Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Aan de hand van multipele regressie is de relatie bepaald tussen de abundantie van de vier groepen visgemeenschappen en een set abiotische kenmerken van de waterlichamen (Tabel 3.1). De abundantie van elk van de indicatoren kan berekend worden met de volgende algemene vergelijking:
Abundantie indicator (eenheid) = constante + x1 x1 (var1var1) + x2 x2(var2) + xnxn(varn)varn).

Voor de berekening relatieve biomassa wordt verwezen naar tabel 3.1.; voor berekening oeverlengte: zie tabel 3.2. In tabel 3.3 staat weergegeven hoe de percentages van de relatieve visbiomassa en soortenaantal kan worden omgerekend naar hun EKR-scores.

De EKR van het waterlichaam voor de deelmaatlat vis wordt berekend door het gemiddelde van de berekende EKR's voor de vier abundantie indicatoren en het soortenaantal te nemen (voor berekening relatieve biomassa: zie tabel 3.1.; voor omzetting van relatieve biomassa en soortenaantal naar EKR: zie tabel 3.2.). Bij de berekening moet rekening gehouden worden met de transformatie van de waarden, zoals deze in tabel 3.1 is weergegeven).

Tabel 3.1. Samenvattende tabel resultaten meervoudige regressies voor berekening relatieve visbiomassa voor brasem, blankvoorn + baars, plantminnende vis, zuurstoftolerante vis en totaal soortenaantal vis. Transformaties zijn indien nodig toegepast voor zowel de indicatoren als de stuurvariabelen (NL=. Nederlandse data (n=49), D= Nederlandse + Donau-data (n = ). *) voor berekening van afstand tot de oever, zie tabel 3.2. ba+bv = baars + blankvoorn

...