtbaar wordt. Hiermee kan bijvoorbeeld worden onderzocht wat het MEP of GEP van een watersysteem is. De meeste maatregelen uit de verkenner hebben effect op een stuurvariabele waarvoor rekenregels worden afgeleid. Deze zijn weer gerelateerd aan habitats en het voorkomen van vis. Dit geldt voor zowel sloten, meren als kanalen. Er kan grofweg onderscheid gemaakt worden in drie wegen:

...