Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

De factsheet 'Macrofauna van stromende wateren' is oorspronkelijk van toepassing verklaard voor de watertypen R5, R6, R10, R12, R14, R15 en R18. De kleinere beken stonden hier niet tussen, met het argument dat deze niet aan Brussel gerapporteerd hoeven te worden. In de praktijk bleek er echter wel behoefte aan kennisregels voor de kleine stromende wateren. Omdat de rekenregels zijn gebaseerd op een dataset die ook deze kleinere watertypen omvat, zijn de kennisregels ook van toepassing verklaard op de kleinere typen (R4, R9, R11, R13 en R17).

...

In fase 1 van de KRW-verkenner is gekozen voor een benadering gebaseerd op de stuurvariabele stromingsdiversiteit. Stromingsdiversiteit alleen lijkt niet voldoende om een score op de KRW-maatlat (EKR) te voorspellen (Cremers et al., 2005). Voor fase 2 is onderzocht of directe relaties zijn af te leiden tussen stuurvariabelen en de maatlatscore op basis van metingen. In het project 'Validatie en verdere optimalisatie KRW-maatlatten voor de natuurlijke rivier- en meertypen' (Royal Haskoning, 2005) zijn de volgende hydromorfologische variabelen aangeven als belangrijkste stuurvariabelen op de macrofaunamaatlat:
- Meandering/sinuositeit;
- Breedte- en dieptevariatie;
- Stroomsnelheid en stromingsdiversiteit;
- Oeverbegroeiing;
- Obstakels, i.e. hout en bladpakketten in de stroming zorgen voor een diversiteit in stroomsnelheden en dienen als habitat;
- Substraat.

De mate van meandering bepaalt voor een groot deel de diversiteit aan stroomsnelheid, breedte, diepte en substraat en is hierdoor een vrij goede totaalvariabele. Een belangrijke aanvullende variabele is de stroomsnelheid. Naast deze hydromorfologische variabelen beïnvloedt waterkwaliteit de maatlatscore voor macrofauna. De belangrijkste sturende chemische variabelen zijn:
- Zuurstof / Biologisch Zuurstof Verbruik (BZV);
- Fosfaat;
- Stikstof.

In zoete wateren is fosfaat meer sturend dan stikstof.

...

Substraat, oeverbegroeiing en obstakels zijn naast de geselecteerde variabelen belangrijke sturende factoren voor macrofauna in beken. Deze variabelen zijn echter moeilijk te bepalen en te kwantificeren. Voor een deel komen deze variabelen tot uiting in de stuurvariabele meandering: sterk meanderende beken hebben over het algemeen meer variatie in substraat en meer hoog opgaande begroeiing. Deze begroeiing resulteert in meer dood hout en blad in de beek. Rechtgetrokken beken liggen vaak in landbouwgebied waardoor er weinig hoog opgaande begroeiing langs de oever van de beek aanwezig is en de hoeveelheid dood hout en blad in het water verwaarloosbaar is. Beheer waarbij dood en levend plantenmateriaal uit de beek wordt verwijderd om een goede doorstroming te garanderen, draagt verder bij tot reductie van dood hout en blad in het water.

Voor elke variabele is een formule afgeleid (zie bijlage 2) die de maximaal haalbare Ecologische Kwaliteit Ratio(EKR) op de macrofaunamaatlat berekent (Tabel 3.1). Deze maximaal haalbare EKR is gebaseerd op plafondwaarden voor de stuurvariabelen. Voor alle variabelen dient een waarde ingevuld te worden. De laagste EKR-verwachting geldt als eindscore voor de maximaal haalbare EKR. Deelscores worden afgetopt op 1. De stuurvariabele die de laagste EKR-verwachting geeft, geldt als de bepalende stuurvariabele welke middels maatregelen moet worden hersteld.

De werking van de geselecteerde variabelen op de maatlatscore is bij alle de hier beschouwde watertypen vrijwel gelijk. Het zijn in feite allemaal grotere permanente beken met verschillen in geologie (zand, veen, klei) die niet van direct belang zijn op de hier af te leiden rekenregels. Bijlage 3 toont aan dat rekenregels voor de variabelen meandering, fosfaat en BZV niet apart voor langzaam en snelstromende type wateren afgeleid hoeven te worden, maar dat dezelfde rekenregels volstaan voor beide typen. Alleen voor stroomsnelheid dient onderscheid gemaakt te worden in snel- en langzaam stromende rivieren.

...