scrollbar |
---|
...
Tenger fonteinkruid - Potamogeton
...
pusillus
Algemeen
Section | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 80%
|
...
|
...
|
...
|
...
|
...
|
...
|
Habitatbeschrijving
Tenger fonteinkruid komt voor op zonnige plaatsen in ondiep, helder, stilstaand of zwak stromend, voedselrijk, zoet of zwak brak, kalkhoudend water. Je kunt de plant aantreffen in plassen, vijvers, kanalen, sloten en meertjes. In Nederland is de plant vrij algemeen in het westen en noorden (#2)Deze factsheet bevat alleen de dosis-effect relaties zoals deze in het Macromij model zitten (#1). Overige informatie wordt binnenkort toegevoegd.
Dosis-effect relaties
De Binnen HABITAT studies voor het IJsselmeergebied is tot halverwege 2014 gebruik gemaakt van de dosis-effect relaties zijn afkomstig van het logistisch regressie model Macromij (#1#3). Dit regressie model is gebaseerd op meetgegevens uit de Veluwerandmeren. Omdat in het Markermeer diepere delen voorkomen dan in de Veluwerandmeren is een begrenzing gesteld aan de uitkomsten van het model (0.2 tot 3.5 m).
In Macromij wordt de kans op het voorkomen van P. pectinatus als volgt berekend:
P_ P. pectinatus= exp(-0.015+-0.046*wa+1.4*tur+-0.0046*fe+-0.16* se+ (-0.43*tur)^2+0.0095*wa*tur+0.000043*wa*fe+ 0.0008*wa*se+0.0018*tu*fe+0.000083*fe*se+-0.000022*wa*tur*fe+-0.00000068*wa*fe_se 0.00000023*wa*tur*fe*se)
HGI P. pectinatus= (P_ P. pectinatus / (1+P_ P. pectinatus)) als de waterdiepte tussen 0.2 en 3.5 meter is.
Wa = waterdiepte (cm)
Tur = troebelheid (1/m)
Fe = strijklengte (m)
Se = sediment, percentage organisch stof, a.d.v. bodemkaart
De validatie van deze kennisregels op het Markermeer (2006) bleek goed te zijn. Echter, de toenemende verbetering van het lichtklimaat en het effect van waterplanten op dit lichtklimaat, leidde in het NMIJ project tot een duidelijk verschil tussen voorspeld potentieel geschikt habitat en daadwerkelijk gekoloniseerd gebied. Op basis van een mixed model benadering zijn nieuwe kennisregels opgesteld. Meer details over de methode zijn terug te vinden in (#5). In (#6) zijn de vegelijkingen getoond tussen de effecten van stuurvariabelen op het potentieel voorkomen van tenger fonteinkruid in de Macromij benadering en in de nieuwe mixed model benadering.
De mixed model dosis effect relaties zijn opgesteld op basis van doorzicht en op basis van extinctie.
Doorzicht:
P_potapus = 1*exp(-(-2.154920185+deelgebeiden-1.427441069*diepte_zom+0.04838721*(diepte_zom^2)+0.20374052*diepte_zom*doorzicht-0.000372492*strijklengte))
Extinctie:
P_potapus = 1*exp(-(-1.488180498+deelgebied-0.948768926*diepte_zom+0.04251785*(diepte_zom^2)-0.134108637*diepte_zom*extinctie+0.124935344*extinctie-0.000350674*strijklengte))
HGI P_potapus = 1 / (1+_potapus)
deelgebied = het gebiedsintercept. Dit houdt in dat een bepaald gebied een straf of bonus krijgt met betrekking tot het voorkomen van waterplanten. De straf of bonus is gebaseerd op de trainingsdataset voor de kennisregels ( - )
diepte_zom = de gemiddelde waterdiepte in de zomer (m)
doorzicht = secchi diepte (m)
extinctie = extinctiecoefficient (1/m)
strijklengte = de jaargemiddelde effectieve strijklengte met windkracht van 4 Bft of meer (m)
Er zijn benaderingen beschikbaar voor doorzicht en extinctie de lichtklimaatparameters niet gemeten zijn. Zie hiervoor de pagina's doorzicht en extinctie.
Validatie
Deze dosis-effect relaties zijn gevalideerd op het Markermeer.
Toepasbaarheid
Markermeer en mogelijk ook andere zoete wateren waar weinig lange voorlanden aanwezig zijn (zoals het IJsselmeerAls maat voor de troebelheid wordt de licht extinctie genomen, welke wordt berekend met de volgende formule volgens Scheffer (1998) (#2):
troebelheid = 0.81 + 0.016 chlorophyll-a + 0.46/Zs0.5
Zs = Secchi depth (m)
chlorophyll-a (μg/L)
Referenties
1
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
2
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
3
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
2 4
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
5
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
6
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|