Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

De kennisregels hebben betrekking op de volgende watertypen (codes volgens Van der Molen & Pot (update februari 2007) Referenties en concept-maatlatten voor Meren voor de Kaderrichtlijn Water):

  • R5 Langzaam stromende middenloop/benedenloop op zand;

...

  • R6 Langzaam stromend riviertje op zand/klei;

...

  • R10 Langzaam stromende middenloop/benedenloop op kalkhoudende bodem;

...

  • R12 Langzaam stromende middenloop/benedenloop op veenbodem;

...

  • R14 Snelstromende middenloop/benedenloop op zand;

...

  • R15 Snelstromend riviertje op kiezelhoudende bodem;

...

  • R18 Snelstromende middenloop/benedenloop op kalkhoudende bodem.

Omdat de rekenregels zijn gebaseerd op een dataset die ook deze kleinere watertypen omvat, zijn de kennisregels ook van toepassing op een aantal typen kleinere wateren (R4, R9, R11, R13 en R17).

...

De volgende hydromorfologische variabelen zijn aangegeven als belangrijkste stuurfactoren op de macrofauna-maatlat (Royal Haskoning, 2005):

  • meandering/sinuositeit;
  • breedte- en dieptevariatie;
  • stroomsnelheid en stromingsdiversiteit;
  • oeverbegroeiing;
  • obstakels, zoals hout en bladpakketten in de stroming zorgen diversiteit in stroomsnelheden en dienen als habitat;
  • substraat.

De mate van meandering bepaalt voor een groot deel de diversiteit aan stroomsnelheid, breedte, diepte en substraat en is hierdoor een vrij goede totaal-variabele. Een belangrijke aanvullende variabele is de stroomsnelheid. Naast deze hydromorfologische variabelen beïnvloedt waterkwaliteit de maatlatscore voor macrofauna. De belangrijkste sturende chemische variabelen zijn:

  • zuurstofgehalte / BZV;
  • Fosfaatgehalte;
  • Stikstofgehalte.

In zoete wateren is fosfaat meer sturend dan stikstof.

...