Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin

home

scrollbar

...

(warning) under construction by Marjolijn

Waterplanten - zoet water

Algemeen

Section
Column
width80%

Algemene kenmerken

 

Naam soort(en)groep

Ondergedoken waterplanten Waterplanten

Regio

Nederland, Europa

Watersysteem

meren , rivieren

Natuurparameter

macrofyten

Factsheet opgemaakt door

K.E. van de Wolfshaar M. Haasnoot

Column
width20%

Habitat beschrijving

Algemeen voorkomen

Onder de noemer van ondergedoken waterplanten worden vooralsnog alleen planten in zoete wateren gerekend. Het areaal ondergedoken waterplanten is één van de deelmaatlatten voor het biologisch kwaliteitselement 'macrofyten en fytobenthos' binnen de KRW.

Milieurandvoorwaarden

Macrofytengroei wordt in zoete Nederlandse meersystemen voornamelijk bepaald door het lichtklimaat. Omdat het lichtklimaat wordt bepaald door verschillende kenmerken zoals algenconcentratie, zwevend stof, detritus, humuszuren en de achtergrondsextinctie van water, is het vanzelfsprekend dat er voor verschillende meertypen andere dieptes worden gevonden.Graas door herbivore vogels vormt op ondiepe delen eventueel een belemmering. Het type sediment en zoutgehalte zijn voornamelijk van invloed op de soortssamenstelling, en niet zozeer op het totale areaal aan ondergedoken waterplanten. Strijklengte wordt niet als een belemmerende factor gezien voor ondergedoken waterplanten. Schutten (2005) geeft daarentegen aan dat naast lichtklimaat biomechanische verstoring een belangrijke factor kan zijn voor macrofyten. Met name in de late zomer en het najaar, wanneer de
groeipiek van macrofyten voorbij is, zijn ze minder goed bestand tegen vraat en golfslag.

Beheer en ontwikkelingskansen

De ondergedoken waterplanten zijn zeer gevoelig voor het zoutgehalte. Vanaf een zoutgehalte van 0.6 gCl/L neemt de geschiktheid af, en bij 1 gCl/L is de geschiktheid nul (figuur 4.2.1, linker paneel). Waterplanten hebben een minimum percentage licht nodig dat de bodem bereikt. Beheer zou hier rekening mee kunnen houden door bijvoorbeeld buiten het groei seizoen te baggeren.

Dosis-effect relaties

Deze De dosis-effect relaties zijn afkomstig van het logistisch regressie model Macromij (#3). Dit regressie model is gebaseerd op meetgegevens uit de Veluwerandmeren. Omdat in het Markermeer diepere delen voorkomen dan in de Veluwerandmeren is een begrenzing gesteld aan de uitkomsten van het model (0.2 tot 3.5 m).

In Macromij wordt de kans op het voorkomen van Chara spp. als volgt berekend:

P_chara = exp(4.47+-0.018*wa+-1.1*tur+0.005*wa*tur+0.0000051*wa*fe+0.0003*tur*fe+-0.0000047*wa*tur*fe)

HGI Chara = (P_chara / (1+P_chara)) als de waterdiepte tussen 0.2 en 3.5 meter is.

Wa = waterdiepte (cm)
Tur = troebelheid (1/m)
Fe = strijklengte (m)
Se = sediment, percentage organisch stof, a.d.v. bodemkaart

Als maat voor de troebelheid wordt de licht extinctie genomen, welke wordt berekend met de volgende formule volgens Scheffer (1998):
troebelheid = 0.81 + 0.016 ?chlorophyll?a + 0.46/Zs0.5
Zs = Secchi depth (m)
chlorophyll?a (?g/L) een uitgebreide studie in opdracht van RIZA. De lijst met literatuur die hiervoor gebruikt is is te vinden in rapport #2. Section

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabel%SI
typexyline
titlePercentage licht dat de bodem bereikt
dataOrientationvertical
yLabelHGI

%SI

HGI

0

0

1

0.4

4

0.8

7

1

100

1

Referentie: #1, #2

Column
width50%
Chart
xlabelOrientationvertical
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelzoutgehalte (g Cl/L)
typexyline
titleZoutgehalte
dataOrientationvertical
yLabelHGI

zoutgehalte (g Cl/L)

HGI

0

1

0.6

1

1

0

5

0

Referentie: #2

Naast bovenstaande relaties zijn er ook dosis-effectrelaties beschikbaar uit het model Macromij. Dit model bevat naast ondergedoken waterplanten ook drijvende waterplanten. Zie daarvooreffect relaties beschikbaar voor ondergedoken waterplanten, oevervegetatie en drijvende waterplanten (nog niet weergegeven in deze kennisdatabase). In Macromij zitten ook dosis-effect relaties voor specifieke soorten, zoals Chara spp.

Onzekerheid en validatie

Deze dosis-effect relaties zijn gevalideerd voor het IJsselmeergebied en het Friese boezemmeer De Leijen, zie referentie #2de Veluwerandmeren #3.

Toepasbaarheid

Deze dosis-effect relaties zijn toepasbaar op zoete wateren in Nederland, met name ondiepe meren.

Voorbeeld project

Volkerak-Zoommeer Habitat analyse (#1) en het IJsselmeergebied en het Friese boezemmeer De Leijenreferentie (#2Deze dosis-effect relatie is toegepast in een project voor het IJsselmeergebied (#2)en het Volkerak Zoommeer (#1).

Referenties

1

Anchor
1
1
Haasnoot, M. en Van de Wolfshaar, K.E.. Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015. 2006 (Download rapport ) rapport van pagina met toepassingen)
2
Anchor
2
2
Penning, W.E., Haasnoot, M., KuijperKranenbarg, MJ. en Van van Buren, R.. Rekenregels voor macrofyten in meren ten
behoeve van de KRW. WL | Delft Hydraulics rapport Q4058, Delft. 2006 Seizoensgebonden peilen in het IJsselmeergebied. WL report Q3889. 2005 (Download rapport ) rapport van pagina met toepassingen
3
Anchor
3
3
Van den Berg M.S., W. Joosse & H. Coops (2003) A statistical model predicting the occurrence and dynamics of submerged macrophytes in shallow lakes in the Netherlands. Hydrobiologia 506-509: 611-623. Download artikel