Versions Compared

Key

  • This line was added.
  • This line was removed.
  • Formatting was changed.

...


In droge zomers is het waterbeheer in de lage delen van Nederland erop gericht voldoende water beschikbaar te hebben in de sloten. Het oppervlaktewater wordt gebruikt om gewassen te beregenen, maar verdwijnt door verdamping en wegzijging in de bodem. Specifiek in het kustgebied wordt de beschikbaarheid van zoet, schoon water bedreigd door het opkwellen van brak en nutriëntenrijk kwelwater. Grote hoeveelheden extra water zijn nodig om de sloten door te spoelen, om zo de kwaliteit van het oppervlaktewater te waarborgen. Klimaatverandering, in combinatie met zeespiegelstijging en bodemdaling vraagt om een robuuste en flexibele zoetwatervoorziening, indien we landbouw en een goede waterkwaliteit willen behouden voor deze gebieden.
Het huidige waterbeheer tijdens droge zomers is ontstaan vanuit een praktijk waarbij waterbeschikbaarheid niet beperkend was, het waterbeheer leunt logischerwijs dan ook sterk op de aanvoer van extern water. Deze waterbeschikbaarheid staat echter onder druk, door afname van de waterbeschikbaarheid in de grote rivieren, verder landinwaarts komen van de zouttong in de Rijnmonding, en de toename van de watervraag door droger wordende zomers. Aanpassingen in het gevoerde waterbeheer lijken onontkoombaar.

...