Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...


Figuur 4.2: Afwijking van de berekende EKR ten opzichte van de EKR van langzaam stromende beken volgens de maatlatten (in klassen)

Validatie a.h.v. de dataset Roer en Overmaas
Een tweede dataset, afkomstig van Waterschap Roer en Overmaas, is op dezelfde manier wijze geanalyseerd. Hiervoor zijn is een n van 41 veldmonsters gebruikt, waarvan 39 uit snelstromende beken (R17 en R18) en twee uit langzaam stromende beken (R4 en R11). De resultaten van deze validatie worden gepresenteerd in figuur 4.3 en 4.4. De scores van de KRW-Verkenner komen redelijk overeen met de maatlatscores. De rekenregels van de verkenner berekenen relatief lage scores als gevolg van een lage score voor meandering. De gegevens voor meandering komen uit een database van Waterschap Roer en Overmaas en zijn opgenomen overgenomen uit Duitse methodes en definities, welke afwijken . Deze methoden en definities wijken af van de Nederlandse in interpretatie en classificatie. Zo Op deze wijze worden wateren die in Nederland geclassificeerd worden als meanderend, volgens de Duitse methode vaak een klasse lager, als slingerend geclassificeerd. De uiteindelijke afwijking van de scores is over het algemeen slechts minder dan 1 kwaliteitsklasse en bij . Bij ruim de helft van de monsters komt de kwaliteitsklasse goed overeen.


Figuur 4.3: Vergelijking berekende EKR met de EKR volgens de maatlatten op basis van voortkomend uit de dataset van Waterschap Roer en Overmaas

...

Macrofauna is met name afhankelijk van substraat. Er zijn echter onvoldoende gegevens beschikbaar om hiervoor goede relaties af te leiden. Hiernaast Daarbij worden er vraagtekens gesteld bij het afleiden van de plafondwaarden. Multipele regressie kan wellicht tot betere relaties leiden. Hierdoor ontstaat bijvoorbeeld meer inzicht in de grote variatie in score bij een lage P-concentratie. Door het gebruik van plafondwaarden wordt wel snel inzichtelijk waar knelpunten liggen.

...

In de KRW-verkenner kunnen maatregelen worden geselecteerd welke effect hebben op de ecologische toestand van de verschillende kwaliteitselementen. Tabel 5.1 geeft de huidige maatregelen uit de KRW-verkenner weer. Hierbij is aangegeven welke rekenregel (en welke stuurvariabele) gebruikt moet worden om het effect van de maatregel te vertalen naar een effect op de maatlatscore (EKR). Maatregelen gericht op meandering (en verwante stuurvariabelen), stroming en sanering van puntbronnen blijken het meest effectief voor macrofauna (Tabel 5.1). Vrijwel alle maatregelen uit de verkenner hebben effect op een van de stuurvariabelen. Op locaties waar hermeanderen geen optie is door bijvoorbeeld ruimtegebrek kunnen natuurvriendelijke oevers en een natuurvriendelijk beheer voor een lichte ecologische verbetering voor macrofauna zorgen door het creëren van habitat (vooral in de vorm van vegetatie). Om het positieve effect van natuurvriendelijke oevers en natuurvriendelijk beheer tot uiting te laten komen in de maatlatscore kan een lichte verhoging van EKR doorgevoerd worden. Dit kan gedaan worden door de EKR-waarde op te hogen met een vast getal van bijvoorbeeld 0.1 per maatregel. Huidige gekanaliseerde (vaak slechte of ontoereikende) beken zouden dan door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het uitvoeren van natuurvriendelijk beheer een klasse kunnen stijgen. Bij meer natuurlijk meanderende beken zijn deze maatregelen geen optie. Dit omdat deze beken over natuurlijke oevers beschikken die over het algemeen niet intensief beheerd worden.

...