Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...

Op 2-jarige leeftijd zijn otters geslachtsrijp. De vrouwtjes werpen om het jaar jongen. De gemiddelde worpgrootte in Noordwest-Europa is 2-3 jongen met een maximum van 5. In Nederland, Zweden en in Noordwest-Schotland werden relatief meer jongen geboren in het voorjaar en de zomermaanden dan in het najaar en in de winter (#8), terwijl op de Shetland eilanden otters uitsluitend in het voorjaar en de worden geboren (#9). Daarentegen kennen de otters in de zoetwatergebieden in Groot-Brittannie geen specifieke voortplantingsperiode.
De draagtijd is ongeveer 9 weken. Jonge otters krijgen na een zoogtijd van 7-8 weken vast voedsel. Na 2-3 maanden gaan de jonge otters met hun moeder mee op jacht. Het eerste levensjaar brengen de otters bij hun moeder door (#1). Voor het werpen van de jongen heeft de otter een nestsplaats met voldoende dekking nodig. Deze dekking kan bestaan uit zegge- of galigaan pollen en dichte rietvegetatie. Ook is het noodzakelijk dat deze nestplaats overstromingsvrij is.
Elke otter heeft een bepaalde zogenoemde 'homerange', een soort territorium waarbinnen de otter zijn voedsel vind. De hoeveelheid voedsel in het systeem bepaalt de grootte van het leefgebied van de otter #4. Bij de aanwezigheid van meer vis is een kleiner leefgebied nodig en heeft het systeeem een hogere draagkracht. In dit model wordt geen rekening gehouden met populatiedynamica en ook wordt er geen schatting gedaan van het aantal otters dat er in een gebied voor kan komen. Wel kan er bepaald worden of er voldaan wordt aan de minimum voorwaarden voor één otter. Dit wordt gedaan aan de hand van de homerange. De homerange wordt meestal uitgedrukt in oeverlengte en varieert van 7,5 km in mesotrophe systemen tot 18,6 km in oligotrofe systemen #4. Hierbij hebben de mannetjes doorgaans een grotere home range dan de vrouwtjes. Het bijbehorende aquatische voedselgebied is 16,8-34 ha voor vrouwtjes en 30,2-83 ha voor mannetjes (#4,#10). Een studie in Spanje kwam tot gemiddelde waarden voor mannetjes, vrouwtjes en juvenielen van 3,5-6,1 km #6.

Homerange rekenregel
Op grond van best professional judgement en uitgaande van de Ierse gegevens en die van Kruuk #4 en #10kan de breedte van de benutte strook water als foerageer gebied langs de oever gesteld worden op 20 meter. Otters blijven graag zo dicht mogelijk bij de oever. Uitgaande van een otter leefgebied van bijvoorbeeld 10 km = 10.000 m oeverlengte, kom je dan uit op 10.000 m x 20 m = 200.000 m2 = 20 ha.
Kruuk en co workers vonden het volgende:
Mannetjes: 38.8 km oeverlengte en 63 ha -> breedte benut water = 630.000 / 38.000 = 16,58 m
Vrouwtjes: 18.7 km en 34 ha ->
breedte benut water 340.000 / 18.700 = 18,18 m

Ons Ierse onderzoek liet het volgende zien:
The aquatic area within adult male home-ranges (30.2ha, SD = 9.5ha, n= 5) was greater than that within adult female's (16.8ha, SD = 7.0ha) (t10 = 2.437, P = 0.035), Adult female home-ranges (7.5km, SD =1.5km, n = 7) were inversely related to river width (R2adj = 0.68, F6 = 13.5, P = 0.014) and so appeared to be based on food resources.
Vrouwtjes: 7.5 km en 16.8 ha ->
breedte benut water 168.000 / 7.500 = 22,4 m
mannetjes: 13.2 km en 30.2 ha ->
breedte >breedte benut water 302.000 / 13.200 = 22,9 m
Als het water minder breed is dan 20 m zal de home range uitgedrukt in km's oeverlengte groter zijn. Zie Ierse artikel: Figure 5. , de home range is kan uitgedruk worden in y = 40.42x-1 + 5.284, R2 adj = 0.68, F6 = 13.5, P = 0.014, zie figuur:
Image Added|Uit #4|

home-ranges are inversely related to the average width of the
watercourse (y = 40.42x-1 + 5.284, R2
adj = 0.68, F6 = 13.5, P = 0.014).

...