Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.
Comment: Migration of unmigrated content due to installation of a new plugin
scrollbar
Warning
titleLet op

Aan deze pagina wordt momenteel gewerkt!

De Otter - Lutra lutra

Algemeen

...

Vis vormt ongeveer 80% van het totale voedselpakket van de otter. Het menu wordt bepaald door de talrijkheid en vangbaarheid van de potentiele prooivissen. Otters prefereren middelgrote vissen (15-20 cm). In voedselrijke wateren worden paling (Anquilla anguilla), brasem (Abramis brama) en blankvoorn (Rutilus rutilus) gegeten. Ook driedoornige stekelbaars (Gasterosteus aculeatus), snoekbaars (Stizostedion lucioperca), snoek (Esox luciulucius), baars (Perca fluviatilis) en zalmachtigen behoren tot het menu van de otter. Uit de analyse van spraints van otters uit NooordNoord-Holland is gebleken dat vooral snoek, paling, baars, pos (Gymnocephalus cernuus), blankvoorn en amfibieen worden gegeten.
Volwassen otters eten ongeveer 1-1,5 kg vis per dag. Naast vis eten otters kleine zoogdieren, amfibieenamfibieën, kreeftachtigen, grote waterinsekten en jonge watervogels (#1).
Om de beschikbaarheid van voldoende voesel te waarborgen is een brede oeverzone met veel helofyten, drijfplanten en submerse planten optimaal. Paaiende en schuilende vis vind hier voldoende dekking en de visotter kan in dit milieu gemakkelijk zijn prooi verassen. Deze habitateisen voor vis zijn vertaald in rekenregels voor waterdiepte en waterplanten.
Hoewel onvoldoende doorzicht in (#1) wordt genoemd als beperkend voor de jacht, is deze regel niet opgenomen in het model. Otters kunnen ook goed op de tast jagen ('s nachts en in troebel water), al wordt de prooi overdag wel 3,5 maal sneller gevangen dan in troebel/donker water (#5). Otters zijn veelal 's nachts actief en zijn dan prima in staat hun prooi te vangen. Het is niet bekend in hoeverre otters kunnen zien in het donker (#7).

...

Op 2-jarige leeftijd zijn otters geslachtsrijp. De vrouwtjes werpen om het jaar jongen. De gemiddelde worpgrootte in Noordwest-Europa is 2-3 jongen met een maximum van 5. In Nederland, Zweden en in Noordwest-Schotland werden relatief meer jongen geboren in het voorjaar en de zomermaanden dan in het najaar en in de winter (#8), terwijl op de Shetland eilanden otters uitsluitend in het voorjaar en de zomer worden geboren (#9). Daarentegen kennen de otters in de zoetwatergebieden in Groot-Brittannie Brittannië geen specifieke voortplantingsperiode.
De draagtijd is ongeveer 9 weken. Jonge otters krijgen na een zoogtijd van 7-8 weken vast voedsel. Na 2-3 maanden gaan de jonge otters met hun moeder mee op jacht. Het eerste levensjaar brengen de otters bij hun moeder door (#1). Voor het werpen van de jongen heeft de otter een nestsplaats nestplaats met voldoende dekking nodig. Deze dekking kan bestaan uit zegge- of galigaan pollen en dichte rietvegetatie. Ook is het noodzakelijk dat deze nestplaats overstromingsvrij is.
Elke otter heeft een bepaalde zogenoemde 'homerange', een soort territorium waarbinnen de otter zijn voedsel vindvindt. De hoeveelheid voedsel in het systeem bepaalt de grootte van het leefgebied van de otter #4. Bij de aanwezigheid van meer vis is een kleiner leefgebied nodig en heeft het systeeem systeem een hogere draagkracht. In dit model wordt geen rekening gehouden met populatiedynamica en ook wordt er geen schatting gedaan van het aantal otters dat er in een gebied voor kan komen. Wel kan er bepaald worden of er voldaan wordt aan de minimum voorwaarden voor één otter. Dit wordt gedaan aan de hand van de homerange. De homerange wordt meestal uitgedrukt in oeverlengte en varieert van 7,5 km in mesotrophe mesotrofe systemen tot 18,6 km in oligotrofe systemen #4. Hierbij hebben de mannetjes doorgaans een grotere home range dan de vrouwtjes. Het bijbehorende aquatische voedselgebied is 16,8-34 ha voor vrouwtjes en 30,2-83 ha voor mannetjes (#4,#10). Een studie in Spanje kwam tot gemiddelde waarden voor mannetjes, vrouwtjes en juvenielen van 3,5-6,1 km #6.

...

Op grond van best professional judgement en uitgaande van de #4 en #10 kan de breedte van de benutte strook water als foerageer gebied langs de oever gesteld worden op 20 meter. Otters blijven graag zo dicht mogelijk bij de oever. Uitgaande van een otter leefgebied van bijvoorbeeld 10 km = 10.000 m oeverlengte, kom je dan uit op 10.000 m x 20 m = 200.000 m2 = 20 ha.
Kruuk en co workers vonden Uit #10 volgt het volgende:
Mannetjes: 38.8 km oeverlengte en 63 ha -> breedte benut water = 630.000 / 38.000 = 16,58 m
Vrouwtjes: 18.7 km en 34 ha ->
breedte benut water 340.000 / 18.700 = 18,18 m

Ons Ierse onderzoek liet Uit #4 volgt het volgende zien:
The aquatic area within adult male home-ranges (30.2ha, SD = 9.5ha, n= 5) was greater than that within adult female's (16.8ha, SD = 7.0ha) (t10 = 2.437, P = 0.035), Adult female home-ranges (7.5km, SD =1.5km, n = 7) were inversely related to river width (R2adj = 0.68, F6 = 13.5, P = 0.014) and so appeared to be based on food resources.
Vrouwtjes: 7.5 km en 16.8 ha -> breedte benut water 168.000 / 7.500 = 22,4 m
mannetjes: 13.2 km en 30.2 ha ->breedte benut water 302.000 / 13.200 = 22,9 m
Als het water minder breed is dan 20 m zal de home range uitgedrukt in km's oeverlengte groter zijn, de home range is kan uitgedruk worden in y = 40.42x-1 + 5.284, R2 adj = 0.68, F6 = 13.5, P = 0.014, zie figuur:

Image Removed

Uit #4

home-ranges are inversely related to the average width of the
watercourse (y = 40.42x-1 + 5.284, R2 adj = 0.68, F6 = 13.5, P = 0.014).

Leeftijd en mortaliteit

Otters kunnen 10-15 jaar oud worden. In min of meer ongestoorde gebieden bereikt ongeveer 40-50% van de jonge otters de geslachtsrijpe leeftijd en het gemiddelde sterftecijfer van volwassen otters is ongeveer 25% (#1). Otters zijn zeer gevoelig voor microverontreinigingen in het aquatisch milieu en hierdoor ook in hun voedselpakket. Daarbij kan men denken aan PCB's, pesticiden, zware metalen en olie (#1). Over land kunnen otters grote afstanden afleggen tot wel 25 km per nacht. Dit maakt ze extra kwetsbaar voor het verkeer (7).

Randvoorwaarden

Een gebied moet aan een aantal voorwaarden voldoen om een stabiele otter populatie te kunnen huisvesten:

  • afwezigheid van visfuiken zonder ottergrid. Zonder een grid kunnen otters hierin verstrikt raken en verdrinken #3
  • aanwezigheid van open water in de winter (ook mogelijk door actief beheer)
  • voldoende dekking bijvoorbeeld in de vorm van meerjarig riet en/of galigaan pollen
  • veilige corridors naar andere geschikte gebieden om een stabiele populatie in stand te kunnen houden
  • aanwezigheid van hoge damwanden vormt een ononverkomelijke hindernis voor otters, aanwezigheid van uittreeplaatsen in het verlengde van wissels is noodzakelijk

Dosis-effect relaties

Section
Wiki Markup

{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Waterdiepte| Waterplanten|Oppervlakte voedselgebied"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Voedsel"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}
Section
Wiki Markup

{flowchart}graph[
rankdir=LR]
nodesep=0.5
"node0" [
label = "Dekking|Afstand tussen leefgebieden"
shape = "record"
];

"node3" [
label = "HGI Leefgebied"
shape = "record"
];

"node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"]
[
id = 2
];

{flowchart}

Vrouwtjes: 7.5 km en 16.8 ha -> breedte benut water 168.000 / 7.500 = 22,4 m
mannetjes: 13.2 km en 30.2 ha ->breedte benut water 302.000 / 13.200 = 22,9 m
Als het water minder breed is dan 20 m zal de home range uitgedrukt in kilometer oeverlengte groter zijn, de home range kan uitgedrukt worden in y = 40.42x‾¹ + 5.284, zie figuur:

Image Added

Referentie: #4

Leeftijd en mortaliteit

Otters kunnen 10-15 jaar oud worden. In min of meer ongestoorde gebieden bereikt ongeveer 40-50% van de jonge otters de geslachtsrijpe leeftijd en het gemiddelde sterftecijfer van volwassen otters is ongeveer 25% (#1). Otters zijn zeer gevoelig voor microverontreinigingen in het aquatisch milieu en hierdoor ook in hun voedselpakket. Daarbij kan men denken aan PCB's, pesticiden, zware metalen en olie (#1). Over land kunnen otters grote afstanden afleggen tot wel 25 km per nacht. Dit maakt ze extra kwetsbaar voor het verkeer (7).

Randvoorwaarden

Een gebied moet aan een aantal voorwaarden voldoen om een stabiele otter populatie te kunnen huisvesten:

  • afwezigheid van visfuiken zonder stopgrid. Zonder een grid kunnen otters hierin verstrikt raken en verdrinken #3
  • aanwezigheid van open water in de winter (ook mogelijk door actief beheer)
  • voldoende dekking bijvoorbeeld in de vorm van meerjarig riet en/of galigaan pollen
  • veilige corridors naar andere geschikte gebieden om een stabiele populatie in stand te kunnen houden
  • aanwezigheid van hoge damwanden vormt een onoverkomelijke hindernis voor otters, aanwezigheid van uittree plaatsen in het verlengde van wissels is noodzakelijk

Dosis-effect relaties

Section

Section

{flowchart}graph[ rankdir=LR] nodesep=0.5 "node0" [ label = "Dekking|Peilfluctuatie|Overstromingsduur" shape = "record" ]; "node3" [ label = "HGI Nest" shape = "record" ]; "node0":f1-> "node3" [style=italic,label="minimum"] [ id = 2 ]; {flowchart}
Section
Section
Wiki Markup

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelwaterdiepte(cm)
typedataOrientationxylinevertical
titleWaterdiepte
dataOrientationtypeverticalxyline
yLabelHGI

waterdiepte (cm) 

HGI

-250

0

0

0

50

1.0

250

1.0

1000

0

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelwaterdiepte(cm)
typedataOrientationxylinevertical
titleWaterplanten
dataOrientationtypeverticalxyline
yLabelHGI

Waterplanten (%) 

HGI

0

0.5

25

 1.0

50

1.0

75

0.5

100

0.5

referentie: #1

...

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloppervlakte(ha)
typedataOrientationxylinevertical
titleOppervlakte voedselgebied vrouwtjes
dataOrientationtypeverticalxyline
yLabelHGI

oppervlakte (ha)

HGI

0

0

16,8

1

34

1

100

1

Referentie: #4,#10

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloppervlakte(ha)
typedataOrientationxylinevertical
titleOppervlakte voedselgebied mannetjes
dataOrientationtypeverticalxyline
yLabelHGI

oppervlakte (ha)

HGI

0

0

30,2

1

63

1

100

1

Referentie: #4,#10

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelafstand tussen moerassen(km)
typedataOrientationxylinevertical
titleAfstand tussen moerassen
dataOrientationtypeverticalxyline
yLabelHGI

Afstand (km)

HGI

0

1

1

1

2

0

Referentie: #1

Section
Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabelpeilfluctuatie(cm)
typedataOrientationxylinevertical
titlePeilfluctuatie
dataOrientationtypeverticalxyline
yLabelHGI

peilfluctuatie (cm)

HGI

0

1

10

1

25

0

Referentie: #1

Column
width50%

Column
width50%
Chart
dataDisplaytrue
legendfalse
xlabeloverstromingsduur (dagen/jaar)
typedataOrientationbarvertical
titleOverstomingsduurOverstromingsduur
dataOrientationtypeverticalbar
yLabelHGI

overstromingsduur (dagen/jaar)

HGI

0-10

1

10-20

0.8

20-40

0.4

40-60

0.2

Referentie: #1

Nog op te nemen bij aanwezigheid geschikte informatie: afstand tot verstoring (recreatie en verkeer).

Onzekerheid en validatie

Deze rekenregels zijn opgesteld in samenwerking met expert, A.W.J.J. de Jongh, Stichting Otterstation Nederland.

(warning) Deze rekenregels zijn niet gevalideerd.

...

Als test zijn de rekenregels voor de otter aan het HABITAT model voor het Markermeer toegevoegd. Er is het gerekend met een scenario uit TBES, waarin ondieptes zijn gecreeerd gecreëerd in de vorm van een 'oermoeras' en ondieptes bij de lepelaarsplassen. Ook is er in dit scenario een seizoensgebonden peil ingesteld.

...

Te zien is dat het model een goede geschiktheid voor voedsel aangeeft in de oeverzones, daarbij wordt waarbij de door de gecreerde gecreëerde ondieptes in dit scenario het geschikte gebied wordt dit gebied vergroot.
De HGI voor het leefgbied.leefgebied:

Image Modified

Output voor HGI Leefgebied

Te zien is dat het oermoeras volgens het model geschikt is als leefgebied voor de otter. Wel moet hierbij aangetekend worden dat als 'geschikt' nu de ecotopen 'riet', 'kale grond' en 'grasland' meegenomen zijn. Het is niet goed te voorspellen of deze ecotopen voldoende dekking bieden voor de otter. Dit zal erg afhangen van het management van deze gebieden, voor de otter is het van belang dat er meerjarig riet aanwezig is, daarvoor moet er niet te vaak gemaaid worden. Ook is het van deze gebieden, belang in welke mate deze gebieden verstoord zullen worden, dit zal een negatief effect hebben op de habitat geschiktheid voor de otter. Verder is het van belang dat er meerjarig riet aanwezig is, daarvoor moet er niet te vaak gemaaid worden. Ook is het van belang in welke mate deze gebieden verstoord zullen worden, dit zal een negatief effect hebben op de habitat geschiktheid voor de otter. Nu is ook de benodigde oppervlakte voor een gebied nog onzeker, nu is een minimum van 60 ha genomen, waardoor het ondiepte gebied bij de lepelaarsplassen niet geschikt ishet voedselzoek gebied rond het leefgebied groot genoeg is.

Image Added

Image Added|

Geschiktheid voedselzoekgebied Vrouwtjes

Mannetjes

Links is te zien dat het model aangeeft het het gebied, in een zone van 20 meter rond het land dat in de zomer gemiddeld droog staat, groot genoeg is om voedsel te zoeken voor vrouwtjes, echter niet voor mannetjes.
Daarbij moet worden aangetekend dat de zone valt in een gebied dat een geschiktheid heeft van 0.5 voor Voedsel, dit wordt veroorzaakt doordat het hier te ondiep is voor waterplanten en hierdoor ook voor de otter minder geschikt is, volgens het model.
Hier zijn eventueel nog aanpassingen nodig.

Tot slot de output van de HGI voor nest. Deze is berekend op basis van peilfluctuatie. Image Removed

Image Added

Output HGI Nestplaatsen

Volgens deze rekenregel zijn grote delen van het oermoeras, uitgaande van peilfluctuatie, geschikt als nestplaats.

Op basis van deze HGI's is het mogelijk dat de otter een ottervrouwtje zich zou kunnen vestigen in het oermoeras, de lepelaarsplassen zijn niet geschikt vanwege een te kleine oppervlaktehet is echter zeer de vraag of dit genoeg is voor een stabiele otterpopulatie, daarvoor zouden er in ieder geval goede verbindingen met andere ottergebieden moeten zijn.

Referenties

1

Anchor
1
1
Laane, W.E.M., 1995, Habitatmodel Otter - Model voor het bepalen van de kwaliteit van water- en moerasgebieden als leefgebied voor de otter (Lutra lutra) en voor het bepalen van de kwaliteit van verbindingszones tussen verschillende leefgebieden. RIZA Werkdocument P95-020.Download

...

6

Anchor
6
6
Saavedra, D., 2002, Reintroduction of the Eurasian otter (Lutra lutra) in Muga and Fluvia basins (North Eastern Spain): Viability, development, monitoring and trends of the new population. PhD thesis Universitat de Girona

7

Anchor
7
7
Pers. comm. met   A.W.J.J. de Jongh, Stichting Vrienden van de OtterOtterstation Nederland

8

Anchor
8
8
Wijngaarden, A. van en J. van de Peppel, 1970, De otter Lutra lutra in Nederland. Lutra 12 (1/2):1-70

9

Anchor
9
9
Kruuk, H., Conroy, J.W.H., Moorhouse, A., 1992, Seasonal reporductionreproduction, mortality and food of otter (Lutra lutra) in Shetland. Zoological Symposium 58: 263-278.

...