Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

De berekening van abiotiek naar de EKR van vissen in beken en kleine rivieren bestaat uit xx drie stappen, te wetendie onderstaand nader worden uitgelegd:
* berekening van voorkomen soortenaantal en abundantie aan de hand van diepte en stroming;
* uitvoeren van habitatcorrectiefactor voor migratiebarrieres en intensief onderhoud.
* berekening van voorkomen van soorten naar EKR;

Berekening van voorkomen soortenaantal en abundantie aan de hand van diepte en stroming

Zoals onder opzet maatlat al werd aangegeven zijn de rekenregels gebaseerd op de habitatvoorkeur van indicatorsoorten. De indicatorsoorten zijn geselecteerd op grond van twee criteria:
- De soort wordt genoemd als type kenmerkend in de concept-maatlatten (Vriese & Beers, 2004; Van der Molen et al. 2004).
- Er zijn goed onderbouwde kennisregels (op basis van wetenschappelijk onderzoek) aanwezig voor de betreffende soort.

Middels het bakjesmodel dat onderdeel uitmaakt van de KRW-Verkenner wordt aan de hand van de aanwezige morfologie (dwarsprofielen) en afvoer in een waterloop de procentuele aanwezigheid van stroomsnelheids- en diepteklassen berekend. Voor iedere indicatorsoort is bekend bij welke stroomsnelheids- en diepteklassen (tabel 4) de soort voorkomt (tabel 4, 5). Aan de hand van de gecombineerde diepte- en stroomsnelheidsgegevens wordt bepaald in hoeverre een waterlichaam geschikt habitat biedt aan de indicatorsoorten die kenmerkend zijn voor het watertype waartoe het waterlichaam behoord. Op dit habitatpotentieel wordt tenslotte een correctiefactor toegepast voor het effect van schonen en de aanwezigheid van migratiebarrières. Het schonen van beken/riviertjes zorgt voor aantasting van het natuurlijk habitat waardoor dit minder geschikt wordt en de draagkracht afneemt. De aanwezigheid van migratiebarrières is van invloed op de bereikbaarheid van geschikte habitats voor migrerende soorten (bijlage 3 gaat hier dieper op in).

Bijlage 1 geeft een overzicht van de rekenregels zoals ze in de KRW-Verkenner zijn ingebouwd.

Bijlage 1 geeft een overzicht van de rekenregels zoals ze in de KRW-Verkenner zijn ingebouwd.

Tabel 4: Tabel 4: Klassenindeling stuurvariabelen 'stroomsnelheid' en 'diepte'

...

 

Habitatvoorkeur

 

Indicatorsoort

stroomsnelheidsklassen

Diepteklassen

Bermpje

V1,V2,V3

D2,D3

Riviergrondel

V1,V2

D2,D3,D4

Beekprik

V1,V2,V3

D1,D2

Serpeling

V4,V5,V6

D4,D5

Winde

V2,V3,V4,V5

D4,D5,D6

Snoek

V1

D4,D5,D6

blankvoorn

V1,V2,V3

D5,D6,D7

5. Relaties met maatregelen

Uitvoeren van habitatcorrectiefactor voor migratiebarrieres en intensief onderhoud
Op het habitatpotentieel (zoals berekend aan de hand van diepte en stroming, zie hierboven) wordt een correctiefactor toegepast voor het effect van schonen en de aanwezigheid van migratiebarrières. Het schonen van beken/riviertjes zorgt voor aantasting van het natuurlijk habitat waardoor dit minder geschikt wordt en de draagkracht afneemt. De aanwezigheid van migratiebarrières is van invloed op de bereikbaarheid van geschikte habitats voor migrerende soorten (bijlage 3 gaat hier dieper op in).

5. Relaties met maatregelen

Mitigerende maatregelen in beken en riviertjes die de impact van antropogene invloeden op vissen kunnen verminderen of herstellen zijn:
-          hermeandering;
-          aanbrengen twee fasen profiel (accolade profiel);
-          realisatie meestromende terreindelen (nevengeul, strang of aankoppeling oude beektrajecten);
-          zomerbedverbreding/aanleg natuurlijke oevers;
-          realisatie meefluctuerende of stromingsluwe bergende terreindelen;
-          verwijderen oeververdediging;
-          verwijderen stuw;
-          aanleg vispassage;
-          aanleg visgeleidingssysteem bij waterkrachtcentrales;
-          visvriendelijk waterkwantiteitsbeheer bij kunstwerken;
-          natuurvriendelijk schonen.

...