Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

Home

scrollbar

H1310 - Zilte pionierbegroeiingen

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam

Wiki Markup
[home] {scrollbar} h1. H1310 - Zilte pionierbegroeiingen h1. Algemeen {section}{column:width=80%} || Algemene kenmerken || || | Naam

soort(en)groep

|

Zilte

pionierbegroeiingen

| | Regio | Nederland | | Watersysteem | Overgangswateren | | Natuurparameter | Habitattypen | | HR nr | H1310 | | Factsheet opgemaakt door | M. Haasnoot |{column}{column:width=20%} {column}{section} h1. Habitat beschrijving Dit habitattype omvat pioniersbegroeiing langs de kust, op de grens van land en zee. Met name in de getijdenzone op slikken en zandvlakten, maar ook op wat hoger gelegen plaatsen die nog net door de hoogste waterstanden worden bereikt, komt dit type voor. Kenmerkende soorten voor dit habitattype zijn soorten van het Salicornia verbond: Langarige zeekraal (_Salicornia procumbens_), Kortarige zeekraal (_Salicornia europaea_), Schorrenkruid (_Suaeda maritima_). Daarnaast komen ook soorten van het Saginion maritimae voor: Zeevetmuur (_Sagina maritima_)en Hertshoornweegbree (_Plantago coronopus_), Deens lepelblad (_Cochlearia danica_) [#1]. h3. Algemeen voorkomen Het habitattype komt in goed ontwikkelde vorm voor in alle luwe kustzones van het Waddengebied en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta. Een relatief groot oppervlak aan _Saginion_\-begroeiing wordt aangetroffen in de Grevelingen op drooggevallen, voormalige zandplaten [#1]. h3. Milieurandvoorwaarden In verschillende beschrijvingen wordt aangegeven dat dit habitattype ter hoogte van de gemiddelde waterlijn voorkomt, een zone die regelmatig met zoutwater overstroomt. Volgens meetgegevens in de Haringvliet [#3] komt dit type samen met [H1320|H1320 - Slijkgraslanden] voor tussen de gemiddeld laag waterlijn (GLW) en de gemiddeld hoog waterlijn (GHW) en dan met name tussen halftij en GHW. Tussen GLW en halftij komt voornamelijk slik voor met hier en daar H1310 en H1320. Bij een te hoge dynamiek kan de vegetatie geen stand houden en is er slechts kaal strand. Habitattype H1310 kan minder goed tegen een hoge dynamiek (maximaal matige dynamiek) dan de slijkgraslanden (H1320). De in de literatuur aangegeven chloride-gehaltes verschillen en variëren tussen 0.3 g Cl/L tot 70 g Cl/L [#3], [#4], [#5]. h3. Beheer en ontwikkelingskansen Dit habitattype is gevoelig voor veranderingen in het peil en veranderingen van peilfluctuaties. Door het voorkomen in brakke en zoute omstandigheden is dit type ook gevoelig voor waterbeheersmaatregelen zoals het beperken van de invloed van zout water in bijvoorbeeld de Zeeuwse wateren. h1. Dosis-effect relaties \\ h4. Stroomdiagram \\ {flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "Waterdiepte|Zoutgehalte|Dynamiek" shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI algemeen" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart} \\ h4. Dosis-effect relaties {section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Waterdiepte|xlabel=stroomsnelheid (m/s)|yLabel=Habitat Geschiktheids Index |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || || HGI || | < GLW | 0 | | GLW - halftij | 0.4 | | halftij - GHW | 1 | | > GHW | 0 | {chart} GLW = gemiddeld laag water GHW = gemiddeld hoog water {column} {column:width=50%} {chart:type=xyline|title=Zoutgehalte|xlabel=zoutgehalte (g Cl/l)|yLabel=Habitat Geschiktheids Index |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || || HGI || | 0 | 0 | | 0.3 | 0 | | 4 | 0.5 | | 5 | 1 | | 10 | 1 | {chart} {column} {section} {section}{column:width=50%} {chart:type=bar|title=Dynamiek|xlabel=mate dynamiek|yLabel=Habitat Geschiktheids Index |dataDisplay=true|dataOrientation=vertical|legend=false} || || HGI || | laag | 1 | | matig | 0.4 | | hoog | 0 | {chart}De mate van dynamiek is niet gekwantificeerd (bijvoorbeeld in termen van stroomsnelheid, golfhoogte). Dit dient in een project verder uitgezocht te worden. {column} {section} h1. Onzekerheid en validatie Deze dosis-effect relaties zijn beperkt gevalideerd. Dit habitattype is gebruikt in de MER voor het Volkerak Zoommeer. De resultaten voor de huidige situatie zijn kwalitatief vergeleken met ecotopenkaarten en voldoende bevonden om te gebruiken in dit gebied. h1. Toepasbaarheid zie onzekerheid. h1. Voorbeeld project Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). (2006). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015 h1. Referenties 1 {anchor:1}[http://www.minlnv.nl/natura2000] 2 {anchor:2}Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). (2006). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015 3 {anchor:3}Hansson Ecodata. Calibratie van het model EMOE voor de vegetatie van de voordelta van het Haringvliet. Freiburg, 2005. 4 {anchor:4}Schaminée, J.H.J., Weeda, E.J. en Westhoff, V. (1998). De vegetatie van Nederland. Deel 4. Plantengemeenschappen van de kust en van binnenlandse pioniermilieus. Opulus Press, Uppsala-Leiden. 5 {anchor:5}Van der Meulen, Y.A.M.. Meren Ecotopen Stelsel. RIZA nota 97.076.

Regio

Nederland

Watersysteem

Overgangswateren

Natuurparameter

Habitattypen

HR nr

H1310

Factsheet opgemaakt door

M. Haasnoot

Column
width20%
 

Habitat beschrijving

Dit habitattype omvat pioniersbegroeiing langs de kust, op de grens van land en zee. Met name in de getijdenzone op slikken en zandvlakten, maar ook op wat hoger gelegen plaatsen die nog net door de hoogste waterstanden worden bereikt, komt dit type voor. Kenmerkende soorten voor dit habitattype zijn soorten van het Salicornia verbond: Langarige zeekraal (Salicornia procumbens), Kortarige zeekraal (Salicornia europaea), Schorrenkruid (Suaeda maritima). Daarnaast komen ook soorten van het Saginion maritimae voor: Zeevetmuur (Sagina maritima)en Hertshoornweegbree (Plantago coronopus), Deens lepelblad (Cochlearia danica) #1.

Algemeen voorkomen

Het habitattype komt in goed ontwikkelde vorm voor in alle luwe kustzones van het Waddengebied en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta. Een relatief groot oppervlak aan Saginion-begroeiing wordt aangetroffen in de Grevelingen op drooggevallen, voormalige zandplaten #1.

Milieurandvoorwaarden

In verschillende beschrijvingen wordt aangegeven dat dit habitattype ter hoogte van de gemiddelde waterlijn voorkomt, een zone die regelmatig met zoutwater overstroomt. Volgens meetgegevens in de Haringvliet #3 komt dit type samen met H1320 voor tussen de gemiddeld laag waterlijn (GLW) en de gemiddeld hoog waterlijn (GHW) en dan met name tussen halftij en GHW. Tussen GLW en halftij komt voornamelijk slik voor met hier en daar H1310 en H1320. Bij een te hoge dynamiek kan de vegetatie geen stand houden en is er slechts kaal strand. Habitattype H1310 kan minder goed tegen een hoge dynamiek (maximaal matige dynamiek) dan de slijkgraslanden (H1320).

De in de literatuur aangegeven chloride-gehaltes verschillen en variëren tussen 0.3 g Cl/L tot 70 g Cl/L #3, #4, #5.

Beheer en ontwikkelingskansen

Dit habitattype is gevoelig voor veranderingen in het peil en veranderingen van peilfluctuaties. Door het voorkomen in brakke en zoute omstandigheden is dit type ook gevoelig voor waterbeheersmaatregelen zoals het beperken van de invloed van zout water in bijvoorbeeld de Zeeuwse wateren.

Dosis-effect relaties

 

Stroomdiagram

 

 

Dosis-effect relaties

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelstroomsnelheid (m/s)
titleWaterdiepte
dataOrientationvertical
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

 

HGI

< GLW

0

GLW - halftij

0.4

halftij - GHW

1

> GHW

0

GLW = gemiddeld laag water
GHW = gemiddeld hoog water

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelzoutgehalte (g Cl/l)
titleZoutgehalte
dataOrientationvertical
typexyline
yLabelHabitat Geschiktheids Index

 

HGI

0

0

0.3

0

4

0.5

5

1

10

1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelmate dynamiek
titleDynamiek
dataOrientationvertical
typebar
yLabelHabitat Geschiktheids Index

 

HGI

laag

1

matig

0.4

hoog

0

De mate van dynamiek is niet gekwantificeerd (bijvoorbeeld in termen van stroomsnelheid, golfhoogte). Dit dient in een project verder uitgezocht te worden.

Onzekerheid en validatie

Deze dosis-effect relaties zijn beperkt gevalideerd. Dit habitattype is gebruikt in de MER voor het Volkerak Zoommeer. De resultaten voor de huidige situatie zijn kwalitatief vergeleken met ecotopenkaarten en voldoende bevonden om te gebruiken in dit gebied.

Toepasbaarheid

zie onzekerheid.

Voorbeeld project

Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). (2006). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015

Referenties

1

Anchor
1
1
https://www.rijkswaterstaat.nl/water/waterbeheer/beheer-en-ontwikkeling-rijkswateren/natura-2000/index.aspx
2
Anchor
2
2
Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). (2006). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015
3
Anchor
3
3
Hansson Ecodata. Calibratie van het model EMOE voor de vegetatie van de voordelta van het Haringvliet. Freiburg, 2005.
4
Anchor
4
4
Schaminée, J.H.J., Weeda, E.J. en Westhoff, V. (1998). De vegetatie van Nederland. Deel 4. Plantengemeenschappen van de kust en van binnenlandse pioniermilieus. Opulus Press, Uppsala-Leiden.
5
Anchor
5
5
Van der Meulen, Y.A.M.. Meren Ecotopen Stelsel. RIZA nota 97.076. 1997