Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

1. Inleiding

De kennisregels omtrent het fytoplankton hebben betrekking op de volgende watertypen:
* M11 kleine, ondiepe en gebufferde plassen;
* M14 matig grote, ondiepe en gebufferde meren;
* M16 kleine, diepe, gebufferde plassen;
* M20 matig grote, diepe en gebufferde meren;
* M21 grote, diepe en gebufferde meren;
* M25 kleine, ondiepe en gebufferde laagveenplassen;
* M27 matig grote, ondiepe en gebufferde laagveenmeren;
* M30 zwak brakke wateren;
* M31 kleine brakke tot zoute wateren.

...

Binnen de KRW-Verkenner wordt de Ecologische Kwaliteits Ratio (EKR) voor fytoplankton in meren berekend aan de hand van twee deelmaatlatten, te weten voor: (1) abundantie van fytoplankton (uitgedrukt in chlorofyl-a concentratie) en (2) de soortensamenstelling van het fytoplankton. Onderstaand volgt eerst een nadere uitleg over de sturende variabelen voor deze twee deelmaatlatten. Vervolgens worden de rekenregels tussen abiotiek en EKR fytoplankton nader toegelicht.

...

De chlorofyl-a concentratie in en een meer wordt bepaald door een aantal factoren. Sommige van deze factoren zijn via maatregelen te beïnvloeden (deze factoren worden aangeduid als stuurvariabelen), andere zijn dat niet of nauwelijks en leggen onder gegeven omstandigheden slechts een randvoorwaarde op. Onderstaande tekst en rekenregels zijn grotendeels overgenomen uit Portielje (2005).

a) Fosfaat (P) en stikstof (N)
De nutriënten P en N worden vanouds beschouwd als de belangrijkste stuurvariabelen voor de chlorofyl-a concentratie in meren. Voor directe sturing is reductie van de nutriëntentoevoer de meest toegepaste maatregel. Voor nutriënten geldt volgens de wet van Liebig dat één van beide het groei-beperkende element is. Multi-lake studies (CUWVO, 1987; Van der Molen, 1998; Portielje et al., 2004) tonen aan dat op basis van zomergemiddelden van totaal-P en totaal-N wel een bovengrens voor chlorofyl-a gegeven kan worden, maar dat er daar beneden een zeer ruime spreiding is in de werkelijke chlorofyl-a concentraties. Figuur 2.1 illustreert dit aan de hand van gegevens van ruim 200 Nederlandse meren en plassen.

...