Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

Ecological knowledge base

scrollbar

Zalm - Salmo salar

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Zalm - Salmo salar

Regio

Nederland, Noord-Atlantisch

Watersysteem

zee, rivieren, bovenstroomse gebieden

Natuurparameter

vissen

HR nr

H1106

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar

Column
width20%

Image Removed Image Added

Foto: http://www.liverpoolmuseums.org.uk

...

Met een lengte tot 150 cm en een gewicht van maximaal 30 kilo is de Zalm (Salmo salar, familie Salmonidae) een van de grootste vissoorten in ons land. De Zalm is een anadrome trekvis met een zoetwaterfase (parr-stadium) en een zoutwaterfase (smolt-stadium). In het parr-stadium zijn de (jonge) dieren donker gekleurd met zwarte vlekken op de zijkant. Met het bereiken van het smoltstadium worden de vissen lichter van kleur. Met het opgroeien in de oceaan wordt de rug blauwgroen en ontstaan kleine donkere (kruisvormige) vlekjes, vooral boven de zijlijn. Tijdens de paaiperiode worden de volwassen dieren donker van kleur met grote rode en zwarte vlekken. In deze periode krijgen de mannetjes een omhooggekromde onderkaak (haakbek). De Zalm lijkt op de Zeeforel (Salmo trutta trutta), maar onderscheidt zich onder meer door een langere en dunnere staartbasis (de wortel) en een kleinere en spitsere kop #1.

...

De leeftijd is afhankelijk van de duur van de juveniele periode, 1 tot 3 jaar, en het verblijf op zee van de adulten, 1 a 2 jaar #2.

Dosis-effect relaties

De dosis-effect relaties voor de zalm met betrekking tot Nederland beperken zich tot de rivieren die voor de trek gebruikt worden. De dosis-effect relaties over het paaigebied zijn niet van toepassing in Nederland.

Stroomdiagram




Algemene dosis-effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
ylabelHGI
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid (m/s)
typedataOrientationlinevertical
titleStroomsnelheid paaigebied
dataOrientationdomainAxisUpperBoundvertical8
yLabeltypeHSIxyline

stroomsnelheid (m/s) HSI

HGI

0

0

0.08 25 0

1

0.135

1

0.4575

1

1

1

2.5

0.75

5

0.5

7

0

Referentie: #4

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
domainAxislowerBound0
xlabelzuurgraad
dataOrientationvertical
titleZuurgraad
domainAxisUpperBound10
typexyline
yLabelHGI

zuurgraad

HGI

5

0

6

1

8

1

9

0

Referentie: #3
Deze rekenregel is niet van toepassing in Nederland. #4

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
domainAxislowerBound0
xlabelaanwezigheid kiezelzuurstofgehalte (mg/L)
dataOrientationvertical
titleZuurstofgehalte
domainAxisUpperBound10
typexyline
yLabelHGI

zuurstofgehalte (mg/L)

HGI

6

0

8

1

10

1

Section

Dosis-effect relaties migratie

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelpasseerbaarheidsklasse
typebar
titleSubstraat paaigebied
dataOrientationvertical
titlePasseerbaarheid vistrap-kunstwerk
typebar
yLabelHSI

aanwezigheid kiezel

HSI

geen

0

weinig

0

matig

0

redelijk

0.5

veel

1

Referentie: #2
Deze rekenregel is niet van toepassing in Nederland.
HGI

klasse

HGI

1

1

2

1

3

1

4

1

5

0.6

6

0.3

7

0

Referentie: #4
NB: Deze dosis-effect relatie is een schatting. Voor passeerbaarheid is zowel de lengte van de passage als de stroomsneldheid van belang. Vistrappen en kunstwerken zijn in 7 klassen onderverdeeld, waarbij de laagste klasse een optimale passeerbaarheid aanduidt (lage stroomsnelheid, korte passage, volledig open). De hoogste klasse geeft volledige onpasseerbaarheid aan. Voor de zalm is klasse 6 (50 m lang, 4-7 m/s stroom) nog gedeeltelijk passeerbaar. Echter, een verdere detaillering van de klassen wordt niet gegeven. #4 nemen aan dat de Haringvlietsluizen waar geen vistrappen aanwezig zijn in klasse 3 vallen, een lokatie met vistrappen zou in klasse 2 vallen. Er zijn meer gegevens nodig om de huidige obstakels te classifieren.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelbarriere
dataOrientationvertical
titlePasseerbaarheid barrieres
typebar
yLabelHGI

barriere

HGI stroomopwaarts

HGI stroomafwaarts

spuisluis

0.9

1

scheepvaartsluis + stuw + vistrap

0.7

1

scheepvaartsluis + stuw + waterkrachtcentrale + vistrap

0.7

0.7

NB: Na 2007 moeten alle stuwen van vistrappen zijn voorzien.
Referentie: Expert Judgement Jan Kranenbarg

Dosis-effect relaties paaigebied

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
domainAxislowerBound0
xlabeldiepte stroomsnelheid (m/s)
typedataOrientationlinevertical
titleDiepte Stroomsnelheid paaigebied
domainAxisUpperBound1.1
typexylinedataOrientationvertical
yLabelHSIHGI

diepte stroomsnelheid (m/s)

HSI HGI

0.08

0

0.1513

1

0.3545

1

1.0.7

0

Referentie: #3
Deze rekenregel dosis-effect relatie is niet van toepassing in Nederland.

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelaanwezigheid kiezel
dataOrientationvertical
titleSubstraat paaigebied
typebar
yLabelHGI

aanwezigheid kiezel

HGI

geen

0

weinig

0

matig

0

redelijk

0.5

veel

1

Referentie: #2
Deze dosis-effect relatie is niet van toepassing in Nederland.

section
Section
Column
width50%
Chart
Stuwen en sluizen
HSI
Chart
ylabel
dataDisplaytrue
legendfalse
typedomainAxislowerBoundbar0
xlabeldiepte (m)titleDoorgang hoofdstroom
dataOrientationvertical

Obstakel in hoofdstroom

HSI

sluis of stuw zonder vistrap

0

sluis of stuw met vistrap

0.3

Referentie: #2,#3
Deze rekenregel behoeft meer informatie en is niet gevalideerd.

titleDiepte paaigebied
domainAxisUpperBound1
typexyline
yLabelHGI

diepte (m)

HGI

0

0

0.15

1

0.35

1

0.7

0

Referentie: #3
Deze dosis-effect relatie is niet van toepassing in Nederland.

Column
width50%

Onzekerheid en validatie

(!)Deze rekenregels (warning) Deze dosis-effect relaties zijn niet gevalideerd.

Toepassingsgebied

Deze rekenregels dosis-effect relaties kunnen worden toegepast voor de trek van de vissen en de geschiktheid van het paaigebied. De paaigebieden van de Zalm liggen niet in Nederland.

Voorbeeld project

Geen voorbeelden beschikbaar

Referenties

...

De dosis-effect relaties voor migratie kunnen aanvullend zijn maar de eerste behoeft nog verdere uitwerking. Het gebruik van de tweede relatie over de barrierewerking is zonder aanvulling bruikbaar.

Voorbeeld project

Voor deze dosis-effect relaties is geen voorbeeldprojekten aanwezig.

Referenties

1

Anchor
1
1
http://www.synbiosys.alterraminlnv.nl/natura2000
2
Anchor
2
2
Janssen, J.A.M. en Schaminee, J.H.J. Europese natuur in Nederland; soorten van de Habitat richtlijn. 2004
3
Anchor
3
3
OVB. ed. J. Quak. De zalm, een beknot historisch en biologisch beeld. 1987.
4
Anchor
4
4
De Vries, M.B. Module voor de analyse van barrieres voor trekvis. WL report T2011. 1996