scrollbar |
---|
H1310 - Zilte pionierbegroeiingen
Algemeen
Section | |||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Habitat beschrijving
Dit habitattype omvat pioniersbegroeiing langs de kust, op de grens van land en zee. Met name in de getijdenzone op slikken en zandvlakten, maar ook op wat hoger gelegen plaatsen die nog net door de hoogste waterstanden worden bereikt, komt dit type voor. Kenmerkend Kenmerkende soorten voor dit habitattype zijn langarige zeekraal, kortarige zeekraal, schorrenkruid, zeevetmuur en hertshoornweegbree. Zeekraal is een belangrijke voedselbron voor verschillende (trek-) vogelsoortensoorten van het Salicornia verbond: Langarige zeekraal (Salicornia procumbens), Kortarige zeekraal (Salicornia europaea), Schorrenkruid (Suaeda maritima). Daarnaast komen ook soorten van het Saginion maritimae voor: Zeevetmuur (Sagina maritima)en Hertshoornweegbree (Plantago coronopus), Deens lepelblad (Cochlearia danica) #1.
Algemeen voorkomen
Het habitattype komt in goed ontwikkelde vorm voor in alle luwe kustzones van het Waddengebied en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse Delta. Een relatief groot oppervlak aan zeekraal Saginion-begroeiing wordt aangetroffen in de Grevelingen op drooggevallen, voormalige zandplaten #1.
Milieurandvoorwaarden
In verschillende beschrijvingen wordt aangegeven dat dit habitattype ter hoogte van de gemiddelde waterlijn voorkomt, een zone die regelmatig met zoutwater overstroomt. Volgens meetgegevens in de Haringvliet #3 komt dit type samen met H1320 voor tussen de gemiddeld laag waterlijn (GLW) en de gemiddeld hoog waterlijn (GHW) en dan met name tussen halftij en GHW. Tussen GLW en halftij komt voornamelijk slik voor met hier en daar H1310 en H1320. Bij een te hoge dynamiek kan de vegetatie geen stand houden en is er slechts kaal strand. Habitattype H1310 kan minder goed tegen een hoge dynamiek (maximaal matige dynamiek) dan de slijkgraslanden (H1320).
De in de literatuur aangegeven chloride-gehaltes verschillen en variëren tussen 0.3 gClg Cl/L tot 70 gClg Cl/L (Hansson Ecodata 2005,Janssen, J.A.M. en Schaminée, J.H.J. 2003, Meulen, van der, Y.A.M. 1997, Schaminée, J.H.J. et al. 1998).
...
Beheer en ontwikkelingskansen
Dit habitattype is gevoelig voor veranderingen in het peil en veranderingen van peilfluctuaties. Door het voorkomen in brakke en zoute omstandigheden is dit type ook gevoelig voor waterbeheersmaatregelen zoals het beperken van de invloed van zout water in bijvoorbeeld de Zeeuwse wateren.
Dosis-effect relaties
Stroomdiagram
Dosis-effect relaties
voorbeeld grafieken
Section | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Section | ||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Onzekerheid en validatie
Toepassingsgebied
Voorbeeld project
Referenties
...
Deze dosis-effect relaties zijn beperkt gevalideerd. Dit habitattype is gebruikt in de MER voor het Volkerak Zoommeer. De resultaten voor de huidige situatie zijn kwalitatief vergeleken met ecotopenkaarten en voldoende bevonden om te gebruiken in dit gebied.
Toepasbaarheid
zie onzekerheid.
Voorbeeld project
Haasnoot, M. en K.E. van de Wolfshaar (ed). (2006). Habitat analyse in het kader van de Planstudie/MER voor Krammer, Volkerak en Zoommeer. WL report Q4015
Referenties
1
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
1 /water/waterbeheer/beheer-en-ontwikkeling-rijkswateren/natura-2000/index.aspx
2
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
3
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
4
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|
5
Anchor | ||||
---|---|---|---|---|
|