Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

In zoete wateren is fosfaat meer sturend dan stikstof.

3. Rekenregels

Relatie met maatlat
De EKR rekenregels voor macrofauna in stromende wateren is gebaseerd op de volgende drie variabelen waarvoor de volgende indicatorsoorten zijn opgenomen (zie maatlat "macrofauna in stromende wateren):

  • DN % (abundantie); het percentage individuen behorende tot de negatief dominante indicatoren, gebaseerd op abundantieklassen;
  • KM % (aantal taxa); het percentage kenmerkende taxa;
  • KM % + DP % (abundantie); het percentage individuen behorende tot de kenmerkende en positief dominante indicatoren, gebaseerd op abundantieklassen.

Voor de bepaling van de rekenregels in de KRW-Verkenner is de berekening van de EKR direct gekoppeld aan een aantal abiotische variabelen. Er is hierbij dus geen gebruik gemaakt van een tussenstap van abiotiek naar het percentage DN en KM, waaruit vervolgens de EKR kan worden berekend (zie hierboven).

Samenvatting
De rekenregels voor macrofauna in stromende wateren zijn ontwikkeld aan de hand van een selectie van fysisch-chemische variabelen. De geselecteerde variabelen hebben een grote invloed op de maatlatscore en zijn relatief eenvoudig te bepalen. De soortensamenstelling van macrofauna is zelden het gevolg van één stressor, maar wordt bepaald door een combinatie van stressoren. De volgende variabelen zijn gekozen als stuurfactoren:

  • fysisch: meandering en stroomsnelheid;
  • chemisch: totaal fosfaat en BZV.

Voor elk van deze variabelen is een formule afgeleid die de maximaal haalbare EKR op de macrofaunamaatlat berekent (Tabel 3.1; bijlage 2). Deze maximaal haalbare EKR is gebaseerd op plafondwaarden voor de stuurvariabelen. Voor alle variabelen dient een waarde ingevuld te worden. De laagste EKR-verwachting geldt als eindscore voor de maximaal haalbare EKR. Deelscores worden afgetopt op 1. De stuurvariabele die de laagste EKR-verwachting geeft, geldt als de zijn ontwikkeld aan de hand van een selectie van fysisch chemische parameters. De geselecteerde parameters hebben een grote invloed op de maatlatscore en zijn relatief eenvoudig te bepalen. De soortensamenstelling van macrofauna is zelden het gevolg van één stressor, maar wordt bepaald door een combinatie van stressoren. De volgende parameters zijn gekozen als stuurvariabelen:-          Fysisch: meandering en stroomsnelheid
-          Chemisch: totaal fosfaat en BZV
 Substraat, oeverbegroeiing en obstakels zijn naast de geselecteerde parameters belangrijke stuurvariabelen voor macrofauna in beken. Deze parameters zijn echter moeilijk te bepalen en kwantificeren. Voor een deel komen deze parameters tot uiting in meandering: sterk meanderende beken hebben over het algemeen meer variatie in substraat en meer hoog opgaande begroeiing. Deze begroeiing resulteert in meer dood hout en blad in de beek. Rechtgetrokken beken liggen vaak in landbouwgebied waardoor er weinig hoog opgaande begroeiing langs de oever van de beek aanwezig is en de hoeveelheid dood hout en blad in het water verwaarloosbaar is. Beheer waarbij dood en levend plantenmateriaal uit de beek wordt verwijderd om een goede doorstroming te garanderen, draagt verder bij tot reductie van dood hout en blad in het water.
 
Voor elke parameter is een formule afgeleid (zie bijlage 2) die de maximaal haalbare EKR op de macrofaunamaatlat berekent (Tabel 3.1). Deze maximaal haalbare EKR is gebaseerd op plafondwaarden voor de stuurvariabelen. Voor alle parameters dient een waarde ingevuld te worden. De laagste EKR-verwachting geldt als eindscore voor maximaal haalbare EKR. Deelscores worden afgetopt op 1. De stuurvariabele die de laagste EKR-verwachting geeft, geldt als de bepalende stuurvariabele welke middels maatregelen moet worden hersteld.

Tabel 3.1: Rekenregels voor berekening van de maximaal haalbare EKR aan de hand van stuurvariabelen

Stuurvariabele

Rekenregel

Meandering (klasse)

EKRmax = -0.2563Ln(meanderingsklasse) + 0.9385

Stroomsnelheid (cm/s)
langzaam stromend water

EKRmax = 0.1532Ln(stroomsnelheid) + 0.3999

Stroomsnelheid (cm/s)
snel stromend water

EKRmax = 0.1342Ln(stroomsnelheid) + 0.1753

Totaal fosfaat (mg/l)

EKRmax = -0.1911Ln(Ptot) + 0.5613

BZV (mg O2/l)

EKRmax = -0.4152Ln(BZV) + 1.2635

Naast de bovengenoemde geselecteerde variabelen zijn substraat, oeverbegroeiing en obstakels eveneens belangrijke factoren voor macrofauna in beken. Deze variabelen zijn echter moeilijk te bepalen en kwantificeren. Voor een deel komen deze variabelen tot uiting in meandering: sterk meanderende beken hebben over het algemeen meer variatie in substraat en meer hoog opgaande begroeiing. Deze begroeiing resulteert in meer dood hout en blad in de beek. Rechtgetrokken beken liggen vaak in landbouwgebied waardoor er weinig hoog opgaande begroeiing langs de oever van de beek aanwezig is en de hoeveelheid dood hout en blad in het water verwaarloosbaar is. Beheer waarbij dood en levend plantenmateriaal uit de beek wordt verwijderd om een goede doorstroming te garanderen, draagt verder bij tot reductie van dood hout en blad in het water.

...

 
De werking van de geselecteerde parameters op de maatlatscore is bij alle hier beschouwde watertypen vrijwel gelijk. Het zijn in feite allemaal grotere permanente beken met verschillen in geologie (zand, veen, klei) die niet van direct belang zijn op de hier af te leiden rekenregels. Bijlage 3 toont aan dat rekenregels voor de parameters meandering, fosfaat en BZV niet apart voor langzaam en snelstromende type wateren afgeleid hoeven te worden, maar dat dezelfde rekenregels volstaan voor beide typen. Alleen voor stroomsnelheid dient onderscheid gemaakt te worden in snel- en langzaam stromende rivieren.  Tabel 3.1 Rekenregels voor berekening van de maximaal haalbare EKR aan de hand van stuurvariabelen

Stuurvariabele

Rekenregel

Meandering (klasse)

EKRmax  = -0.2563Ln(meanderingsklasse) + 0.9385

Stroomsnelheid (cm/s)
langzaam stromend water

EKRmax = 0.1532Ln(stroomsnelheid) + 0.3999

Stroomsnelheid (cm/s)
snel stromend water

EKRmax = 0.1342Ln(stroomsnelheid) + 0.1753

Totaal fosfaat (mg/l)

EKRmax = -0.1911Ln(Ptot) + 0.5613

BZV (mg O2/l)

EKRmax = -0.4152Ln(BZV) + 1.2635

 

4. Maatregel - effect relaties

In de KRW-Verkenner kunnen maatregelen worden geselecteerd die een effect hebben op de ecologische toestand van de verschillende kwaliteitselementen (wat voor verstaan onder 'kwaliteitselementen'?). Tabel 4.1 geeft de huidige maatregelen uit de KRW-Verkenner weer. Hierbij is aangegeven welke rekenregel (en bijbehorende stuurvariabele) gebruikt moet worden om het effect van de maatregel te vertalen naar een effect op de maatlatscore (EKR). Maatregelen gericht op meandering (en gerelateerde stuurvariabelen), stroming en sanering van puntbronnen blijken het meest effectief voor macrofauna (Tabel 4.1). Vrijwel alle maatregelen uit de KRW-Verkenner hebben effect op één van de stuurvariabelen. Op locaties waar hermeanderen geen optie is door bijvoorbeeld ruimtegebrek kunnen natuurvriendelijke oevers en een natuurvriendelijk beheer voor een lichte ecologische verbetering voor macrofauna zorgen door het creëren van habitat (vooral in de vorm van vegetatie). Om het positieve effect van natuurvriendelijke oevers en natuurvriendelijk beheer tot uiting te laten komen in de maatlatscore kan een lichte verhoging van EKR doorgevoerd worden. Dit kan gedaan worden door het optellen van een vast getal van bijvoorbeeld 0.1 per maatregel (waarbij optellen?). Huidige gekanaliseerde (vaak slechte of ontoereikende) beken zouden dan door de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het uitvoeren van natuurvriendelijk beheer een klasse kunnen stijgen. Bij meer natuurlijk meanderende beken zijn deze maatregelen geen optie omdat deze beken over natuurlijke oevers beschikken die over het algemeen niet intensief beheerd worden.

...